Het toetje aan het einde van het festivalseizoen is gratis én divers. Baroeg Open Air, het jaarlijkse tuinfeest van het heerlijke Rotterdamse poppodium, trok dit jaar tienduizend bezoekers, eenentwintig bands verdeed over vier podia en een lekker weertje. Black Swan (BS) en Ghostwriter (G) struinden het terrein af met een bloknoot, Lonneke Prins met een camera.
Drie van de vier leden van de lokale punkband Die Nakse Bananen verschijnen in een bananenpak op de Main Stage. Blijkbaar heeft alleen gitarist Nak een fruitallergie. Het is al gezellig druk in het Zuiderpark naast evenementenhal Ahoy en het merendeel van de aanwezigen heeft zich verzameld in de grootste tent, waar een select gezelschap de pit opent. Voor deze en de rest van de aanwezigen, speelt Die Nakse Bananen diens snelle, venijnige punknummers waarbij mijn ongeoefende oren ook nog Your Mistake van Agnostic Front ontwaren. Het geluid is wat aan de schelle kant maar dat past wel weer bij de stem van zanger Iwan. Een fijne opener van deze editie van BOA. Lekkere opzwepende, no-nonsense punk recht in je bakkes. Die Nakse Bananen weten wel hoe je een feestje moet openen. (G)
Op de mainstage opteert het Franse Glowsun vanaf de eerste snaren die worden aangeraakt en vanaf de eerste drumroffels, voor een broeierige, loodzware sfeer. Het gezelschap brengt stoner met psychedelische invloeden. De set begint ingetogen en kalmpjes, kabbelend haast. Maar al snel wordt het tempo opgevoerd en komen de scheurende riffs nog beter voor het voetlicht. De muziek van Glowsun is grotendeels instrumentaal en wordt slechts af en toe onderbroken door korte passages met zang. Er zit een mooie opbouw in de set, precies goed om je mee te laten sleuren door de ronkende bas, de schurende gitaarpartijen en de opzwepende drums. En niet te vergeten de vele rook die het podium op wordt geblazen en de Fransen soms een moment doet verdwijnen in een dikke witte smog. Het publiek deint mee en past zich daarbij moeiteloos aan aan de afwisselende ritmesecties. (BS)
Je moet het maar durven: in een tentje niet groter dan wat je buren in de tuin hebben staan, optreden terwijl op een paar meter afstand de mobiele toiletten staan, maar gelukkig voor Wildebeast nog veel meer mensen. Want deze Utrechtse band durft het dus: spelen tijdens de plee sessies, als op de Main Stage van apparatuur wordt gewisseld. En hoe! De band gaat flink tekeer met diens luide rock-n-rollpunk. Natuurlijk is het geluid niet ideaal maar wat een geniale vondst is dit plee sessiesconcept toch. Het zou eigenlijk verplichte kost moeten zijn voor ieder festival dat het met slechts één podium moet doen (lezen we even mee, Dynamo Metal Fest? Into the Grave?), want wat maakt Wildebeast hier een feest van met hun verdomd aantrekkelijke muziek. Als je hier niet vrolijk van wordt, ben je dood. Bovendien: een moshpit op het gras is ook weer eens wat anders. En ach, dat het tegen het einde van de set van de mannen wat eentonig dreigt te worden, is ze direct vergeven en komt vast door de onervarenheid. (G)
‘Kom laten we een plekje vooraan zoeken bij Fleddy Melculy’. Precies dát dachten meer mensen zo te zien. Door de voorste rijen wordt al druk ‘Fleddy! Fleddy! Fleddy!’ geroepen en het is een kwestie van aansluiten. Dat betekent zoveel als genoegen nemen met een standplaats aan de rand van de tent. Zanger Jeroen ‘Fleddy Melculy’ Camerlynck begon enkele jaren geleden in Vlaanderen en is inmiddels samen met zijn Leger des Heils bezig om de rest van de wereld te veroveren. En dat lukt heel aardig.
Het optreden begint met toespraak van de geest van Dimebag Darrell van Pantera – iets met een toiletgang en een paar aardige woorden richting publiek – voordat Fleddy en consorten hun opwachting maken. De band opent vervolgens met Varken en Feestje in uw huisje. Maar dat zijn ‘slechts’ opwarmertjes. En al zit de sfeer er daarmee direct lekker in, Fleddy is natuurlijk vooral gekomen om een pak maatschappijkritische thema’s aan te halen.
Dat doet hij allereerst met Geen vlees, wel vis. En met Camouflage. Hierna wordt een blikje hardcore opgetrokken met de single die eind deze maand verschijnt: Ik ben kwaad. En de connaisseurs onder het publiek weten het als geen ander, een optreden van Fleddy Melculy is niet compleet zonder een wall of duck. Et Voilà. Vervolgens kan het publiek meeblèren met 668 (de buurman van de beast). Pinokkio heeft de band pas één keer eerder live gespeeld, maar daar is verder bar weinig van te merken.
Ik haat jazz. Ook zo’n fijn nummer. Vooral met die oerlelijke jazzsolo van bassist Rorshach ergens halverwege. En dan met Brood, Pinker, Voor altijd jong nóg meer fijn spul. Na zoveel liedjes is het tijd om de cirkel rond te breien met het nummer waar het allemaal mee begon, T-shirt van Metallica. Tot slot nog even, hop, een foto maken met het publiek (‘omdat de vrouwen nooit geloven dat we optreden, maar denken dat we op café gaan’). Zo. Dat optreden stond weer als een huis. (BS)
Na de energieke set van Fleddy Melculy is het een hele omschakeling naar 10 Years. Nirvana-cover Heart Shaped Box wordt weliswaar best aardig uitgevoerd (doch niet zo venijnig als het origineel), het eigen materiaal is niet om een harde plasser van te krijgen. Mijn oren vertellen me ditmaal dat het muziektechnisch prima in elkaar zit, maar mijn hersenen hebben het al snel gezien. 10 Years maakt van die typisch Amerikaanse emo-metal, u kent het wel: langzaam opzwellende stukken waarbij de zanger met zijn ogen gesloten zingt om zijn emoties te tonen, met af en toe een versnelling om te laten horen dat dit toch echt wel metal is hoor! Maar dan wel metal van het soort dat je puberbuurmeisje draait als ze in een boze bui is en waarmee ze papa en mama dwars wil zitten omdat ze geen paard krijgt ofzo.
Dan maar eens kijken bij het officiële debuut van The Dead Cult in het hol van de leeuw: de Electronic Stage. Normaal gesproken een podium dat we moeten mijden als de pest, maar een nieuw gezelschap met leden van Backfire! en Sick of Stupidity moet hier samenkomen om een mix van drum ’n bass, punk, gabber, hardcore en black metal te laten horen. Het eerste nummer (gok wat de titel betreft: Kill Yourself) heeft inderdaad een duidelijke post-blackvibe, bij de tweede en derde track gaat het door de elektronische invloeden meer richting Atari Teenage Riot. Daaroverheen: punkschreeuwzang.
De reguliere bezoekers van dit deel van het BOA-terrein nemen de tent langzaam over als de mensen in de meer traditionele metalshirts eens gaan kijken of er nog bier is. Nee, als Anvil, Motörhead, Grave of Pro-Pain op je borst staat, heb je hier niet zoveel te zoeken. De mensen met de rare broeken, rare hoedjes en rare beweginkjes nemen het graag over. Het vierde nummertje, Backstabbers Blues, zit weer zwaar op de punk, wat dit tot een behoorlijk schizofreen gezelschap maakt. En waardoor de mensjes met de rare broekjes en de rare hoedjes hun rare beweginkjes maar weer staken. Gelukkig voor hen gaan we daarna weer naar de dansbare kant van The Dead Cult, maar houdt uw favoriete anonieme verslaggever het voor gezien. Het is goed zo. Of eigenlijk niet, maar we hebben het in ieder geval geprobeerd. (G)
Ook Heidevolk kan rekenen op een hoop enthousiasme. De band, die de afgelopen jaren regelmatig zelf in het publiek stond op BOA, bekijkt de boel vandaag echter eens van een andere kant. Heidevolk is dit jaar zestien jaar geworden en heeft net een optreden achter de rug speciaal bestemd voor senioren (categorie 65+). Een beetje actie, liefst in de vorm van een fatsoenlijke circle pit, is dan ook meer dan welkom na de nodige rollators en infusen.
We luisteren allereerst naar Ostara, A Wolf in My Heart en Walhalla wacht. De nummers worden muzikaal opgesierd door een viool, een mooie en welkome toevoeging, ook live. Niet veel later komt Het Gelders volkslied voorbij, een nummer dat de band in zijn begindagen nog in de Baroeg speelde. Heidevolk neemt meermaals de gelegenheid te baat om de organisatie en het publiek te bedanken. En na wat het laatste nummer had moeten worden (Drankgelach) gaan de heren vrolijk nog even verder met Vulgaris Magistralis. Al met al een prima geslaagd heidens feestje. (BS)
Bazenband God Dethroned is ook present op het feest in het Zuiderpark en start met het titelnummer van de laatste plaat: The World Ablaze. Daarna is het snel door naar gouwe ouwe Villa Vampiria en het heerlijke Nihilism. Een slechte plaat heeft deze blackened deathmetalband nog nooit gemaakt, een slecht optreden heeft deze band nog nooit gegeven. Ook vanavond spelen de ervaren mannen rond Henri ‘The Serpent King’ Sattler de haringen uit de grond. Vanaf de eerste noten is het raak en mindert de sneltrein nauwelijks vaart.
Ja, Sattler is na al die jaren wat schor geworden, maar het agressieve geblaf dat ervoor in de plaats is gekomen, past prima. Sigma Enigma geeft kippenvel, Poison Fog is geniaal en Soul Capture meeslepend. God Dethroned speelt zó ervaren, zó gemakkelijk en zó goed, dat het een genot is om naar te kijken en verplichte kost voor iedere jonge band die nog een beetje ambitie heeft. Een verplicht college ‘Hoe zet ik zonder overbodige poespas een lekkere show neer’. Soul Sweeper (‘God is dead. your god is dead / God is dead, I am the devil’) is niet alleen een heerlijke afsluiter, het is ook een lekkere trap tegen de kneuzen van de Metal Bijbelstand die recht tegenover de Main Stage hun overbodige troep proberen te slijten.
Als je denkt dat je opa oud is, heb je Angry Anderson van Rose Tattoo nog niet gezien. 71 jaar is de oude baas en dat is ‘m wel aan te zien maar niet te horen. De stem van de kale kabouter klinkt als schuurpapier en gaat door merg en been. Hoe muzikaal relevant deze turbo-uitvoering van een kruising tussen ZZ Top en AC/DC nog is, kunnen we bediscussiëren tot en met BOA 2019, maar lekker is het wel. Nummers als One of the Boys, Assault & Battery en Rock ‘n’ Roll Outlaw gaan er lekkerder in dan dat biertje waar je op dit tijdstip drie kwartier voor moet wachten. Om eerlijk te zijn had ik mijn twijfels bij deze headliner, maar het is een hele goede zet van de organisatie geweest. Dit is pure lol gecombineerd met lekker behapbare muziek.
Het geeft dan niets dat het allemaal in een wat laag tempo gaat en er meer beweging in de beelden bij Madame Tussauds zit, een band dat een nummer als Branded in het repertoire heeft en dit lekker smerig speelt, is gewoon een goede afsluiter. En dat ik het einde niet meer meemaak, komt alleen doordat ik geen zin heb een directe getuige te zijn van het wereldrecord 9.000 Rotterdammers in een metro proppen en blaas ik heel lafjes vroegtijdig de aftocht. (G)
Geen tekst, maar gelukkig hebben we de foto’s nog:
Foto’s:
Lonneke Prins (Lonneke Prins Photography)
Datum en locatie:
15 september 2018, Zuiderpark, Rotterdam
Links: