Graspop Metal Meeting 2016: zaterdag
18 juni 2016, Dessel
Dag twee op Graspop en ik weiger dit keer de bus te nemen, dus parkeer ik de wagen op wandelafstand van het terrein. Het is op de weg net iets te druk en het duurt net te lang om op te tijd te zijn voor het Belgische Bliksem op Mainstage 1. Ik hoor nagenoeg de ganse set van op straat, maar tegen dat ik de inkom door ben, zie ik zangeres Peggy van het podium stappen. Erg jammer, maar het is niet anders.
Net te laat voor Bliksem, maar dat betekent ook dat ik net op tijd ben voor de set van Secrets of The Moon. Ik was vol lof over de laatste langspeler van deze Duitsers en ik wou wel eens zien hoe de nummers live klonken. Al snel wordt duidelijk dat ook vandaag het geluid in de Marquee weer het gewenste niveau niet haalt, maar toch weet deze band de kleine groep mensen te boeien met deze bezwerende black metal. De toppers No Colours, Dirty Black en Hole van de vorige cd worden gebracht en vooral bij de laatste track krijg ik ondanks het matige geluid toch kippenvel. Deze band, en vooral zanger sG, zorgt ervoor dat ze het gevoel van het laatste meesterwerk ook uitstraalt op podium. Beklemmende clean vocals, maar ook met een pakkende duisternis in de vocalen op tracks van de voorgaande albums. Vooral die Serpent Messiah kickt lekker in zo knal na de middag. Een lekker concert met uitstraling van een band die, naar mijn gevoel, net een monument van een plaat heeft afgeleverd.
Tijd voor een band die ik een dikke week ken en waar ik later op de dag nog een gesprek backstage mee heb. Collibus staat voor de tweede keer op Graspop zonder label, dus wekt dat wel even mijn interesse. Een aardig gevulde Metal Dome wacht de Engelse band op en het mag duidelijk zijn dat het publiek niet teleurgesteld wordt. Het geluid zit goed en de band brengt een knallende set vol progressieve grooves en een zekere Nevermore-stempel. Aan het roer van de band staat zangeres Gemma en haar krachtige stem maakt deels goed dat ik vandaag Peggy van Bliksem heb moeten missen. Vol overtuiging voorziet ze de nummers van krachtige zanglijnen en het komt geen enkel moment bij me op om ook maar één nummer voor het einde van de set te vertrekken. Het zit dus niet enkel goed met de sound en de performance, de muziek van deze Britten blijft ook boeien en dat is lang niet evident op dit festival. Volgende keer ook eens openen op Mainstage anders?
Tijd voor wat Nederlandse trots met cultband God Dethroned in de Marquee. Net als Legion of The Damned op FortaRock brengen deze heren een potje muziek waarbij een iets mindere sound niet meteen een ramp is naar mijn gevoel. Dit is over het algemeen rauw en koud, met zwarte death of deathrash die prima weerklinkt. Zowel oud materiaal, zoals Under a Silver Moon van op The Grand Grimoire als No Man’s Land van Passiondale worden gebracht en live klinkt zowel het oude als het nieuwe lekker in de oren. Enkel een episch nummer als Soul Capture 1562 hoefde niet op dit festival, maar het verandert niets aan het eindresultaat. Hulde aan deze Nederlanders en hun prima discografie. Een band die op Graspop zonder twijfel thuishoort.
We doen nog eens gekken op dit metalfestival met de Amerikanen van Pennywise. Waarom ook niet? Je weet dat het laatste nummer van de set altijd de hele wei mee doet zingen, op eender welk festival, en een potje anarchie mag altijd. Ik word zelfs aangenaam verrast als ik merk dat oude nummers als Pennywise en My Own Way nog steeds gespeeld worden en gek genoeg ken ik de teksten nog steeds. Het legendarische Fuck Authority brengt een smile op mijn gezicht, maar over de ganse lijn klinkt het geluid op Mainstage 2 erbarmelijk in de oren. Met de laatste nummers die de band speelt verplaats ik me naar de linkerkant van het podium zodat ik recht voor Mainstage 1 sta en hier is het geluid echt een pak beter. Het maakt dat ik van afsluiter Bro Hymn kan genieten en terwijl ik me rustig een weg naar achteren baan op dit lied valt het ook op dat echt iedereen meeroept. Zelfs mensen van achter de Marquee zingen mee. Een fijn idee toch, zo’n gekke punkrockband met een cultlied in het midden van deze zaterdag?
Maar ik laat dat jolige sfeertje duidelijk achterwege als ik de Marquee binnenstap voor een van de beste optredens op Graspop 2016. Anno 2008 had ik het Zweedse Shining afgeschreven, maar wat is het fijn dat je bands een tweede kans kan geven. Het kwam niet echt door de muziek, hoewel VI- Klagopsalmer en VII: Född Förlorare nooit echt indruk op me maakten. Het kwam vooral door aandachtstrekker Kvarforth die echt te ver gegaan was toen ik hij in Aarschot Maniac van Mayhem stond af te likken en niet meer met zijn hand uit zijn eigen broek kon blijven. Het schokeffect werd wansmakelijk en puberaal, maar Shining is duidelijk volwassen en professioneel geworden. Opener Vilja & Dröm en Framtidsutsikter van op de laatste full-length laten meteen een band zien die er staat, met een Kvarforth die nog steeds zichzelf is, maar wel een professionele indruk nalaat. Het maakt dat deze black metal niet enkel een unieke stempel draagt, maar ook een diepe en donkere ziel uitstraalt. Heerlijk dat ik Submit To Self-Destruction van Angst nog eens kan horen, alsook wat materiaal van topplaat Halmstad. Toch maakte het niet zozeer uit van welke plaat de nummers afkomstig waren, aangezien het totaalplaatje klopte, mede door de fles whiskey en de interactie van Niklas met het publiek. “Are you having a good time? Well, this is where we shake that feeling.” Wat een mooie paradox levert Shining toch weer, dat je zo intens kan genieten van melancholische muziek met een briljante diepgang. Ik ben in elk geval opnieuw fan.
Kvarforth zei dat we moesten genieten van Paradise Lost, dan doen we dat maar. Door het gesprek met Collibus mis ik wel een behoorlijk deel van de set, maar ik ben vanaf Dead Emotion wel terug van de partij. Deze Britten hebben hun plaats als topper in het melancholische landschap nog eens bevestigd vorig jaar met The Plague Within, waarvan ik Return To The Sun en het machtige Beneath Broken Earth nog te horen krijg. Zanger Holmes wisselt op meesterlijke wijze af tussen stevige grunts en zijn heldere zangpartijen en zorgt er op die manier voor dat deze gothic doomband geen tel verveelt. Een compleet andere diepgang dan voorganger Shining, maar wat gaat deze logge en uitgebalanceerde metal diep. Even een mopje van Holmes dat hij zich als Axl Rose bij AC/DC voelt, moet kunnen. De rest van het optreden zorgt al voor genoeg melancholie. Jammer dat ik een deel moest missen, want het geluid zat ook dit keer mee binnen de Marquee.
Met Testament komt het bij me op om die VIP-stand op Graspop maar eens te proberen en met dit drassige plein blijkt het de ideale plek om er even flink voor gaan te zitten en toch elke seconde van dit optreden te volgen. Niet dat ik de kans hiertoe krijg, want de planners van het festival zijn erin geslaagd om heel wat bands met elkaar te laten overlappen. De thrashers onder leiding van Chuck Billy staan dus al even op podium als ik goed en wel in de VIP ben beland en aangezien ik het optreden van Kadavar volledig wil zien, kan ik ook niet al te lang blijven. The Preacher en Into The Pit leveren echter nog eens het bewijs dat dit de beste Bay Area thrashband aller tijden is (of was) voor mij.
Voor velen zal het beste optreden op Graspop Iron Maiden, Black Sabbath of (onterecht) Slayer geweest zijn, maar de mensen die om half zes op zaterdag in de Metal Dome stonden, hebben daar misschien wel een andere mening over. Naar mijn gevoel was het Duitse Kadavar dé band van het weekend en de reacties van het publiek leken dat te beamen. Ooit begonnen ze als doomband, maar dat straatje verlieten deze drie heren al snel. Vandaag brengen ze stomende vintage rock die ze met uitstraling en op vrij unieke wijze overbrengen. Het drumstel van Tiger staat mee op de voorgrond en al gauw valt op waarom Kadavar deze opbouw hanteert. Zowel zanger/gitarist Dragon als drummer Tiger headbangen alsof hun leven ervan afhangt op deze erg zwierige rock ‘n’ roll en het geluid is eindelijk eens prima. Alle instrumenten komen duidelijk naar voren in de gelaagdheid van de sound en op die manier is de trip compleet. Het publiek geniet zichtbaar van elke track, terwijl ik op voorhand dacht dat alleen The Old Man en Last Living Dinosaur een impact zouden hebben omdat ze reeds in clipvorm gegoten waren. Niet dus, want ik denk dat het merendeel in de tent niet echt op de hoogte was van de muziek van deze heren uit Berlijn en naar deze tent kwam uit nieuwsgierigheid. Ze werden beloond met een adembenemend concert waarbij het genieten was van elke noot, drum- en zangpartij. Gelieve deze band onmiddellijk terug te boeken, Graspop. Dit is jullie Twisted Sister-act uit 2013 waar jullie de volgende jaren heel wat bezoekers mee zullen trekken.
Jammer uiteraard dat veel van de betere bands op hetzelfde tijdstip geprogrammeerd stonden, maar als je van heel wat genres houdt dan neem ik aan dat dit probleem altijd het geval is op Graspop. Ik mis zo het grootste deel van de set van Dropkick Murphys uit Boston en dat is jammer, enerzijds omdat het tien jaar geleden was dat ik de heren aan het werk zag, maar anderzijds ook omdat het einde van de set uitmuntend klonk. Het geluid (of de wind) staat goed en zowel tussen de massa als op de VIP genieten/dansen mensen mee met de vrolijke Amerikanen en hun Ierse punk. Het feestje is reeds beland bij The Boys Are Back, maar opvolger Rose Tattoo is één van de hoogtepunten van deze zaterdag voor mij. De massa brult mee, de akoestische partij klinkt prima en de mensen rondom mij en ikzelf genieten van dit heerlijke lied. De band gooit er nog enkele nummers met meer kracht in en sluit af met I’m Shipping Up To Boston. Fijn om te weten dat deze heren na al die jaren nog steeds even grote feestjes kunnen bouwen.
Satyr houdt woord en dat betekent dat tussen half acht en half negen Nemesis Divina weerklinkt in de Marquee. Een memorabele gebeurtenis, want Satyricon neemt ons niet enkel twintig jaar terug de tijd in, de band speelt ook nummers die live amper of nooit vertoond zijn. Jammer dat het bij opener The Dawn of a New Age nog wat zoeken is naar het juiste geluid, want eigenlijk vind ik die track één van de betere op Nemesis Divina. Het is duidelijk dat deze terugkeer in de tijd ook erg wennen is voor de band, want het lijkt allemaal iets minder vlot te gaan dan we gewoon zijn. Of is het gewoon dat Satyr problemen heeft met zijn show omdat deze tracks nu eenmaal iets minder catchy en rechttoe rechtaan klinken? Bepaalde momenten van Forhekset en Du Som Hater Gud lijken op die manier wat flauw gebracht op vlak van performance, maar het is wel fijn om de band deze nummers eens te zien en horen spelen. Mother North is de track die iedereen kent en het publiek even alerter maakt, maar voor een keer eindigt de set eens niet met deze track. Satyr voert een lange (ietwat arrogante) redevoering over het belang van de plaat en roept op tot agressie op de drie toegiften Black Crow on a Tombstone, Fuel For Hatred en K.I.N.G.. Lachend roept de trotse frontman ons na afloop toe dat we nu wel naar huis kunnen gaan, want dat het erop zit. Dat gaan we dus niet doen, want er volgt nog wel wat lekkers.
Niet dat ik Ghost echt om van te smullen vind, maar ik kan het niet laten liggen. Ik moet ook toegeven dat de band heel wat in mijn achting gestegen is sinds de laatste full-length. Het klinkt nog steeds veel te flauw in mijn oren, maar de catchy nummers, het concept en de sfeer kan ik wel waarderen. De eerste track die ik te horen krijg (aangezien het weer deels overlapte met Satyricon), is Cirice en ik ben er blij om dat ik die song niet gemist heb. Toch wel één van de betere nummers op de plaat, met prachtige clip en krachtige boodschap. Deze wordt opgevolgd door de topper Year Zero, maar in tegenstelling tot de zaalshows lijkt de massa de woorden “Hail Satan” in mindere mate mee te brullen. Jammer, maar het blijft ondanks die fletse vocalen een steengoed nummer. He Is moet er natuurlijk ook bij zijn, en het is best fraai om te zien hoe Papa Emeritus III en zijn Nameless Ghouls de massa kunnen betoveren met dit diepgaande nummer. Ongetwijfeld één van de betere Ghost-tracks ooit. Na het ietwat stevigere Mummy Dust is het na een schitterende toespraak van de frontman over het aanbidden van Satan en het vrouwelijke orgasme tijd voor de afsluiter Monstrance Clock. Een erg fraaie show, maar muzikaal blijven bepaalde stukken wat te taai voor mij. Ghost krijgt op die manier anno 2016 van mij het label ‘flauw maar stijlvol’ aangemeten.
Tijd voor Slayer en voor het eerst in mijn leven beslis ik om eens goed te gaan zitten voor deze band in de VIP, waar ik alles ook prima kan volgen. Het eerste dat kan gezegd worden is dat Gary Holt alle lof verdient voor zijn gitaarkunstjes, maar wel jammer dat hij als enige te horen is tijdens de eerste vier of vijf nummers. Tom Araya mag dan enthousiast overkomen in zijn bindteksten, een van de struikelblokken blijft het gebrek aan inleving van Araya en King op het podium. De heren weten dat de wei volstaat voor hun muziek en lijken minder op te gaan in de nummers; enkel in Holt lijkt wel wat beweging te zitten. Op vlak van de setlist start het stevig met titeltrack Repentless en duiken even later ook Postmortem, War Ensemble en Mandatory Suicide op. Hoewel de nieuwe tracks het niet slecht doen, is het naar mijn gevoel nog steeds wachten op het oudere bekende en uiteraard Black Magic. Enkel kan ik niet zeggen dat Slayer me met de prestatie die ik vandaag zag ook echt heeft weten te boeien.
Op het eind van de avond moet ik nog een zware keuze maken. Gojira zag ik reeds op FortaRock en daar speelden de Fransmannen de ganse tent plat. Ongetwijfeld zou dat ook op Graspop gebeuren en daarom blijf ik nog even staan om het begin van de set te aanschouwen. Nightwish speelt echter op Mainstage 2 en ik heb dus eindelijk de kans om Floor Jansen eens aan het werk te zien in deze Finse sprookjesband. De storende factor ter hoogte van Mainstage 1 was de versterkte basdrum, waardoor elke versnelling ook meteen alles overstemde. Het valt op dat de band zich beperkt tot de laatste twee albums tijdens het eerste deel van de set. Het zwierige Storytime passeert en het fijne Élan, maar iets later ook het Iers getinte I Want My Tears Back. Wishmaster behoort dan weer tot de toppers die niet gespeeld worden. Misschien hier en daar wat bedenkelijke keuzes, maar het voornaamste is dat de band er staat en Floor zich prima heeft gevonden in de muziek van de Finnen. De stukjes van Anette heeft ze veel beter gemaakt en zelfs in de partijen van Tarja vindt ze haar weg, al klinkt Nemo iets minder sprookjesachtig. Ook fijn dat de band wat traditionele instrumenten voorziet om te gebruiken bij nummers als I Want My Tears Back.
Na Nemo weet ik dat de setlist er bijna opzit en baan ik me door de regen een weg naar de auto. Het was een drukke dag en ik zou op zondagmiddag graag terug zijn, dus kies ik ervoor om niet te blijven voor Abbath. Ongetwijfeld een machtige show, maar die mocht ik dit jaar al twee keer aanschouwen.
Link: