Pooierfest IV

Pooierfest IV
1 april 2012, Frontline te Gent

Twee dagen duurde het feestje dit jaar. Thrash metal all the way. De Gentse binnenstad was dan wel verzopen van de kermiskraampjes, al snel was het begevem van de thrashers en crossoverlopers. Ondergetekende kon er omwille van zijn jaarlijkse bezoek aan de proctoloog niet bij zijn op zaterdag, de schade werd dan maar aangericht op zondag. Hetgeen niet uit mijn kop geslagen en/of geschopt werd aan herinneringen staat hieronder te lezen.

Net voor het binnengaan in de Frontline schoot het mij te binnen dat de hygiëne in dit cultoord’s toiletten zelfs mijn persoonlijke normen van goor ende ranzigheid overtrof. Het kleine halfuurtje persen in de lokale pittazaak (als voorzorgsmaatregel) kostte me helaa(r)s driekwart van de Vempire-set. Ik kon mijn ogen haast niet geloven bij het zien van de schitterende foute froefroes in combinatie met de guitige gezichten op het podium. Wie nu nog niet overtuigd is dat de 80’s aan meer dan alleen een revival bezig zijn, moet deze band gaan aanschouwen. Fier als een gieter stond Vempire zijn nummers af te raggen met een gezonde dosis lef en zelfkennis. Moeilijke woorden in dergelijke context, maar op het moment dat ik dit neerpende smaakten de goudgele pretcilinders (gepikte quote van An-Sofie Van Damme) me nog niet zo.

Destroy Humanity mocht als tweede zijn ding doen. Duidelijk meer podiumervaring bij deze mannen, die eveneens uit de old school doos grabbelen en dat best goed doen. Ongecompliceerde maar doeltreffende Bay Area toestanden met een snuif groove en veel basgitaar. Niet slecht. Aangezien niemand deze drie kerels van drank voorzag op het podium ben ik dan maar in de bres gesprongen met bier, mijn enige goede daad van die dag. Jesus’ Revenge was de hit van de set, samen met Pantera‘s Mouth For War en Raining Blood van één of andere Amerikaanse thrashband (denk ik).

De herrezen slachtoffers van de zaterdag begonnen stilaan toe te stromen en zagen Antagonizer het podium opklimmen. Dit bastaardcreatuur klonk als een mix tussen Redneck thrash en Motörhead, dat laatste werd meteen bevestigd door de überklassieker Ace of Spades. Iets te rockerig naar mijn smaak maar ik ben dan ook een stijve hark die swingt als een spastische mongool. De zaal lustte Antagonizer in ieder geval wel, inclusief de familie en kennissen die supervisie hielden. Het werd meteen ook duidelijk dat er die dag behoorlijk gecrowdsurft zou worden; een fijne vaststelling.

Calipooier2012

Volgende band op de bill:
Devastation. Ik interviewde de band een tijd terug al eens en toen bleek ook al dat alcohol en een dosis agressieve old school thrash hand in mond gaan bij dit combo. Behoorlijk ruig ging het er aan toe, het moet gezegd zijn, met een jeugdige onstuimigheid. Lawaai maken is zeker prioriteit bij Devastation, terwijl het bij een aantal andere bands vooral op herkenbaarheid en nummers aankomt. Hoogtepunten van deze set waren: Thrash in Hell, Kill The Messiah en Isolated. Ik kon het wel hebben, mijn maag helaas niet. Bart meets pittabar deel II was een feit.

De party thrashers van
Evil Invaders zorgden voor een vrolijke noot op Pooierfest door Hirax-achtige taferelen te laten herleven, vooral vocaal dan. Deze Police Academy thrash kwam perfect na het geweld van Devastation, dat vonden ook meer en meer crowdsurfers.

logo 2012

Wegens “omstandigheden” heb ik
Prematory moeten missen, uit onbetrouwbare bron vernam ik dat het “bère” was. Op naar
Evil Shepherd dan maar. Voor mij werd de band met de vreemdst klinkende naam dé verrassing van de avond. Thrash metal, met een lekker geil war metal aandoend geluid inclusief ongedwongen necro feel, smerig en venijnig tegelijk. De band stond er ook alsof het de normaalste zaak van de wereld was, met een bezeten persoonlijkheid. Satan zag dat het goed was.

Veel beziens was er voor
Warbeast. Qua energieniveau ligt het verbruik het hoogst bij deze hard groovende thrashers met een directe NWOAHM-injectie. Niet mijn cup of thee, omwille van de smashende ritmes, al levert het wel visueel spektakel op. Onvermoeid bleven de mannen doorgaan met een geraffineerde set, netjes gedaan. Op een mainstream festival zou dit ook niet misstaan, me dunkt.

T.C.F. uit Nederland is sowieso al een fenomeen voor mij. Hun plaat
Where Madness Reigns kreeg van mij eerder dit jaar een nette 82 punten aangesmeerd en was één van de redenen voor mijn komst naar Pooierfest. De band zorgde meteen voor vuurwerk met aanstekelijke refreinen en riffs waar bijna letterlijk naar gehapt werd. Stagedivers aan de lopende band die alleen maar in aantal vermeerderden naarmate het geluid verbeterde. De cirkelpit zorgde voor een tropisch klimaat en dus was de aankoop van een lekker wit shirtje onafwendbaar. Zeer geslaagde set.

Feestje voorbij, dacht ik, bij het zien van de twee resterende namen.
Killer, de oudste Belgische metalband, gesticht in het jaar 1980 (mijn geboortejaar dus), lokte heel veel volk naar de Frontline. Jong en oud verbroederden in een gezellige “true metal” sfeer. Killer pakte uit met OERdegelijke OERmetal, die zijn gelijke alleen vindt bij Judas Priest of Manowar. Naast de gebruikelijke epische hymnes was er trouwens een pak uptempo metal te horen van mannen wiens testesterongehalte nog steeds op een hoog peil staat. Geen slappe vodden-hardrock dus. Niets op aan te merken voor de rest, veel degelijker dan Killer loopt er echt niet rond in België. Beestige gitaarsolo trouwens! No Future voor Killer? Toch wel!

Nog eens diep in de buidel tasten om verloren gewaande bonnetjes terug te vinden, net voor het Duitse
Rezet begint. Enkele foto’s nemen en dan naar huis – vroeg in bed – maandag werken, althans dat was de bedoeling. Wanneer de zanger met een raar Duits stemmetje de band aankondigt trek ik mijn trui al aan. Tot de eerste noten ingezet worden en de zaal compleet ontploft. Violent Force is hun grote voorbeeld en dat is er direct aan te horen. Raggen, rammen, pingelen… thrash in al zijn agressieve en brutale schoonheid, Pooierfest bereikt zijn climax. Mensen belanden in de kabels van de verlichting aan het plafond waardoor de band noodgedwongen even in het donker moest voortspelen, anderen komen ondersteboven aan de steunbalken terecht aan het plafond… hilarische taferelen. Doordrenkt van het zweet dropen we af naar de toog, waar ondertussen de Duvel al op was, net als andere soorten bier. Met het overgebleven geld dan maar Civic Nightmares, het nieuwe Rezet-album, aangeschaft dat eind maart dankzij Twilight Vertrieb het daglicht voor het eerst zag. In de auto totaal niet zo indrukwekkend als live, het wordt dus een typisch souvenir.

Vlak na het optreden ging doodleuk het brandalarm ook nog eens af omwille van de vele rook en de tropische zweetdampen, een gepast einde voor een avondje beestige thrash. Een pluim in het poepje voor de organisatie, de bands, de verrukte thrashers, Pitta Deniz II en de mensen die me nadien geholpen hebben om mijn auto terug te vinden. You know who you are! Tot de volgende. Aight!

Links: