Interview met Carrion

Mogelijk een opkomende grote naam in de Belgische deathmetalscene is het Oost-Vlaamse Carrion. De heren stonden geprogrammeerd in de Marquee van Antwerp Metal Fest en brachten een knaller van een set. Ik sprak de band backstage.

Het is niet jullie eerste visite aan dit festival, vijf jaar geleden stonden jullie er ook. Voelt het anders aan vandaag?

Mathieu (gitarist): We moesten toen spelen in het gebouw hiernaast, dat was toen de Marquee. Dat was net de dag dat Napalm Death speelde en wij stonden hier als openingsband omdat we de juryprijs gewonnen hadden van Antwerp Metal Fest. Gert heeft ook al eens gewonnen met zijn band Soul Grip.

Gert (drummer): (lacht en komt dichter naar de recorder) Dat klopt, Soul Grip! Goede black metal en een nieuwe plaat die uitkomt in september. Of oktober, ik ben nog niet zeker.

Stond er meer volk vandaag?

Mathieu: Het gebouw was toen ook wel helemaal vol. Iedereen stond tot buiten, dus dat waren wel een 80 tot 100 mensen.

Jan (gitarist): Het verschil is dat je nu mensen hebt die komen kijken om ons te zien, niet uit pure interesse omdat we net de eerste band zijn.

Vorig jaar zag ik jullie op Rodeofest, daar stond iets minder veel volk. Binnenkort staan jullie op Metal Days, dus het lijkt in stijgende lijn te gaan. Regelen jullie optredens nog steeds zelf? 

Mathieu: We hebben nu een nieuwe manager, Ilse Bosch, die ook de baas is van Grimm Gent en Jeugdhuis Asgaard. Zij regelt heel wat optredens, we spelen ook bijvoorbeeld op de Gentse Feesten dankzij haar. Dat is de metaldag, samen met Dead End uit Nederland en nog twee bands. Maandag op de Gentse Feesten dus, om tien uur.

Jan: Ook op vlak van labelcontacten, heeft zij wel wat geregeld.

Het is de Marquee geworden hier. Hadden jullie niet graag in het zonnetje gestaan op de Main Stage? 

Mathieu: Ja, maar als dat betekend had dat we als opener hadden moeten spelen, dan toch liever op dit uur in de tent.

Gert: Ik zou dat wel eens tof vinden, in de zon met mijn zonnebril op.

Mathieu: Als tweede band dan. Ik speel liever in de tent voor 200 mensen dan voor 100 mensen buiten. Dit was gewoon een erg mooi tijdslot dat we kregen. Het festival zit goed vol.

Jan: Ik denk ook dat het met zo’n weer vaak interessanter is om in een tent te spelen. Het is overdekt en mensen hoeven niet in de zon te staan, zo is de sfeer ook sneller gemaakt.

Jullie presenteren hier vandaag Time To Suffer, neem ik aan. In vergelijking met Revelations hoor ik meer opbouw en afwisseling. Wat horen jullie? 

Mathieu: We brachten de hele nieuwe cd, behalve één nummer hebben we vervangen door een oude track. Klopt, dat is zeker een verschil. We hebben ook eens lager durven tunen, van drop C naar drop D. De laatste drie nummers staan in die tuning, alles heeft een betere sound en we vinden onze nummers ook wat volwassener en kwaadaardiger.

Jan: Er is meer over nagedacht en in vergelijking met de eerste cd is ons schrijfproces erg geëvolueerd. Er zijn veel meer hoekjes en kantjes aan en alles ligt wat meer in dezelfde lijn.

Mathieu: Op de eerste cd zaten er inderdaad nog vaak wat metalcore- of thrashinvloeden in. Dat was toen de hype wat, maar die invloeden zijn er uit. Je vindt gewoon je eigen weg en twee jaar na het uitbrengen van de vorige cd was het duidelijk dat we maar een vijftal nummers meer zouden brengen van het debuut. De rest paste er gewoon niet meer bij. Het ene nummer dat we gespeeld hebben, Revelation of The Dead is ondertussen ook al bijna tien jaar oud.

Een betere sound, zeg je. Hebben jullie het anders aangepakt? Ik zag al wel beelden van Sven in de studio. 

Mathieu: We waren erg tevreden van de eerste studio. De uitbater van de studio had alles gedaan, inclusief mix en mastering, maar die man is wel veranderd van job dus zijn we uitgekomen bij Hearse Studio. Van opname en mix zijn we daar enorm tevreden over. Het is ook een geweldige kerel waarmee ik gisteren hier nog rondliep. Ondertussen is het zelfs een vriend geworden dus.

Jan: Het enige verschil is dat we de taken iets meer opgesplitst hebben. De mastering werd door Hertz in Polen gedaan. Zo leer je de wereld ook een beetje kennen en weet je met zicht op een derde album hoe je het moet aanpakken en waar je moet zijn. Dan kan je de mix en mastering bijvoorbeeld nog eens elders doen en ben je beter voorbereid.

Jullie lijken wat drummers te verslijten ook. Zijn jullie moeilijke mensen? 

Mathieu: Het valt wel mee, voor Jannick hebben we er inderdaad nog wel twee gehad.

Gert: Serieus? Die evenveel vragen als ik? (lacht)

Mathieu: In het begin, tijdens de eerste shows hadden we een drummer en dat was een vriend die ik van op de baseball kende. Die kon goed drummen, maar toen kwam er een dubbele baspedaal en dat ging dan weer wat moeilijker. We vonden een andere drummer toen, Mike, en die was super goed. We speelden twee jaar geleden nog eens een show met hem, ter vervanging van Jannick. Die was wel goed, maar ten eerste had hij een elektronische drum en dat was iets minder sexy. Ten tweede is hij zelf ook weggegaan omdat hij het gevoel had dat hij ons tegenhield om door te breken. Toen hadden we Jannick, een erg goede drummer live maar toen ging het plots een beetje moeilijker… We verschilden erg van karakter en het was goed voor de sfeer in de band dat we het anders zouden aanpakken.

Lukt het een beetje met deze kerel dan? 

Mathieu: Wel, ik moet zeggen… (lacht) Neen, ik ken hem uiteraard al langer dan vandaag. We kwamen altijd goed overeen en ik ging steeds kijken naar de prima bands waarin hij speelt of speelde. Met volle interesse.

Gert: We speelden bijvoorbeeld tien jaar geleden al shows samen, maar ik dan als drummer in mijn band en zij met Carrion. We hebben een zekere historie samen en ik val met plezier in. Zolang ze iemand nodig hebben, heb ik daar geen enkel probleem mee.

Jan: Ja, het is een grote vraag of hij bij ons gewoon niet wil blijven. Zoals een koppeltje dat eigenlijk niet wil toegeven.

Gert: Ik speel gewoon al in drie bands en dit is net iets te veel. Als al die bands shows hebben… Het fijne is wel dat ik even uit mijn comfortzone ben moeten komen. Vooral omdat ik deze drumlijnen zelf niet geschreven heb; ik heb geleerd wat op cd stond. Dat vind ik de max om te doen, vooral omdat ik hen ermee help.

Mathieu: Hij heeft ook erg mooie aanpassingen gedaan bij bestaande nummers. Hij is daar uiteraard vrij in. We blijven echt onder de indruk van onze vriend en uiteraard geven we zijn andere twee bands voorrang, maar tot op heden heeft dat voor nog geen enkel probleem gezorgd.

Dus Carrion is niet een band die elke week in een kelder ligt te repeteren? 

Gert: Neen, en voor mij is dat net iets te weinig. Dat is langs de ene kant ook goed natuurlijk, want deze week had ik helemaal geen tijd om te repeteren. Ik was wel goed voorbereid en dat was ook nodig, zeker nu er een vervangingsgitarist op de planken stond. Die dan nog eens op een week tijd die set geleerd heeft.

Mathieu: Hij heeft dat goed gedaan, Collin. Dat is ook weer een last die van de schouders valt. Dat ijs hebben we weer goed gebroken, maar hij kon alle nummers al wel spelen op voorhand. Eén nummer kende hij nog niet, maar dat zat er snel in.

Wat is het verhaal achter die vervanggitarist?

(Jan toont zijn hand)

Jan: Dit is er gebeurd… Ik heb een ongelukje gehad vorige week maandag en een vingertje kwijt… Het voordeel is dat ik linkshandig ben. Het ziet er heel dramatisch uit, en eigenlijk is het dat ook wel een beetje, maar gelukkig is het mijn andere hand niet. Het is wel aanpassen, maar dokters en specialisten zijn er wel van overtuigd dat het binnen een aantal maanden weer goed zal komen. Veel zaken gaan moeilijk zijn in het begin, maar wanneer moet een mens nog een balpen vast hebben? Ik moest deze week mijn lening wel tekenen, met mijn rechterhand. Dat waren vijftig pagina’s! Maar we blijven wel positief!

Sinds deze maand is er ook de clip In The End, There Is Only Death. Hoe hebben jullie dat aangepakt? Zit het label ertussen of was dit jullie keuze?

Jan: We hebben die clip opgenomen met Sam Velghe, die op vlak van clips uitbrengen heel wat ervaring heeft. Hij maakt ook bijvoorbeeld wat clips voor Crimson Falls. Op zich hadden we alles al klaar en toen zijn we op het einde pas in contact gekomen met Mighty Music en begon het wachten. Zij wilden alles dan op het juiste moment uitbrengen met de juiste vorm van promotie.

De clip is ook erg rechttoe rechtaan. Een verhaal lijkt niets voor jullie. 

Mathieu: Dat is eigenlijk het plan voor de volgende clip. (lacht) Maar wanneer die er gaat komen…

Jan: Ik vind dat dit ook gewoon past bij de band. Niet te veel rond de pot draaien, maar zoals gezegd zijn de plannen er wel voor een iets andere video.

Nu Mighty Music vermeld is. Powerstroke zit daar ook bij en Jannick drumt ook bij die band. Is dat label een souvenir van hem? 

Mathieu: Ik denk dat ze nu een ander label hebben, maar hij zit er wel met zijn band Reject The Sickness bij. Het is eigenlijk vrij toevallig en dat kan je gerust beschouwen als iets ‘vreemds’ binnen het Carrion-verhaal, dat onze ex-drummer bij hetzelfde label zit. Onze manager nam contact op met heel wat labels en het was Mighty Music die ons het beste voorstel deed.

Jan: Ze reageerden ook erg snel en waren erg enthousiast.

Ik heb het gevoel dat death metal terug aan een opmars bezig is. Vorig jaar zat Carnation hier en nu zijn die gasten doorgebroken. Stel dat jullie hier volgend jaar terug zitten, wat hebben jullie dan gedaan? 

Mathieu: Dat hoor ik je graag zeggen! Met alle respect voor Mighty Music, we willen zeker nog bij een ander label scoren. Season of Mist zoals Carnation is wel de moeite natuurlijk.

Jan: Dit jaar willen we echt de vruchten proberen te plukken van dat nieuwe album.

Is zoiets mogelijk met een semivaste drummer? Moet je dan een Doodle aanmaken? 

Mathieu: (lacht) De tours liggen nog niet vast, maar stel dat er een tour komt, dan gaan we ten eerste al proberen om Soul Grip mee te krijgen op tour. Er zijn uiteraard al tours in de bus gekomen, waarbij je dan 7000 euro moet betalen en waarbij je drie weken met wat bands op stap kan gaan. Meestal dan nog een band die we niet zo goed vinden, maar dat doet er niet zo toe. Vaak was dat dan ook nog eens op een moment dat het op vlak van sfeer in de band iets minder goed ging en anderen niet zo enthousiast waren.

Jan: Als we dit jaar nu gewoon die plaat in de buurlanden kunnen brengen, dus Nederland, Frankrijk en Duitsland, dat zou gewoon al erg tof zijn. Nu begint onze naam wat op te komen, maar het zou fijn zijn als die naam Carrion nog iets bekender wordt en dat mensen naar een show komen kijken omdat Carrion speelt.

Dan helpen festivals als vandaag natuurlijk. Met wie deel je trots het podium? 

Mathieu: Malevolence klonk echt wel enorm goed. Leng Tch’e en Serial Butcher zijn ook goede vrienden van ons en ik kijk elke keer met een wauw-gevoel naar die gasten. Zeker Serial Butcher in de tent was qua geluid echt goed. Leng Tch’e was op dat vlak iets minder vandaag. Die drummer kan immens blastbeaten, maar toen hij dat deed vandaag, hoorde je enkel hem.

Jan: Cannibal Corpse en Children of Bodom komen er aan in Slovenië, dat is ook wel fijn uiteraard.

Mathieu: Children of Bodom, daar was ik vroeger echt fanboy van en nu is dat een guilty pleasure. De cd’s van de laatste tien jaar vind ik een pak minder, maar ze hebben zeker genoeg hits.

De laatste plaat is nochtans goed. Geniet nog van dit festival!

Mathieu: Dan moet ik die eens proberen. Bedankt voor het interview!

Links: