Shining, Sarkom en Svarttjern in Baroeg, Rotterdam
7 maart 2010
Black metal op zondagmiddag, het is een zeer fijne vorm van tijdverdrijf. Baroeg organiseert met regelmaat dit soort middagen en daar ben ik ze erg dankbaar voor. Op 7 maart kwam Shining weer eens langs om het metalhol op z’n kop te zetten. Net als vorig jaar kwamen de bonte Noren van Sarkom ook mee. Alvast twee ingrediënten voor een inktzwarte aangelegenheid.
De boel werd geopend door het eveneens Noorse Svarttjern. Ik kende de band slechts van naam en dat kwam eigenlijk door de smakelijke voorkant van Misanthropic Path of Madness uit 2009. Zelf zagen de heren er net zo smakelijk uit. Zanger Hans Fyrste had op het eerste gezicht wel iets weg van Hoest van Taake, qua stem was deze heer echter wat rauwer. Helemaal helder was hij ook niet aan zijn wankelende pasjes te zien, en zo hoort het natuurlijk. Svarttjern werd positief ontvangen door een halfvolle Baroeg. Men presenteerde geen blastfestijn à la Marduk en ook geen depressieve klaagzang à la Shining, maar gewone black metal, voorzien van afwisselende ritmes en vrij standaard structuren. Helemaal niets mis mee en zeer geschikt als opener voor wat nog moest komen. Qua geluid was alles prima te volgen en tijdens de langzamere stukken domineerden de stampende en strakke dubbele bassen van drummer Grimmdun de zaal. Wanneer de band het gaspedaal wat verder intrapte was het helaas minder goed te volgen, maar ontzettend storend was dat niet. Kortom, prettig opwarmertje van een enthousiaste bende tuig.
Vorig jaar maart werd Sarkom ook op sleeptouw genomen door de Zweedse zelfmoordmachine van Shining. Toen openden ze de middag, nu stonden ze als tweede band op het speelschema en was er zichtbaar meer volk voor komen opdraven. De venijnige black metal van deze heren bevalt me prima. De ritmes zijn opzwepend en catchy zonder ook maar een fractie aan kilte en duisternis te verliezen. Het publiek werd getrakteerd op materiaal van Bestial Supremacy (2008) en de nieuwste EP To Ruin Something That Was Never Meant To Be. Zo kwam I Call Your Name voorbij die net als de rest met verve door de speakers werd geperst. Op album komt de muziek van de Noren wat depressiever over dan op het podium, maar het illustere gezelschap bewees nogmaals een gepaste opener voor de hoofdact te zijn. Het absolute hoogtepunt werd bereikt toen de Darkthrone-klassieker In The Shadow Of The Horns, mét Kvarforth achter de microfoon, werd gespeeld. Ongewassen pluimen vlogen in het rond en deze actie zorgde voor veel enthousiasme zowel op als voor het podium. Sarkom is een welkome act die zichtbaar blijft groeien. Vet optreden.
Rond 18:00 uur betrad geheel volgens schema Shining de planken. De zaal was opvallend slecht gevuld, met hier en daar grote lege plekken. Voor het podium bevond zich echter weer de harde kern en aan energie ontbrak het vanavond dan ook niet. De band trapte af met het inmiddels gebruikelijke Claws of Perdition van IV – The Eerie Cold uit 2005. Uiteraard werd de hoofdrol direct opgeëist door Kvarforth met zijn ranzige strot en ziekelijke uithalen. Je zou bijna vergeten dat de instrumentale afdeling ook beschikt over bovengemiddelde kwaliteiten. Zo is het gitaarwerk van Peter Huss werkelijk waar subliem te noemen en vormt de kalmheid zelve een welkom contrast op het podium. Favoriet V – Halmstad kwam rijkelijk aan bod met Ytterligare Ett Steg Närmare Total Jävla Utfrysning en het voortreffelijke Besvikelsens Dystra Monotoni die subtiel overging in Neka Morgondagen. Allemaal prachtnummers die werden afgewisseld met materiaal van VI – Klagopsalmer. Helaas is de zeer getalenteerde bassist Andreas Larssen geen onderdeel meer van Shining omdat hij zich wilde concentreren op zijn studie. Ik zag hem altijd graag spelen en hij werd vanavond vervangen door een voor mij nog onbekende kerel. Dat was dan ook de reden waarom de band het magistrale gehalte van vorig jaar niet haalde. De beste man had nog niet alle songs onder de knie en zodoende werd er een vrij standaard set gespeeld in tegenstelling tot vorig jaar.
Submit To Self-Destruction kwam als enige oudje voorbij en na een ruim uur leek er een einde te komen aan een degelijk optreden vol speelvreugde (echt waar) en spontaniteit. Het publiek liet zich echter niet kisten en de band werd luidkeels teruggeroepen nadat de laatste tonen van Låt Oss Ta Allt Från Varandra waren neergestreken. De band kwam terug en het publiek had de keuze. Een nummer zonder bassist of een nummer dat al was gespeeld. Unaniem besloot men dat het nogmaals tijd was voor Submit To Self-Destruction en de zaal kon nog één keer helemaal los. Tijdens het slot van de set kwam de vertrouwde aard van Kvarforth nog even naar boven. Er moest gekotst worden, wat hem niet goed afging. Hoe diep zijn vingers ook in zijn keel priemden, slechts een gereduceerd Olvarit-achtig troepje was het resultaat. Beetje jammer. Voortaan maar weer met bloed spelen?
Al met al was het weer een geslaagde middag in Baroeg. Shining was niet zo magisch als vorig jaar (slechts één nummer van IV – The Eerie Cold is mijns inziens te weinig), maar desalniettemin was het genieten geblazen. Tot slot nog een welgemeende middelvinger naar het individu dat bezoekers er op een irritante en agressieve manier op wees dat er niet gerookt mocht worden in de zaal. Als je een kutsfeer wilt creëren moet je vooral zo doorgaan. Gelukkig overtrof het de zeer ontspannen stemming in de zaal niet. Prachtmiddag.
Links: