Fortarock XL 2013

Fortarock XL 2013

Zaterdag 1 juni, Goffertpark Nijmegen



forta banner

Begin deze maand was een klein deel van de Zware Metalen- redactie aanwezig op het immers ruim besproken Fortarock XL. Achteraf bleken er zelfs meer aanwezig dan dat ondergetekende er tegengekomen is. Een bescheiden metalfeestje, te wijten aan de line-up. Echter groots aangepakt, misschien wel wat té groot. Hieronder een verslag, geschreven en samengevat door Kris (KH), Willem (WM), Bart (BA), Rob (RC), Michel (MP) en ondergetekende; Martijn (MK). Met dank aan onze huisfotograaf Gerard voor de meeste van de foto’s.

FORTAROCK panorama

Voor velen is het verhaal van de lange files die ontstonden rond Nijmegen bekend, ook voor mij. Ergens aan het einde van de set van Delain kwam ik pas binnenvallen, terwijl ik toch ruimschoots op tijd thuis vertrokken was. Zo begon de dag een beetje met een domper. De zon was ook ver te zoeken, die zou pas tegen acht uur ‘s avonds weer opduiken, dus ik was al lang blij dat ik me in dubbele bovenkleding had gehesen. En jeetje, wat was Fortarock dit jaar groots opgezet.

Fortarock tijdschema

Wie vroeg genoeg was om de file te vermijden kon op de Monster Energy-stage genieten van de Belgische cultgroep Amenra. De heren waren één van de headliners op Roadburn, maar stonden op Fortarock XL misschien niet helemaal op hun plaats. De post-hardcore/sludge van de band is gemaakt voor kleine zalen en donkere bossen, niet voor een halfgevulde tent rond het middaguur. Amenra liet het niet aan zijn hart komen, de band bracht een intense show, geholpen door een perfecte klank. Alle instrumenten kwamen goed tot hun recht, met daarbovenop de getormenteerde screams van Colin Van Eeckhout, die zoals steeds het grootste deel van de show met zijn rug naar het publiek gekeerd bleef. Niet iedereen kon de zware sludge van Amenra op prijs stellen, maar na de monumentale afsluiter Am Kreuz waren toch heel wat Fortarockers zwaar onder de indruk. Smaakt naar (veel) meer! (WM)

Het was nog vroeg in de middag, maar toch werd het al aardig druk voor het podium op het moment dat Delain opkwam. Ze stonden al op de eerste editie van Fortarock en voor dit jubileum deden ze dat nog eens over. De show stond vooral in het teken van We Are the Others, waarvan de meeste tracks gespeeld werden. Vroeg in de setlist kwam ook Go Away voorbij (“Maar voel jullie vrij om te blijven!”) en tegen het einde werden er nog wat nummers van Lucidity ten gehore gebracht. Maar, het is duidelijk waar voor Delain de focus lag. Doordat er zoveel nieuwe songs gespeeld werden, was het optreden niet heel gevarieerd, maar de band was goed in vorm. Een groot deel van het publiek leek deze nieuwere nummers ook al goed te kennen, aangezien er volop meegezongen werd. Al met al was Delain een mooi begin van de dag. (RC)

Ook ik (BA) slaagde er niet in om Amenra mee te pikken dankzij de twee uur die de laatste vijf kilometer in beslag namen. Zeer teleurgesteld slofte ik dan maar naar de
Enslaved-tent, zoals ik het terstond herbenoemde. De schrik zat er bij mij in, want de laatste keer dat ik de band zag was het krampachtig genieten geblazen met de schitterende nummers en de breekbare cleane zang. Deze keer was het er direct vlam op. Thoughts Like Hammers van het nieuwe album, meteen kippenvel. De overgangen, de progressieve spacerock, de cleane vocalen en de raspscream… tranen bijna in de ogen. Schitterend! Bij Ethica Odini wais het zo mogelijk nog intenser. Meezingen uit volle borst, net als de meerderheid van de eerste rijen. Tranen van esthetisch geluk. Beter werd Fortarock niet meer in 2013 voor mij. Ook Roots Of The Mountain was behoorlijk diepgaand, al was het soms even knijpen bij de cleane zang wanneer die over moet slaan in de refreinen. Convoys to Nothingness bracht ons terug naar de narcotische dagen van Enslaved: pure trip-black, ook live, dat mochten ze voor mijn part meer gedaan hebben. Enslaved sloot af met ISA, waarop het volk uitbundig reageerde. Het was natuurlijk de hit van Enslaved, maar ik had liever Svarte Vidder of iets van Below The Lights gehoord. Hoe dan ook, beste optreden van de dag, met afstand. (BA)

Audrey Horne is wegens de verkeersproblemen aan dit verslag ontsnapt. Enslaved was de eerste band die ik (MK) zag en beluisterde, waarna ik me me tussen de massa schaarde die bij het hoofdpodium op Textures stond te wachten. De band kwam er last minute bij op het affiche omdat Five Finger Deathpunch door omstandigheden afhaakte. Ik heb het een paar nummers geprobeerd, maar de innovatieve band kon me niet echt bekoren. Veel mensen rondom mij wisten nog niet eens dat Textures uiteindelijk nog op het programma terecht was gekomen, toch wist de band een flink deel van het bezoekersaantal enthousiast te krijgen. Enkele songs die de band speelde; Regenesis, Stream Of Consciousness, Singularity en Awake. Het geluid was overigens prima te noemen, overal rondom het hoofdpodium was de band goed te horen. De band speelde met vol enthousiasme, want een kans als deze konden ze niet laten schieten natuurlijk!

FRpresents:

Tijdens Entombed sta ik met Bart een beetje te lolbroeken vlakbij de stand van een niet nader te noemen ander muziekinstituut, al luisterend en kijkend naar de old school deathmetallers. Geluidsfragmenten van iets met gitaren en enthousiast publiek komt onze kant opgewaaid. Het geluid is best goed afgesteld toch, zo horen we klassiekers als I For An Eye en tracks van het roemruchte album Left Hand Path voorbijkomen, duidelijk hoorbaar. Toch trekt Heaven Shall Burn op datzelfde moment meer kijkers bij de Monster Energy-tent. Vanaf openingsknaller Endzeit wordt er luidkeels meegebruld, in het rond gemept en de tent kan het toegestroomde volk amper aan. Dit probleem (het formaat van de tenten) werd gedurende de hele dag toch ernstig zichtbaar. Maar ach, Heaven Shall Burn is schijnbaar voor sommige mensen (lees; fans) toch het hoogtepunt van de dag geweest! (MK)

Airbourne’s laatste album Black Dog Barking werd hier op Zware Metalen redelijk goed ontvangen. De band die bekend staat als copycat van AC/DC stond in de middag op de mainstage. Catchy hardrock, maar een echte kloon van de beroemde mede-Australiërs? Vind ik niet. De band weet vooral goed het publiek te vermaken, hoogtepunt hiervan is wanneer Joel O’Keefe de stellage links van het podium beklimt tot aan de top en op één van de hoogst denkbare plekken van de mainstage het publiek toeschreeuwt. Ik (MK) sta ruim van tevoren bij het kleinste podium, de Jägermeisterstage, op Finntroll te wachten. In het begin van dit jaar deed ik nog een interview met zanger Mathias en mocht ik de laatste release recenseren een paar weken geleden. Groot was de teleurstelling echter toen Finntroll opkwam. Ten eerste kwam de band niet goed tot zijn recht in het daglicht op zo’n klein podium met weinig mogelijkheden. Ten tweede had ik, zeker na het interview en de toen voorspelde vooruitzichten, gehoopt op een pakkende show. Of het lag aan de linkerkant van het podium weet ik niet, maar de toetsenpartijen die de nummers van Finntroll kunnen maken of breken waren niet zo goed hoorbaar als dat ze zouden moeten zijn. Verschillende nummers van Blodsvept passeerden, maar op dat moment bedacht ik me ze liever op cd te horen. Mits de show op een groter podium een groter spektakel garandeert, zie ik Finntroll vooralsnog liever optreden in de oude stijl, in berenvellen en trollenkostuums. De opgeplakte oren die ze on stage droegen deden me meer denken aan een kopie van Mortiis.

FRfinntroll

Mastodon is zeker niet mijn (BA) favoriete band. Op Werchter Boutique was het een slaapverwekkende bedoening, vooral door de verzengende hitte. Op Fortarock ligt de temperatuur nog net iets lager. De heren begonnen met Black Tongue en de meute vond het prima zo. Toch zag je het ene na het andere duo blikken uitwisselen met een opgetrokken wenkbrauw, soms zelfs met twee. De reden daarvoor is het geluid van de zang, dat werkelijk nergens over ging. Het enige wat te horen was, was een miauw-klank. Dan zat het gitaargeluid toch een stuk beter, tot in de progrock-riedels. Ook het drumgeweld kreeg veel respons, elk ritme werd netjes nageaapt door de vele vrouwen in het publiek. De meeste respons leek er te komen bij Megalodon en Crack The Skye, al was ik persoonlijk vrij blij dat ze met The Sparrow eindigden.(BA)

Op de mainstage krijgen de oude vandagen van Motörhead bijna alle aandacht omdat het tijdschema hier ineens minder overlapte. Nu is Motorhead al niet meteen de meest beweeglijke band op deze planeet, maar wat ze hier van bakten was beneden alle peil. Lemmy was ofwel compleet bezopen ofwel apestoned (of erger), maar enig niveau haalden de mannen nergens in hun set. Buiten wat ongeïnteresseerd staan kauwen bakte ook Phil er op gitaar niet veel van. Hij stond meer naar Lemmy te kijken dan dat ‘ie enig contact met het publiek zocht. Toen ook Ace Of Spades veel te traag werd ingezet en daarna vakkundig de nek werd omgedraaid, hoefde het voor mij niet meer. (BA)

Bij Amon Amarth wilde ik graag vooraan staan. Wegens consumptie-gerelateerde redenen verkoos toch maar een plekje aan de zijkant. Ook nu puilde de tent weer uit, nog meer dan bij de vorige bands. Blijkbaar is de discutabele viking death metal van Amon Amarth retepopulair. In een euforische stemming hoopte ik al mijn favoriete nummers voorbij te horen komen, maar miste ik songs als Tattered Banners And Bloody Flags. Dit werd enigszins goedgemaakt door andere gespeelde krakers en werk van het nieuwe album Deceiver Of The Gods. (MK)

FRamon amarth

Vanuit de massa voor het podium werd eens te meer duidelijk dat dit gezelschap de gemiddelde festivaltent al lang ontgroeid is. Ook op Fortarock werd je vanaf het begin platgedrukt door een enthousiaste massa Vikingliefhebbers. De band stak meteen het vuur aan de lont met War of the Gods en de meezinger Pursuit of Vikings (waar ze normaal mee afsluiten). Daarna zakte het concert wat in, de nieuwe nummers van Surtur Rising en Deceiver of the Gods, het titelnummer van hun nieuwste werden door het publiek maar lauw onthaald. Bovendien oogde de band redelijk vermoeid en haalden de tussenteksten van Johan Hegg de vaart uit het concert. De meezingerronde bestond ditmaal uit Death in Fire, Twilight of the Thunder God en Guardians of Asgaard, zodat het optreden wel sterk afsloot. Toch was ik al met al teleurgesteld, dit was bij voorsprong het minste Amon Amarth-optreden dat ik heb gezien. Volgende keer beter, en liefst met wat meer ouder werk. (WM)

Kreator is net als Motörhead een band die we al onnoemelijk veel keren mochten zien, onder meer reden om een verslag ditmaal te laten vallen voor een andere band. Bijvoorbeeld Volbeat. Alle kritiek over de plaatsing van de Denen in de line-up terzijde, ik ben fan. Dit zou mijn eerste Volbeat-concert worden en dagen van tevoren had ik al natte dromen. Helaas werd dit niet de beleving die ik hoopte. De setlist was wel erg braaf te noemen en vele hardere nummers (die hebben ze ook) die het concert meer hadden kunnen laten knallen ontbraken. Eén van de meest rockabilly-georiënteerde nummers, 16 Dollars, nodigde het publiek het meest uit tot een feestje en ik moet zeggen; het publiek was gedurende het hele concert erg enthousiast. Voor de meer “mainstream”-mensen was de setlist dan misschien ook een beste keuze, ik vond dat de band er meer uit had kunnen halen, zeker door wat meer ouder werk óók te spelen. (MK)

FRVolbeat

Opeth. Persoonlijk vind ik dit geen festivalband (vijftig minuten betekent gemiddeld vijf nummers voor deze band), maar ik was wel blij ze nog eens te kunnen zien. Gelukkig zat het met het geluid best snor, waardoor de complexe muziek goed uit de verf kon komen. Frontman Mikael Akerfeldt leek weggelopen uit één van de jaren ’80 progbands waar Heritage op gebaseerd is.

FROpeth

Gelukkig kwam The Devil’s Orchard live goed uit de verf, het werd met meer energie gebracht dan op plaat. Met Ghost of Perdition bracht de band aansluitend een van hun klassiekers, om daarna vol door te gaan met het beenharde Heir Apparent. Vreemd genoeg koos Opeth met Hope Leaves en The Lines in my Hand hierna voor twee “zachte” nummers, waar grote delen van het publiek niet op hadden gerekend. Heel mooi gebracht, maar het volk stond er wat bedeesd naar te kijken. Met het epos Deliverance sloot de band de eigenzinnige set toch nog af met een knaller. Fijn optreden, maar met de bijzonder flauwe bindteksten van Mikael heb ik het ondertussen wel gehad en het publiek had ook wat energieker mogen reageren. Volgende keer toch maar in een zaal gaan zien. (WM)

FRHatebreed

Hatebreed mag voor de afsluiter Rammstein ook nog even zijn kunstje doen. Een kunstje is het, want de set en de show is niet echt aan verandering onderdanig. Zelfde show, andere dag. Toch gaat de massa weer massaal op de been, wordt er flink gemosht en Jamey Jasta en zijn mannen van Hatebreed zetten weer een uur lang een professionele show weg. Tijd voor de afsluiter! (MK)

Ta da tadada. Ta da tadada. Ta da tadada. Op dat openingsritme van Ich Tu Dir Weh vuurde drummer Christoph vuurpijlen uit zijn stokken, die een perfect aansluitend verlengstuk kregen via vuurwerk dat van achter het podium afging. Wanneer het blinderende doek precies op de climax van de pompende openingsriff valt is de triomfmars van Rammstein begonnen. De festivalshow was net iets anders dan de zaalshows van vorig jaar. Het machinale podium was grotendeels hetzelfde: vier kolossale lichtcilinders, ingebouwde loopband voor de immer spastische dansjes van synthmeister Flake, rood oplichtende logopoort middenin en dezelfde motiefdoek die zonet gevallen is als oorspronkelijke achtergrond. Later zou ook dat massieve stoflaken vallen en zal zich een soort rotsfabriek onthullen.

Een tweetal nieuwe showelementen. Tijdens de Rammstein-intro (die ombuigt tot Bück Dich) hangt er een sensor-aangedreven vlammenwerper aan de gitaren. Die reageerde telkens er een plectrum over een snaar ging, zodat beide gitaristen elkaar lachend onder ritmisch vuur konden nemen. Als inleiding op Fritzl-song Wiener Blut daalde er een futuristisch verlichte kooi neer tot net boven de drums. Dat ding ontvouwde zich gedurende de show en pas op het einde zag je dat het ‘t bekende R+-logo is, dat – uiteraard – in de fik ging. Was de rest dan voorspelbaar? Welnee, de perverse expressies van zanger Till en de hilarische vete tussen hem en Flake is altijd een geweldig stuk theater, dat in volle hilariteit uitmondt in de sketch Mein Teil en het penetratiemoment van Bück Dich. Uitgerekend die twee heren zouden later de weide muisstil krijgen met kippenvelballade Mein Herz Brennt. Flake op een koperen piano waar rook en wit licht uitkwam, Till (al de hele show fabuleus bij stem) met intieme strofes en dragende crescendo’s.

Intussen waren de stampende machtsontplooiingen al niet meer te tellen. Een brachiale soundtempel liet alleen tijdens Benzin de gitaren even ontsnappen. De hydraulische marcheerriff van Links 2, 3, 4, het gierende inferno dat losbarstte nadat de kruisboog de ontspanningsdraden boven het publiek raakte tijdens Du Hast en de schuimende reuzenpenis in Pussy, vlammenzuilen die van overal kwamen… de Berlijnse oppermeesters van de industrial metal verspilden geen tijd tussenin en walsten Fortarock gewoon plat. Andermaal een perfect uitgevoerd audiovisueel livespektakel! (KH)

Al met al niet het meest spectaculaire festival van dit jaar, door omstandigheden. Althans, niet voor iedere bezoeker. Samengevat kunnen we concluderen dat er voor de Zware Metalen-liefhebbers te veel “normaal” volk rondliep, maar de hoeveelheid achterafgejank die hierover ontstaan is, moet met een korreltje zout genomen worden. Je weet waar je voor hebt betaald, de risico’s waren aanwezig. Veel bezoekers, tienduizenden, het immense park grotendeels gebruikt. Volgend jaar zal de organisatie wederom het Goffertpark benutten, al zal het festival niet meer de naam ‘XL’ er achter geplakt krijgen. Wel wordt het groter dan in 2012 te park Brakkestein. (MK)

audience

Wat zagen en klagen over een festival, het hoort er nu eenmaal bij. Soms terecht, vaak onterecht. Maar aan dit Fortarock XL schortte toch het één en het ander. Misschien dat de schaalvergroting naar 50.000 bezoekers meteen iets van het goede te veel was, geen idee. Over het fileleed is ondertussen al veel geschreven, dus dat laten we nog even terzijde. Ander leed dan maar. Als je drie podiums voorziet moet het toch echt zo moeilijk niet zijn om het tijdschema zó op te stellen dat je ergens een volledige set kunt meepikken. Neen dus, overal overlappingen. Ergerlijk is dat, temeer daar die drie podiums zo waren opgesteld dat als je wat meer naar achter stond, je ook kon meegenieten van het lawaai van een ander optreden. Niet dat het geluid schitterend was. Aan de mainstage stond nu eenmaal veel wind, dus waaide veel van de klanken al eens weg. Dat in combinatie met het veel te stille volume (geluidsnormen?) maakte het vaak niet te genieten. Ook de inplanting van de Jägermeisterstage was kortweg een ramp. Veel te smal en vaak compleet onbereikbaar. Ook onbereikbaar waren de drankstands. Vier drankhokjes met zes personeelsleden erin voor 50.000 dorstigen? I rest my case. Vooraleer ik stop met klagen toch nog één ding. Het inplannen van acts als Volbeat en Rammstein hebben als gevolg dat daar ook hordes niet-metalfans op afkomen. Als het resultaat dan moet zijn dat die kakkers er niet tegen kunnen dat ware metalliefhebbers zich eens dapper uitleven en ze daar vervelend over gaan doen, moet heel deze opzet misschien eens herbekeken worden. (MP)

Links: