En weer breekt een nieuwe hoofdstuk aan in de levensloop van Roadburn. Het festival, dat al jaren het credo redefining heaviness draagt, is natuurlijk al jaren een evenement dat de cultstatus mag dragen. Het festival staat sinds jaar en dag garant voor een bijzonder interessante programmering, waarbij grenzen van de underground muziek worden opgezocht. Roadburn is natuurlijk al lang geen metalfestival pur sang meer, folk, electro en singer/songwriter hebben zich stevig genesteld in de line up. Zo ook dit jaar. De tentakels zijn opnieuw diep in de underground uitgeworpen en dat resulteert in een bijzonder fraaie line-up over vier dagen. Dit jaar valt Roadburn samen met Pasen en dus gingen Friso, Robert (allebei tekst) en Ruth (foto’s) op zoek ‘easter eggs’.

Zo, nog één dag vertoeven op exoplaneet Roadburn. Daarna is het alweer tijd om terug te keren naar de volwassen wereld met werk, verplichtingen en ‘gewone’ 538- en Radio 2-mensen (ieuw!). Dat afkickproces duurt altijd even. Maar ook al slaat de vermoeidheid inmiddels wel wat toe, gelukkig mogen we nog een dag. Ik pik gelijk de eerste band in het schema maar mee, vooral ook omdat dit een debuutshow betreft en ik erg benieuwd ben hoe men het er van af gaat brengen. Vuur & Zijde bracht afgelopen jaar zijn debuutalbum uit in de vorm van Boezem en dit gaan ze dan ook in zijn geheel live spelen vandaag. De dromerige muziek van dit Nederlandse gezelschap heeft raakvlakken met avant-garde post-black (de onmiskenbare link met Laster), post-punk en wave en zangeres Famke voegt met haar stem en teksten een zoete, warme gloed toe aan het geheel. Nou is de band zelf, met leden van Laster, Silver Knife, Witte Wieven en Deadspeak, wel redelijk ervaren in het spelen van liveshows, maar dat geldt niet voor de frontvrouw. Daar sta je dan ineens in de koepelhal voor duizend benieuwde en verwachtingsvolle muziekliefhebbers. Tijdens opener Onbemind merk ik het ongemak en de onwennigheid nog wel een beetje bij haar, maar naar mate de show vordert, valt de schroom langzaam van haar af en worden haar zwoele vocalen ook wat overtuigender. Tijdens Ús bedenk ik me als geboren en getogen Fries dat dit toch wel het eerste nummer moet zijn dat ooit in mijn moedertaal op Roadburn is gespeeld, dus een beetje trots kan ik dan ook niet onder stoelen of banken schuiven. Heel tof. Een ander hoogtepunt is het nummer Nest, dat start met een fikse blastbeat en een refrein heeft dat zich snel in je brein nestelt.
Verder moet ik zeggen dat de show na een paar nummers wel iets naar de eentonige kant begint te kantelen, ook omdat de muziek op plaat veel opener klinkt dan in een livesituatie. Nu is het redelijk volle bak distortion en dat komt de algehele beleving niet helemaal ten goede. Het geluid van bassist Sylwin (met zijn altijd creatieve loopjes) en beide gitaristen Nicky en Carmen klinkt hoofdzakelijk als één muur, terwijl de instrumenten op plaat wat beter van elkaar te onderscheiden zijn. Verder is dit een debuutshow om trots op te zijn en ik hoop dan ook dat dit niet de laatste is! (RL)

Dag vier dus. De zondag die ook echt als een zondag aanvoelt. Een dag waarop een aantal zalen al gesloten zijn en waarop sommigen (waaronder niet nader te noemen Zware Metalen-redacteuren) Paaspop verkiezen boven Roadburn. Een dag bovendien waarop de programmering beduidend minder is in vergelijking met de eerdere dagen. Vroeger werd deze dag gezien als de ‘afterburner’. Zo voelt het vandaag ook: een langzame uitdoving, maar een met karakter.
Hoe beter de zondag te beginnen met black metal? Bacht’n de Vulle Moane heeft al wat reputatie opgebouwd en dat is te merken aan de rij die er staat voor de Belgische mannen. Muzikaal loopt het begin wat stroef, maar qua rook gaat het wel goed: het hele podium is blauw verlicht en gehuld in een dikke mist. De band speelt ondertussen vrij venijnige muziek, afgewisseld met … nou, kent u Bassie en Adriaan nog? En herinnert u zich de achtervolgingsmuziek ? Daar doen de riedeltjes mij regelmatig aan denken. Nu heeft de band ook geen drummer, om dat te compenseren met hard geram, waardoor het weliswaar sfeervol aanvoelt, maar ook net niet, al is die bak elektronica wel een nieuwe industriële kijk op dit soort muziek. Maar eerlijk? Geef mij maar een drummer. Dat gezegd hebbende: de band kan ook zonder bruut uit de hoek komen met een hoop gekrijs en knallende beats. We zijn wakker. (FV)

Ik begeef me op tijd naar de Next Stage, want ik zie deze zaal al langzaam vol druppelen. Het Berlijnse ‘experimental cinematic doom’-collectief Insect Ark maakt zijn opwachting en dat is wel een optreden waar ik naar uitgekeken heb. Het laatste album Raw Blood Singing van vorig jaar heeft hier de nodige rondjes gedraaid en is van de groeicategorie. En laten ze die plaat nou bijna volledig spelen vandaag. De band rond ex-Swans-bassiste Dana Schechter en Khanate-drummer Tim Wyskida weet een aangrijpende en fascinerende eigen draai te geven aan het doomgenre. De onnavolgbare ritmes en de ongrijpbare sfeer zijn de factoren die hier het meest aan bijdragen, waarbij vooral drummer Wyskida een enorme toegevoegde waarde geeft aan de muziek. Zijn klappen komen stuk voor stuk snoeihard binnen en zijn gebruik van de bekkens is een kunstvorm op zich. Wat een meesterdrummer is dit toch! Dit in combinatie met de slidegitaar (op ‘lap steel’) van livemuzikant Lynn Wright en de deinende bas en passende zangpartijen van Schechter brengen me in een soort trance waar ik eigenlijk niet meer uit wil.
Nummers als Cleaven Hearted en Psychological Jackal maken op mij misschien nog wel de meeste indruk omdat de meeslepende, repeterende ritmes je volledig overnemen. En als fenomenaal toetje krijgen we dan ook nog het elf minuten durende, langzaam opbouwende psychedelische epos The Vanishing, dat na een lange spanningsboog uiteindelijk uitmondt in een heerlijke climax. Eén van de beste bands van de dag als je het mij vraagt. (RL)

Bij Endon zit ik te wachten tot de show begint. Dat doe ik best lang. Zelfs als de band allang op het podium staat, omringd door een arsenaal aan synthesizers en een zanger die onverstaanbare klanken uitkraamt, begint het ineens door te dringen: dit is het optreden. Een hoop noise en een hoop gekwaak. Op dag vier heb ik hier eigenlijk helemaal geen zin in. Als je er thuis van geniet om lukrake geluiden via je speakers door te versterken en op volume ‘fuck de buurt’ te zetten en daarbij een olympische jiujtsuwedstrijd aanzet, dan kom je wel ongeveer bij het geluid van Endon. Dan zal het als een warm bad voelen, gezien de hoeveelheid aan ongestructureerde herrie die over het publiek wordt uitgestort. Voor mij voelt het als een lauwe douche na een week in Lapland te zijn geweest. (FV)

¡Olé! Flamencotijd! Roadburn heeft dit jaar Frente Abierto op de Mainstage geprogrammeerd. Dit is een collectief muzikanten uit Andalusië die het flamencogenre een heavy twist meegeven. Ik wist vooraf niet dat ik dit nu nodig had. Met de juiste stemkleuren en gevoelig getokkel weet de band een mooie sfeer neer te zetten. Die wordt nog eens versterkt door de beelden van oude Spaanse steden die op een groot scherm geprojecteerd worden. Ze geven de muziek van Frante Abierto een soort weemoed mee.
Er worden allerhande instrumenten tevoorschijn gehaald, van maraka, een draailier en een flamencogitaar. Daarboven zingen zanger en zangeres heel authentiek en met het juiste timbre en bovenal: loepzuiver. Maar de band staat op Roadburn omdat er ook opzichtig wordt gehint naar doommuziek. Af en toe komt er zo’n trage rollende riff voorbij die gepaard gaat met serieuze dreunen. De combinatie van twee werelden werkt goed. Het publiek blijft gefascineerd kijken tot de laatste noot en beloont de band met een luid en enthousiast applaus. Mooi dat zoiets een podium krijgt! (FV)

Op naar de Skate Hall waar Nijmeegse punkband Oust een ‘secret show’ geeft. Dit onder leiding van zangeres Nona, die op zichzelf al een bezienswaardigheid vormt. Niet zozeer vanwege de showelementen, maar vooral omdat Nona haar dagelijkse stappen nog moet halen en beslag heeft weten te leggen op een 340 meter lange microfoonkabel. Die combinatie zorgt ervoor dat zij niet op het podium staat, maar kilometers aflegt door de ganse Skate Hall. Van links naar rechts, op de ramps, even de muur rechts aantikken, dwars door het publiek: ze is overal te vinden. Ondertussen moeten mensen zich in bochten wringen om de kabel een beetje ordelijk te houden. De band heeft het juiste hart op de tong, wat natuurlijk bij deze rammel- en hakpunk hoort. Masculiniteit, fascisme en corporatetechbedrijven worden aan de kaak gesteld. De onderwerpen worden gegoten in korte puntige punksongs die verder niet enorm beklijven, maar dat maakt de show niet minder intens en vermakelijk. (FV)

En dan het voor mij ultieme hoogtepunt van de dag, misschien wel van het hele weekend. Ook al geldt dat zeker weten niet voor iedereen hier op Roadburn. Ik moet zeggen dat ik van tevoren wel een beetje onzeker was of Sumac’s vorig jaar verschenen album The Healer live wel zo goed uit de verf zou komen, maar na de eerste paar minuten wist ik al genoeg. Dit is juist een beleving om live mee te maken. De band rond levende legende Aaron Turner (Isis, Old Man Gloom, en andere) weet de begrippen ‘kunst’ en ‘muziek’ een totaal andere lading en betekenis te geven.
Oké, je kunt het bestempelen als muziek, maar dan zonder melodie en zonder vast ritme. Het is een soort sonisch abstract kunstwerk dat je mee op reis neemt door een bizarre wereld vol onberekenbare klappen en akkoorden en totaal onvoorspelbare wendingen. Ik vraag me af hoe de drie heren precies weten wanneer welke aanslag komt. Hoe repeteer je dit? Hoe krijg je een nummer van een kwartier tot 25 minuten in je hoofd en breng je dit zonder dirigent foutloos en vol overtuiging over? Werkelijk ELKE klap is raak! Dit is toch eigenlijk onmenselijk? En dan dat geluid! De bas van Brian Cook (Botch, Russian Circles, wat een baas) ronkt zo hard dat de schuimkraag op mijn blondje maar blijft stijgen. Tijdens een nummer als Yellow Dawn is er nog enige houvast door een lekker stuiterende riff die maar doorgaat en een dwarse sludgepassage, maar ga geen maatsoorten tellen, want dan raak je compleet verdwaald. Na 75 minuten ontwaak ik uit de hypnose die Sumac heet en besef ik dat dit precies is waarom je naar Roadburn bent. Geniaal! (RL)

Dan is er nog Uniform dat een ‘secret show’ speelt. Die wordt pas op het laatste moment aangekondigd, maar gelukkig ben ik er nog net bij. De band speelt vrijwel dezelfde nummers als een dag eerder, inclusief het intro van American Standard, waarbij dit keer de hele Skate Hall muis- en muisstil is. Het maakt misschien nog wel meer indruk dan in de Engine Room, vooral vanwege het tl-licht en het weinige publiek dat verspreid over de zaal is. Er valt verder weinig meer toe te voegen aan wat ik over gisteren schreef: dit is een intense band, waarbij de bandleden ook opgaan in hun muziek en bassist Brad nogal merkwaardige ‘slow-motion moves heeft’, alsof hij iets te lang in een soort nonchalancesoep heeft gezwommen.
Hij is sloom, traag en heeft betoverende vocalen. Big Brave is een perfecte band voor deze zondag. Na vier dagen vol uitputting is dit een perfecte soundtrack voor de loomheid en melancholie die langzaam meester van je maken. Diepe drones, zware basaanslagen en daarboven op de loepzuivere zang van Robbin Wattie. De band speelt vandaag zijn complete laatste worp A Chaos Of Flowers. Het is heel fijn om je mee te laten sleuren in de langzame draaikolk door songs als Not Speaking Of The Ways of het mooi gezongen Theft. De band heeft ook flink wat noisegeluiden toegevoegd, die niet altijd mijn smaak zijn. quotidian : solemnity is een drone-/noisestuk waar ik weinig mee kan, maar laat dat de pret niet bederven. Dit is een heel goed geprogrammeerd optreden van een talentvolle band, die erin slaagt om rust en zwaarte samen te laten gaan en daar bovendien veel gevoel in legt. (FV)

Datum en locatie
26 april 2025, 013, Tilburg
Foto's:
Ruth Mampuys (Ruth-Less Photography website en Facebook)
Links:


