Alice Cooper en het geheim van de eeuwige jeugd in AFAS Live

Alice Cooper, fenomeen, is al vrijwel zijn hele leven bezig met muziek. Geboren in 1948 bracht hij onder zijn geboortenaam Vincent Furnier met zijn schoolband The Spiders in 1965 een eerste single uit. Het typische rock ’n rollbandje ontwikkelde zich tot hardrockband Alice Cooper en toen de zanger die naam adopteerde voor een solocarrière, was het hek van de dam. Tweeëntwintig soloalbums verder is Alice Cooper nog steeds een factor van belang. 77 jaar is The Godfather of Shock Rock inmiddels maar daar was 28 juli niets van te merken in een propvolle AFAS Live in Amsterdam. Dat zagen Remco Faasen (tekst) en Elsie Roymans (foto) van dichtbij.

Klokslag 20:15 uur melden zich twee sinister uitgedoste figuren op het podium in Amsterdam-Zuidoost. Ze staan bij een metershoge voorpagina van ‘The Holland Times’: Alice Cooper blijkt ‘Banned in Holland’ voor ‘Deeds against humanity’. Het silhouet van de zanger verschijnt achter de krant. Voor wie de koeienletters niet te lezen zijn klinkt over de speakers “Alice Cooper has been accused of crimes against humanity. How do you plead?” Het oordeel is voorspelbaar: “Guilty!” Het silhouet snijdt door het papier heen en stapt er door: Alice Cooper, fossiel uit een vervlogen tijdperk, is gewoon weer daar en met hem zijn uitstekende band: drummer Glen Sobel en vier snaarbespelers: bassist Chuck Garric (Dio, L.A. Guns, Eric Singer Project) en de gitaristen Tommy Henriksen (Hollywood Vampires, Warlock, Doro), Ryan Roxie (Gilby Carke, Slash’s Snakepit, Casablanca) en blikvanger Nina Strauss (Demi Lavato). Buiten drummer Sobel bieden ze hun broodheer allemaal vocale ondersteuning.

Lock Me Up opent de avond, gevolgd door Welcome to the Show, inclusief lekker gitaarloopje van Strauss. Daarna is het al tijd voor de stokoude evergreens: No More Mr. Nice Guy (1973), I’m Eighteen (1970) en Under My Wheels (1971), met beelden van een jonge Alice Cooper in zijn geboortestad Detroit op het grote scherm. Het zijn nummers die iedereen vanavond kent: ik durf zelfs zomaar te zeggen dat het overgrote deel getuige is geweest van het verschijnen van de nummers zoveel jaar geleden, want het is alweer een tijd geleden dat ik me zo jong heb gevoeld tijdens een concert.

Het tempo ligt echter hoog, de gitaren janken en de nummers hebben allemaal een schop onder de kont gekregen. Bed of Nails bijvoorbeeld, van Alice Cooper’s meest succesvolle album Trash uit 1989: na twee Michael Jackson-cassettes het eerste album uit het hardere genre dat ik van mijn zakgeld kocht) klonk niet eerder zo heftig, de zanger klinkt lekker venijnig in het pakkende refrein. Be My Lover is dan weer uit 1971 en wordt slepend gebracht, Lost in America komt met veel pit. Tijdens He’s Back (The Man Behind the Mask) komt er een fan het podium op, type Instagram-meisje, die de wereld vooral door haar lens bekijkt en ook nog eens meer interesse heeft in Nina Strauss dan in Alice Cooper. Een Jason Voorhees-verschijning brengt uitkomst: hij grijpt de Instagrammer en snijdt d’r keel door: het bloed spat in het rond. De twee figuren van de enorme krant slepen het ‘lijk’ weg.

Dan schalt Hey Stoopid (met koebel!) door AFAS Live en loopt er plots een paparazzi-fotograaf op het podium. Cooper rekent er nu zelf mee af en steekt zijn microfoonstandaard door de man heen, die vervolgens wankelend wordt afgevoerd. De theaterstukjes zijn een leuke toevoeging aan het muzikale geweld, en geen vervanging, want Alice Cooper en kornuiten leveren een strak stuk werk af. Na een korte drumsolo van Glen Sobel verschijnt de zanger boven hem voor Welcome to my Nightmare, terwijl de gitaristen en bassist beneden volledig losgaan. Aan het einde van het nummer gooit de zanger nog even een pop over de balustrade die onderdeel is van het decor want hij heeft haar nodig voor het volgende nummer. Cold Ethyl wordt in een innige omhelzing met de pop gebracht maar als het nummer is afgelopen verdwijnt ze achteloos in een hoek.

Tijdens Go to Hell sluipen de gitaristen een voor een weg van het podium, de weg vrijmakend voor een strenge meesteres met een zweep die daarop besluit Alice Cooper maar te gaan lastigvallen. Slecht idee. De zanger overmeestert zijn SM-kwelgeest en smijt haar zweep weg. Megahit Poison is vervolgens aan de beurt maar wordt gek genoeg minder snel uitgevoerd dan op plaat en de achtergrondvocalen klinken plots schel.

De karakteristieke stem van horroracteur Vincent Price leeft voort in de introductie voor The Black Widow, dat zich ontpopt als soleermogelijkheid voor Nina Strauss en een jamsessie voor de hele band. Als de sessie is afgelopen gaat de spotlight op Alice Cooper, die inmiddels in een dwangbuis is gehuld terwijl hij The Ballad of Dwight Fry zingt. Een met een gasmasker getooid figuur loopt al een tijdje rond op het podium en probeert de zanger te helpen bij de bevrijding uit zijn lastige positie… en wordt als dank door Cooper neergestoken. Een Marie-Antoinette-verschijning, inclusief ooglapje, weet erger te voorkomen. Cooper wil zijn mes ook in haar vlees steken maar geeft zich uiteindelijk over. Niet ziend dat achter Marie-Antoinette een guillotine komt binnenrijden, terwijl de band I Love the Dead alvast inzet. Het hoofd van de zanger gaat eraf, Marie-Antoinette haalt het uit een mand en danst er tussen de muzikanten door mee in het rond.

Als de bel klinkt ten teken dat de school uit is, is de zanger weer herrezen en zit zijn hoofd weer op zijn romp. Zijn zwarte kleding is inmiddels voorzien van witte jas, hoed en stok en het refrein van School’s Out wordt uiteraard uit volle borst meegezongen door de zaal. Het stukje Another Brick in the Wall, Part 2 van Pink Floyd had van mij niet gehoeven, maar ach. De ballonnen zweven in het rond totdat zij in de buurt van de stok van Alice Cooper komen, Nina Strauss doet nog wat kunstjes met haar gitaar en de zanger stelt zijn band voor terwijl de muziek doorspeelt.

Na een korte pauze worden Ozzy Osbourne en Black Sabbath geëerd met een van heerlijke gitaarsolo’s voorziend Paranoid en voor afsluiter Feed My Frankenstein komt een reusachtige versie van het monster (die overigens verdacht veel op Alice Cooper lijkt) het podium opwandelen. Even later sluiten ook Instagrammeisje, paparazzi-fotograaf, Marie-Antoinette en de sinistere figuren aan en sluiten we eind goed al goed af. Het laatste woord is aan de kwieke bejaarde: “Make all your beautiful dreams… become nigtmares”. Bij het weggaan klinkt I’m Alice, van het album Road uit 2023. Horen we buiten het vroeg gespeelde Welcome to the Show toch nog materiaal dat niet uit de vorige eeuw stamt maar ik denk dat niemand ontevreden is met de setlist van deze rockgod die de eeuwige jeugd lijkt te hebben en nog lang niet versleten is.

Datum en locatie

28 juli 2025, AFAS Live, Amsterdam

Foto's:

Elsie Roymans (Elsie Roymans Photography)

Link: