Mastodon in 013 pas compleet met Scott Kelly

Het nieuwe jaar is nog maar net een maand oud en de hardste tourpackage van 2019 is al een feit. Mastodon zit tussen twee albumcycli in, maar dat weerhoudt het er niet van om door Europa te reizen en de geweldige openers Kvelertak en Mutoid Man mee te nemen. Op zondag 10 februari is het grootse Poppodium 013 aan de beurt en natuurlijk komt Zware Metalen daar verslag van doen. Zo speciaal als tijdens de aankomende tour door Amerika, waar de klassieker Crack The Skye integraal wordt gespeeld, zal het op deze regenachtige dag niet worden, maar Tilburg wordt wel op iets onverwachts getrakteerd. In tegenstelling tot eerdere aankondigingen komt de legendarische zanger Scott Kelly (van Neurosis, duh) het optreden van Mastodon reanimeren. En dat is maar goed ook, want zonder hem blijkt Mastodon vanavond incompleet.

Laten we het eerst nog even over dat verwarrende tassenbeleid van het Poppodium 013 hebben. In de stromende regen wordt aan alle bezoekers die in de rij staan verteld dat alles wat ook maar een beetje lijkt op een tas in de aangewezen, grote kluisjes geplaatst moet worden. Je ziet door de glazen pui van het complex rijen aan reguliere kluisjes staan waar al je spullen gemakkelijk in passen, maar de aangewezen werknemer die de hele avond mensen moet teleurstellen is geboden je de hoek om te sturen richting de parkeergarage. Daar mag je voor vijf (vijf!!!) euro een groter kluisje inhuren die vervolgens voor de helft leeg blijft, want al je spullen pasten toch wel in een normaal kluisje. Vervolgens mag je weer achterin de rij aansluiten, terwijl je zonder jas of trui aan binnen een paar seconden zeiknat geregend bent. Wat een geweldig idee! Na afloop wordt het verhaal nog smeuïger: de elektrische kluisjessoftware heeft een storing, waardoor je met een zaalmedewerker een spelletje Zeeslag moet spelen om je eigen kluis open te krijgen. Vooruitgang! Mojo heeft in ieder geval nog het fatsoen om haar bezoekers voortijdig in te lichten over haar restrictieve tassenbeleid. De lezers zijn gewaarschuwd.

Waarom is dat allemaal zo erg? Mutoid Man is gewoon knakenhard, en iedereen die vorig jaar bij het optreden in de Koepelhal tijdens Roadburn was, weet dat. Het legen van de blaas moet maar wachten, want door het entreedebacle zijn de eerste twee nummers al voorbij. Het toepasselijke Micro Aggression tovert gelukkig snel een glimlach op mijn gezicht en stopt mijn sikkeneuren. Het is door een volgroeide baard even afvragen of die kleine man achter de microfoon wel echt Stephen Brodsky is, maar de zang en nonchalance is onmiskenbaar van hem. Het voormalige bandlid van Cave In, Old Man Gloom en Converge gebruikt Mutoid Man als uitlaatklep om zorgeloos makkelijk in het oor liggende, zongerijpte stonerriffs te spelen. Meestal wordt hij vergezeld door het plezierige en foutloze drumwerk van Ben Koller, maar aangezien die zijn arm gebroken heeft, zit Chris Maggio van Coliseum, Trap Them en Wear Your Wounds op de drumkruk vanavond.

Het staat natuurlijk wat knullig, die drie drumstellen voor elkaar, maar het podium is er groot genoeg voor en de zaal staat tot bovenop de trap vol met geïnteresseerden (ook al is het balkon vanavond afgesloten). Freddy Mercury had jaloers kunnen zijn op de charisma van Stephen Brodsky, die als riffmachine op nonchalante wijze opgestoken middelvingers uitwisselt met bassist Nick Cageo. Dankzij de weinige instrumenten wordt er een vlot geluid uit de speakers geperst en dat komt de snelle nummers van het recente War Moans ten goede. De enige misstap is wellicht het onkarakteristieke Wreck And Survive, dat minder hakkende riffs en meer sfeerbouw bevat, maar de terugval op Bridgeburner en afsluiter Gnarcissist is des te aangenamer. Mutoid Man zorgt voor een losse sfeer en zet met een sympathieke uitstraling de grootse zaal naar haar hand. Een betere opener kan je je als band en publiek niet wensen.

Iedereen in de zaal zal Kvelertak, de muzikale duizendpoot die tegelijkertijd punk, black, hardcore en jaren ’70 rock emuleert, al eens eerder aan het werk gezien hebben. Na tours met grote jongens als Metallica, Slayer en Ghost kan je niet meer om de Noorse revelatie heen, maar weinigen zullen de groep hebben zien spelen met de nieuwe zanger Ivar Nikolaisen. Sinds de magie van de eerste twee platen wat ingezakt is en de zachtere plaat Nattesferd wat minder enthousiast ontvangen werd, heeft de originele zanger Erlend Hjelvik besloten zijn uilentooi aan de wilgen te hangen. Te midden de tragere en lieflijkere riffs van het derde album klonk zijn raspende stem als het buitenbeentje en dus kan gespeculeerd worden dat toekomstig werk van Kvelertak nog toegankelijker en popperig zal klinken.

Niets blijkt echter minder waar, want de setlist van vanavond bevat slechts twee nummers van Nattesferd en grijpt grotendeels terug op de krakers van weleer. Het gierende gitaartrio van opener Åpenbaring, waarbij je haast niet weet op welk bandlid je de aandacht moet vestigen, laat zien dat er op muzikaal vlak niks aan Kvelertak veranderd is en laat de onthulling van de nieuwe zanger nog even op zich wachten. Als er zoiets als een gladde crustie bestaat, dan zou Ivar Nikolaisen er een zijn. De simpelere uitstraling met bandana en leren jack levert een vocale prestatie die niet ver van de originele zanger af ligt, al is het wat moeilijk toetsen omdat het geluid voornamelijk van de monitoren af lijkt te komen. Ten alle tijden energetisch vliegt de frontman over het podium (of de pit in, tijdens Nekroskop bijvoorbeeld). Zelfs wanneer hij niet aan de beurt is om te schreeuwen, blijft hij onrustig over het plateau ronddwalen.

De band om Ivar heen speelt zoals gewoonlijk de zolen onder onze schoenen vandaan. Gitaren worden de lucht in geworpen alsof het een optreden van The Chariot of Norma Jean betreft en nummers als Blodtørst scheuren harder dan Heart Attack American van The Bronx. Het vorige optreden dat ik van Kvelertak zag, in De Helling, kende een wat trage start; alsof de band in een sleur zat. Als verhaalschrijver voor Zware Metalen wil je dat graag contrasteren tegen de sprint die de band vandaag vanaf het begin inzet. Je wil een verandering zien. Maar eerlijk gezegd is Kvelertak nog steeds de oude: het rockte steevast als een tierelier, en dat doet het nu nog steeds. Nieuwe muziek zal in de toekomst gaan verklappen waar dit zestal naartoe wil groeien, vandaag is het genieten geblazen van de gevestigde orde met krakers als Bruane Brenn en Mjød.

Tussen het spelen door vertelt de zanger van Kvelertak dat we in onze handjes mogen knijpen vanwege het feit dat Scott Kelly vandaag toch meespeelt. De aandachtige toeschouwer pakt het tourschema van Mastodon er bij en ziet dat dat niet het geval kan zijn. Dezelfde zanger vroeg net ook aan het publiek om te doen alsof het zaterdag is, zodat niemand het gevoel meer heeft dat hij morgen naar werk hoeft. Wellicht moet dat letterlijk genomen worden, want Scott Kelly deed gisteren nog wel mee in het Brusselse Ancienne Belgique. Maar wanneer we “Scott Kelly vocal” tijdens de soundcheck horen, begint er toch het één en ander te kriebelen. De marketingafdeling van Poppodium 013 mompelt chagrijnig dat met deze informatie enkele honderden extra kaartjes verkocht hadden kunnen worden, maar het wel aanwezige publiek is blij verrast. Terecht, zo blijkt, want zonder Scott Kelly zal Mastodon het er vanavond een stuk minder goed vanaf brengen.

Het begint echter vlekkeloos. Met de drie openers Iron Tusk, March Of The Fire Ants en Mother Puncher grijpt Mastodon zo diep als mogelijk in haar discografie en bombardeert het de zaal met desoriënterende en complexe ritmes waar de gehele zaal in kan verdrinken. Dit mathematische beginwerk steekt ontzettend mooi af tegen de opvolgende popsensibiliteiten van recentere nummers als Steambreather en Chimes At Midnight. Zeker bij het laatstgenoemde lied schijnt door dat Mastodon vanaf het eerste uur in de steek gelaten is door haar frontman. Ieder bandlid neemt wel een zangpartij op zich, maar het wordt moeizaam en kwakkelend gebracht. Sowieso staat het viertal vandaag wat plichtmatig op het podium. Zonder gebabbel worden in een krappe honderd minuten twintig nummers snel achter elkaar gespeeld; stoïcijns en instrumentgefocust.

In instrumentaal opzicht zal je Mastodon op geen misstap betrappen, behalve wanneer tijdens een gitaarwissel het verkeerde instrument aangereikt wordt door een roadie. Er wordt ontzettend knap gespeeld, maar het publiek lijkt tijdens de wat psychedelischere nummers als Sleeping Giant, Toes To Toes en Ghost Of Karelia al over haar limiet van het aantal gespeelde noten per minuut te zitten, de snaar- en drumvelmeesterij ten spijt. Even ervoor zorgen de aanstekelijke zanglijnen van drummer Brann Dailor, de rook van zeven luchtzuiveringsmachines en de hallucinante kunst van het in zeven stroken gesneden LED-scherm tijdens Steambreather nog voor een opleving. Uiteindelijk wordt halverwege de set de energie weer hervonden met Capillarian Crest. De sfeer keert terug en bij kroezelige gitarist Brent Hinds kan er uiteindelijk zelfs een buiging, glimlach en euforische vuist van af. Met de krakers I Am Ahab en Megalodon schiet de pit in vlam en is een concertcrisis definitief afgewend.

Dan wordt er een standaard het podium op getild, een mapje met songteksten op de grond gelegd en verschijnt de grootmeester Scott Kelly. De gebeden zijn verhoord, en de legendarische muzikant laat zijn collega’s tijdens Scorpion Breath meteen een poepie ruiken door er hard op te klappen. Gepijnigd leunend tegen de microfoonstandaard en met slechts een paar keelklanken blaast hij het optreden nieuw leven in. Flashbacks van de twee Neurosis-optredens tijdens Roadburn 2016 schieten voor de ogen. De reguliere bandleden erkennen hun meerdere en doen tijdens Aqua Dementia een stapje naar achteren, hetgeen de brulboei alleen maar lijkt te voeden.

Het helpt natuurlijk dat in dit afsluitende derde de hardste riffs uit de discografie van Mastodon tot leven worden gebracht, maar een sociaal wetenschapper zou op basis van deze dif-in-dif zelfverzekerd tot de volgende conclusie komen: Mastodon zonder Scott Kelly is geen Mastodon. Om hem te kalmeren wordt hem een gitaar in de hand gedrukt voor het uitgerekte Diamond In The Witch House, maar dit is slechts een moment van bezinning voor de uitzinnige afsluiter Blood And Thunder. Als de dappere kapitein aan het roer van een door een witte potvis opgeslokte zeeboot slaakt de oerkreet “Split your lungs with blood and thunder” door de zaal. Iedere aanwezige huurling wordt geraakt door een stoot adrenaline die er voor zorgt dat hij gewillig in de oceaan verdrinkt, om even later weer te reïncarneren in de regenplassen van het Tilburgse straatbeeld buiten het 013-complex.

Foto’s:

Koen de Gussem (Visual Violence)

Datum en locatie:

10 februari 2019, Poppodium 013, Tilburg

Link:

Poppodium 013