Op de vroege zaterdagmiddag van 19 november 2016 is het weer nog wat treuriger dan gisteren en dat blijkt even later heel toepasselijk. Overal in de Posthalle hangen nieuwe tijdschema’s en dat is een voorbode voor slecht nieuws. Headliner Saint Vitus blijkt niet te komen. Een fout met het vliegtuig boeken en het missen van een aansluitende vlucht zorgt ervoor dat de band niet op tijd in Duitsland kan komen. Dat roept wat vraagtekens op, want als je voor één show komt invliegen, dan zorg je toch dat je de dag ervoor aankomt? Ook wel zo handig om een beetje bij te komen van een lange reis. Tevens heb je ook nog wat speelruimte als er iets niet helemaal naar wens zou gaan. Helaas dus een flinke afknapper zo vroeg op de dag. De organisatie heeft daarom besloten om een half uur later te beginnen, iets langere ombouwtijden te nemen en de laatste drie bands extra speeltijd te geven. Dat laatste gaat niet helemaal goed, maar daarover later meer.
Gelukkig is er dan om 14.00 uur de eerste band, die geheel in de traditie een aangename verrassing blijkt te zijn. Het Italiaanse Night Gaunt zorgt voor een portie traditionele doom metal, maar wel met een duister (gitaar)randje. Gitarist Zenn en waar mogelijk ook zanger/gitarist Gc headbangen dat het een lieve lust is, zeker als er sprake is van tempoversnellingen, wat in schril contrast staat tot bassiste Araas, die tamelijk stoïcijns op een vierkante podiummeter blijft staan spelen. Gc laat trouwens ook horen en zien, dat je ook snaren aan kan slaan helemaal boven aan de hals.
Het rauwe randje van Night Gaunt komt uiteindelijk prima tot zijn recht als Gc aan het publiek vraagt: “Are you morbid?” De kenner voelt het dan al aankomen: tijd voor een Celtic Frost-cover als afsluiter van de set. Dethroned Emperor, dat live door Celtic Frost behoorlijk traag wordt gespeeld, krijgt verrassend genoeg een speed-behandeling van Night Gaunt, waarbij zelfs Araas een beetje los komt. Het moet niet gekker worden. Wederom een lekker begin van de dag op Hammer of Doom!
Hierna is het tijd voor een potje oldschool doom vanuit het Verenigd Koninkrijk. De manier waarop Iron Void op Hammer of Doom terecht is gekomen, is curieus te noemen. Ongeveer een maand voor aanvang plaatste de organisatie van het festival een bericht op Facebook, waarin stond dat er nog plaats was voor één band en dat bands zich dus konden aanmelden. Uit de aanmeldingen zouden ze dan de gelukkige band kiezen. Vreemde gang van zaken, maar leuk voor Iron Void, op wie de keuze dus is gevallen.
Het drietal brengt op energieke wijze opzwepende doom middels zeven nummers, waarbij gitarist Steve Wilson met zijn heldere stem, die live erg prettig klinkt, vijf nummers voor zijn rekening neemt. Bassist Sealey, die het publiek regelmatig opzweept, neemt met zijn wat ruigere stem de overige twee nummers voor zijn rekening. Dat zie je tegenwoordig nog maar zelden, een band met twee verschillende leadzangers. Hoewel het geluid in het begin niet geweldig is, verbetert dit gedurende het optreden aanzienlijk en mag na afloop de band een luid applaus in ontvangst nemen.
Apostle of Solitude is toe aan het laatste optreden van een korte Europese tour en is duidelijk ingespeeld. De Amerikanen hadden makkelijk een uur kunnen spelen om het overgebleven gat van Saint Vitus iets te dichten, maar het is de band niet gegund. De band onder leiding van zanger/gitarist Chuck Brown start met Blackest of Times en doet het nummer eer aan, aangezien drummer Corey Webb zijn kickpedaal direct weet te slopen, wat altijd een zwart begin van een optreden is. Opvallend genoeg is dit is niet het eerste drumprobleem van de dag en zal het ook niet het laatste blijken te zijn. Gelukkig zijn medewerkers van de organisatie snel ter plekke en wordt met een nieuw aangevoerd pedaal het onderbroken nummer verder gespeeld vanaf het moment dat het stopgezet werd.
De nummers worden zowel van het debuutalbum als het derde album gehaald, het matige tweede album Last Sunrise wordt genegeerd. Een goede zet, want de gekozen nummers die wel worden gespeeld, worden indrukwekkend gebracht. Hoogtepunt van de set is Lamentations of a Broken Man, waarbij de andere gitarist Steve Janiak de leadvocalen mag doen, zoals hij dat bij zijn andere band Devil to Pay ook doet. Helaas is het na 45 minuten gedaan, eigenlijk veel te vroeg.
Tijd voor een Grieks avontuurtje op Hammer of Doom met Universe 217. Deze band draait al ruim tien jaar mee, maar is bij het doom-publiek niet echt een bekende naam. Waar op het tot dusver uitgebrachte werk links en rechts behoorlijk geëxperimenteerd wordt met geluidseffecten en ritmes, houdt Universe 217 het vandaag gelukkig behoorlijk straight en langzaam. Ook loodzwaar en lekker laaggestemd overigens. Wat als eerste opvalt, is dat gitarist Manos een gitaar met twee nekken bespeelt; á la Jimmy Page, zeg maar. Nog nooit zoiets gezien bij een doomband. Hierna is het echter vooral zangeres Tanya die de aandacht weet te trekken.
Waar ze tijdens de instrumentale stukken vrij schuchter overkomt, verdwijnt dit direct zodra ze haar strot opentrekt. Diep onder de indruk raak ik (en met mij vele toeschouwers) van die rauwe en zeer krachtige stem. Een vergelijking met Janis Joplin is wellicht ongepast, maar toch. Deze stem geeft de band live een extra dimensie. Bassist Nikos moet overigens tussen de nummers zijn aandacht er goed bijhouden, want hij moet zorgen dat de ondersteunende toetsengeluiden op tijd starten en stoppen. Dat gaat steeds maar net goed. Ook hier kunnen we zeggen dat de 45 minuten veel te snel om zijn.
Dark Millennium knalt vervolgens met een dusdanige snelheid uit de startblokken, dat Max Verstappen er jaloers op kan zijn. Het gas gaat er vervolgens nauwelijks vanaf, dus na drie nummers hou ik het voor gezien. Geen flauw idee wat deze band op een doomfestival te zoeken heeft. Tijd om wat te gaan eten.
Uiteraard ben ik ruim op tijd terug, want nu is het tijd voor de band, die gezien het afzeggen van Saint Vitus, eigenlijk doorgeschoven had moeten worden tot headliner, Lord Vicar. De heren hebben van de organisatie meer speeltijd gekregen, maar of dat goed gecommuniceerd is met alle betrokkenen? De internationale band onder leiding van gitarist Peter Vicar trapt af met Breaking the Circle van het uitstekende recente album The Gates of Flesh. Dit album wordt duidelijk gepromoot, want er zullen nog vier nummers van gespeeld worden van de in totaal zeven nummers op de setlist.
Nieuw in de band is bassist Rich Jones, die de bas heeft overgenomen van de tijdelijke invalkracht Sami Albert Hynninen. Hij brengt het er bij zijn eerste optreden met Lord Vicar uitstekend vanaf en er wordt er door de overige bandleden goed bij betrokken. De hoofdrol van de avond wordt echter toch opgeëist door zanger Chritus Lindersson. Zijn klagerig huilende stem heeft nog nooit zo goed geklonken als vandaag. Voor een geintje is hij ook wel te porren.
Als iemand uit het publiek een soort van haarnet op het podium gooit, zet hij deze meteen op zijn hoofd en laat het daar ook geruime tijd zitten. De foto spreekt voor zich. Met de doomklassieker in wording, Leper, Leper, wordt de set dan onverwachts afgesloten, aangezien daarna de outro klinkt. Hoezo langer spelen, als geluidsmensen dit schijnbaar niet hebben meegekregen? Lord Vicar keert helaas niet meer terug op het podium. Het lange wachten op Antimatter kan beginnen.
Wie Antimatter zegt, zegt Mick Moss. De “band” is opgericht in 1998, tezamen met (voormalig) Anathema-bassist Duncan Patterson, maar hij is sinds 2004 eigenlijk het enige bandlid. Muzikaal is de band een soort van kameleon en verandert de muzikale koers met ieder album. Maar de stroming doom is niet echt terug te vinden. Op dit moment kan de band het best als alternatieve rockband met een donker randje omschreven worden. Qua songs kiest de band vanavond gelukkig voornamelijk wat langzamer materiaal, maar toch. Veel cleane passages en elektronische toevoegingen hebben de overhand.
De tweede gitarist speelt ook regelmatig gitaar met behulp van een EBow. Het Pink Floyd-gevoel gaat naarmate de set vordert steeds meer overheersen. Die aap komt dan uiteindelijk ook uit de mouw, als een uitgeklede versie van Welcome to the Machine ten gehore wordt gebracht. Op zich een prima optreden, maar de twijfel overheerst of zo’n lichtvoetig optreden nu echt gewenst is op Hammer of Doom. Naarmate het optreden vordert, wordt het toch langzaam maar zeker een stuk rustiger voor de mengtafel.
Na afloop van Antimatter houdt een eerste groep toeschouwers het al voor gezien en vertrekt. Op het programmeren van Samael was vooraf al een hoop kritiek gekomen, maar dat deze band mag afsluiten op een festival als dit, is te zot voor woorden. Niets, maar dan ook helemaal niets heeft deze band te zoeken in de Posthalle. Begonnen met black metal en inmiddels geëvolueerd tot elektronische industrial metal, waarbij zelfs het grootste deel van de drums elektronisch gaat, is dit een aanfluiting op Hammer of Doom. Dat staat uiteraard wel los van de muzikale kwaliteiten van de heren.
Gitarist Makro, gitaarspelend met zwarte handschoentjes(!) aan, heeft wellicht de oplossing gevonden voor de zwartepietendiscussie. Half zwart en half wit geschminkt, is dit een mooi compromis. Gaandeweg het optreden houden echter steeds meer mensen het voor gezien en blijft er voor het podium uiteindelijk een groepje van een kleine 200 man/vrouw over. Dat kan nooit de bedoeling zijn van een headliner.
Stof tot nadenken voor de organisatie met betrekking tot de volgende editie. Naar mijn idee zou het gewoon weer terug moeten naar de basis, dus doom-bands voor doom-fans. Of doop de naam om tot Hammer of Metal, om maar eens iets te noemen. Dan kun je nog meer bands programmeren die niets met doom te maken hebben. Ik wens de organisatie daarom veel wijsheid.
Foto’s:
Vitus Frank
Links: