Helmut Lotti gaat metal en verbroedert in Paradiso

Wie Zware Metalen-redacteur Remco Faasen ooit zou hebben verteld dat hij nog eens naar Helmut Lotti zou gaan, had hij laten afvoeren door een busje vol mensen in witte jassen. Maar het geschiedde. De als Helmut Lotigiers geboren zanger deed met zijn lichte versies van klassiek repertoire jarenlang huisvrouwen wereldwijd zwijmelen, totdat hem door een radiozender werd gevraagd een metalcover op te nemen. Dat werd Iron Maiden’s Run to the Hills. Het werd zo’n succes dat Helmut een extra L in zijn voornaam deed, op Graspop optrad, een album uitbracht én 15 januari in Paradiso in Amsterdam stond. Met Remco Faasen dus present. Niels Vinck bezag het door zijn lens.

Het is een bont gezelschap dat zich in de beroemde poptempel heeft verzameld.  Metalheads en rockers mengen zich met hippies, bejaarden en alles daar tussenin. Er lopen shirts van Cavalera Conspiracy, Nine Inch Nails, Pantera en Whitesnake, maar ook van Oasis. Er zijn mannen en vrouwen in gebreide truien, er is een jongen met raar haar en bretels en een oma in een geruite rok. Muziek verbroedert, zo blijkt maar weer.

De hoofdrolspeler van de avond heeft zijn kostuum ingeruild voor een leren jas met omhoogstaande kraag en daaronder een t-shirt. We starten het bal met Dio’s Holy Diver, gevolgd door een nummer van zo’n andere legende: Alice Cooper. De uithaal op het einde van Poison is lekker en Lotti weet de venijnige zangstijl van de originele artiest aardig te benaderen. De zanger heeft ondertussen iedereen al vriendelijk welkom geheten en laat merken dat hij zijn uitstapje naar de betere muziek serieus neemt: hij heeft er zelfs zanglessen voor genomen. Het siert hem. Van Deep Purple komt Smoke on the Water en Lotti vermaakt zich halverwege het nummer met een enorm waterpistool waarmee hij de voorste rijen natspuit. Het is weer eens wat anders dan de brandende fakkel die je bij een concert van Watain moet zien te ontwijken.

Het nummer waar het allemaal mee begon komt langs en voor het eerst valt op dat de band waar Lotti zich mee heeft omringd weliswaar goed is, maar het origineel alleen licht aantikt. De intensiteit en bombast van het origineel wordt niet gehaald en vooral de drummer heeft het zwaar. Nu moet hij het ook doen met een fractie van het drumstel waar Nicko McBrain jarenlang de wereld mee overtrok, maar toch. Uriah Heep levert Easy Livin’ en Helmut Lotti haalt niet voor het laatst vanavond een arsenaal Elvis Presley-moves uit de kast. Eigen nummer The Darkness is een dappere poging tussen het geweld van de klassiekers.

Helmut Lotti levert bij ScorpionsStill Loving You een prachtige (en accentloze: ook wel eens lekker) opvoering van het nummer. When the Lady Smiles van Golden Earring is daarna aan de beurt en Lotti geeft een indrukwekkende versie van de stem van Barry Hay weer. That’s All Right van Elvis Presley (al is het origineel van Arthur Crudup) komt langs op de melodie van Motörhead’s Ace of Spades en deze heiligschennis had van mij niet gehoeven maar in de live jukebox van vanavond is alles een feestje. Na een lekkere uitvoering van ZZ Top’s Gimme All Your Lovin’ komt er een merkwaardige mix van zijn ‘eigen’ Tiritomba op de melodie van Whole Lotta Rosie van AC/DC en daarna gaan we gauw door naar Judas Priest’s Breaking the Law. Een nummer waar geen toetsenpartijen in voorkomen, maar dat maakt de toetsenist van vanavond helemaal niets uit, die speelt er irritant doorheen.

Helmut Lotti gaat er maar eens bij zitten om Nothing Else Matters van Metallica in te zetten en dat gaat hem goed af. Bij Call Me van de fijne newwaveband Blondie zet hij zijn stem weer eens anders in en benadert hij die van de legendarische Debbie Harry en ja, in dat nummer zit een flinke toetspartij, dus de toetsenist leeft zich er flink op uit. Dat doet hij ook met I Was Made For Lovin’ You, maar het is vanavond de eerste keer dat zowel band als zanger niet overtuigen. Het is het nèt niet, blijkbaar heeft Kiss’ discoknaller meer diepgang dan je op het eerste gehoor zou denken.

Door dan maar met een nummer dat ik écht even op moest zoeken. Ik had al zo’n vermoeden dat het van Johnny Hallyday zou zijn en het blijkt om Que je t’aime te gaan. Het is één van de meest geliefde nummers van de stoere Franse rocker en het stamt uit 1969. Je t’aime kan ik dus niet zeggen over het werk van de toetsenist vanavond, maar nu laat hij zijn toegevoegde waarde horen tijdens deze spetterende uitvoering. Als het zeurderige Zombie van The Cranberries wordt ingezet kunnen we ondertussen wel constateren dat het ‘goes metal’-deel van deze avond een beetje ondergesneeuwd dreigt te worden, maar dan is er Born to Be Wild van Steppenwolf en daarin zit letterlijk de passage ‘heavy metal thunder’. Dus ja. Het is overigens hilarisch om te zien hoe een zaal vol brave burgers uitschreeuwt dat ze zijn geboren om wild te zijn en ik kan u verzekeren dat ik daar in mijn eigen geval ook de ironie van inzie, brave burger als ik zelf ben.

Here I Go Again van Whitesnake dan. En het kan bijna niet, maar weer weet Helmut Lotti een andere stem op te zetten en ervoor te zorgen dat het nummer werkelijk prachtig wordt uitgevoerd. Dat kunnen we niet zeggen van Paradise City van Guns N’ Roses. Ja, Lotti heeft een aardig arsenaal aan Axl Rose-bewegingen, maar muzikaal is dit het toch niet. Slash blijkt toch een iets te goede gitarist om zomaar na te doen en het toetsenwerk (origineel ingespeeld door Axl Rose, live door Dizzy Reed) lijkt nergens op. Een zeer lokale stroomstoring had nog enige uitkomst kunnen bieden, maar dat geluk hebben we vanavond niet. Het opgefokte van het origineel mist deze uitvoering ook nog eens.

Highway to Hell van AC/DC is een fijne afsluiter van deze avond. Helmut Lotti stuurt zijn stem richting Bon Scott en de gitarist gooit er een beroemde Angus Young-duckwalk uit. Lekker weer naar huis of… toch… niet? Na afscheid te hebben genomen van de band blijft het publiek maar roepen om meer, meer, meer en dat is voor de sympathieke Lotti niet te negeren. Probleem: er is geen materiaal meer, zo legt hij bij terugkomst op het podium uit. Na ampel beraad wordt er een oplossing gevonden: Run to the Hills wordt een tweede keer van stal gehaald. Nog één keer zingt iedereen in koor; jong, oud, metalhead, dagjesmens, iedereen uit volle borst: ‘Ruuun to the Hiiiiiiiillls, ruuun for your liiiiiiive’!

Datum en locatie

15 januari 2025, Paradiso, Amsterdam

Foto's:

Niels Vinck (Niels Vinck Fotografeert)

Link: