De nieuwe plaat van Grand Magus wordt overwegend goed ontvangen. Wel lezen we her en der de kanttekening dat de muziek op Wolf God wat weinig vernieuwend is. Een bemerking waarvan het publiek zich maar weinig lijkt aan te trekken, getuige de uiterst enthousiaste ontvangst die de band op Graspop Metal Meeting ten deel viel. Kort na het optreden sprak Zware Metalen met Fox Skinner. De beste man maakt als bassist al vanaf het prille begin deel uit van de band en weet dan ook het nodige te vertellen. Over het vermeende gebrek aan vernieuwing, de aankomende Amerikaanse tour met Amon Amarth en zelfs over de grollen van Motörhead.
Fox, eerder vanmiddag speelden jullie in de Metal Dome. Vanwege interviewverplichtingen zag ik helaas alleen het begin van jullie show. Maar zelfs in deze korte tijd viel me op hoe enthousiast de fans jullie onthaalden. Al voordat jullie een noot gespeeld hadden, steeg er een stevig applaus op.
Ja, dat zat gelijk goed. We hadden inderdaad een behoorlijk groot en enthousiast publiek vandaag. Dat enthousiasme had misschien ook te maken met de nieuwe intro die we vandaag gebruikten, Gold And Glory. Het is ook de eerste track van het nieuwe album en leek het beoogde effect te hebben. We voelden ons dan ook meteen welkom.
Voordat we verder praten over de optredens wil ik graag eerst even met je kijken naar het nieuwe album. Jullie zijn voor de dag gekomen met tien nieuwe tracks, die net als voorheen vaak een behoorlijk epische inslag hebben. Wel duurde het dit keer wat langer dan voorheen. Jullie houden al jaren een vrij constant schema aan: elke twee jaar een nieuwe plaat. Dit keer zijn er meer dan drie jaar verstreken na de dag dat voorganger Sword Songs uitkwam. Is daar een bijzondere reden voor?
We wilden dit album eens op een andere manier opnemen dan de laatste vijf platen. We wilden elke song in één keer samen opnemen, allemaal in dezelfde ruimte. Uiteraard moesten we daarna nog wel wat zaken als een extra gitaar toevoegen, maar dat deden we steeds direct nadat we een song hadden ingespeeld. Kwestie van het momentum gaande houden. Deze manier van opnemen vraagt echter wel een heel goede voorbereiding en dwong ons om wat meer te repeteren voordat we de studio ingingen. Dat heeft tijd gekost en is de belangrijkste reden dat het dit keer wat langer duurde.
Jullie hebben het album dus op een andere manier opgenomen. Hoe zat het met het schrijven?
Ook dat ging wel wat anders dan de laatste jaren. Dit keer probeerden we de riffs samen uit in de oefenruimte. Het was niet zo dat JB (zanger en gitarist JB Christoffersson, ook ex-Spiritual Beggars – red.) als voorheen wel het geval was de riffs per e-mail aan ons toezond. We probeerden ze echt samen uit. Dan hoor je gewoon het best of iets werkt of niet. Ook dit kostte meer werk en is de reden dat we vorig jaar in de zomer geen optredens hebben gedaan. In plaats daarvan kropen we in een oefenruimte in Halmstad en gingen aan de slag.
Hoe beslis je dan of een riff werkt?
Dat voel je meteen. Het is echt heel intuïtief. We zijn ook niet een band die twintig nummers schrijft en daar dan uit kiest. We voelen al heel snel dat iets niet werkt en dan gaan we daar geen tijd meer aan besteden. De tracks op het album zijn de tracks die we geschreven hebben. Meer is er niet.
Je noemde net zelf al de openingstrack van het album. Het is een heel beeldende instrumentale track die het midden houdt tussen klassiek en folk. Een bewuste keuze om het album gelijk groots neer te zetten?
Die song hadden we al en hebben we zelfs in een andere vorm eens als intro gebruikt. Voor Wolf God hebben we wel een en ander gewijzigd. De oude versie bevatte nogal wat synthesizers en dergelijke. Voor het album heb ik die stukken opnieuw ingespeeld op een cello. Dat maakt dat het nummer nu veel organischer klinkt. Overigens hebben we op al onze albums wel een instrumentale track, maar deze keer wilden we hem een prominente plek geven direct aan het begin. We gebruiken het nummer bij onze optredens immers als intro. Waarom zouden we dat voor het album dan niet doen?
Voor mij is Glory To The Brave één van de beste songs op het album met zijn monumentale en bezwerende zanglijn. Een andere is Dawn Of Fire waarin ik stevig wat Bathory-invloeden denk terug te horen. Daar wilde ik je eigenlijk naar vragen, maar ik zie JB hier net met een Hammerheart shirt voorbij lopen. Dat is dus wel duidelijk.
Jaaa! We hebben een video gemaakt voor Untamed en daar kun je ook die Bathory-invloed zien wanneer die kerel naar Valhalla gaat. Maar Bathory is altijd een grote invloed voor ons geweest. Misschien was het eerder niet altijd even duidelijk, maar als band luisteren we heel veel naar die muziek.
Dawn Of fire is inderdaad één van mijn favorieten. We speelden het vandaag voor het eerst en de song werd goed ontvangen…
Dit is misschien een wat ongemakkelijke vraag, maar zo bedoel ik hem geenszins. In sommige recensies die ik las wordt gesproken over een gebrek aan innovatie. Het publiek trok zich daar vandaag in ieder geval weinig van aan. Missen de critici de kern van de zaak?
Misschien wel, want als je niet vasthoudt aan je eigen geluid gaan mensen daar weer over klagen. Je kunt niet iedereen tevreden stellen. Er wordt toch ook niet geklaagd over (vroegere) Motörhead of AC/DC. Die bands hebben gewoon hun geluid en wij hebben ons geluid. Dit is de muziek die ontstaat als wij samen spelen. Daarbij is het ook nog eens van het soort dat we graag live spelen en dat veel mensen live ook willen horen. Natuurlijk is het allemaal niet superexperimenteel, maar we zijn ook maar met zijn drieën. Dan wordt het al snel moeilijk heel ingewikkeld te gaan doen. Wij hebben een klassieke driemansbezetting en zo klinken we ook.
Het lijkt erop dat jullie songs het prima doen op een podium. Dit is echter het eerste optreden voor het album dat jullie doen, nadat het in april verschenen is. Opnieuw de vraag: wat hield jullie op?
Het album is pas eind april uitgekomen, dus dat valt nog wel mee. Natuurlijk hadden we voor vandaag graag al wat optredens gedaan, maar niet veel bands touren in mei. De zomerfestivals zijn dan een betere optie. Daar komt bij dat we nog een grote Amerikaanse tour in het vooruitzicht hebben. Dat is al ingewikkeld zat, want we hebben alle drie nog gewone banen naast de muziek. Zelf ben ik verpleger in een psychiatrische instelling en de anderen verdienen ook hun geld door dagelijks aan de slag te gaan.
Nou, we waren best nerveus vandaag! Maar als je zo ontvangen wordt gaat het al snel beter. We moesten ons alleen wat beter concentreren en minder drinken dan gebruikelijk (lacht). Als we langer onderweg zijn hoeven we niet meer zo vaak naar onze vingers te kijken.
In zekere zin openden jullie vandaag voor ex-Motörhead gitarist Phil Campbell die na jullie optrad in de Metal Dome. Kun je daar nog extra enthousiast van raken?
Ja natuurlijk! We zijn in het verleden al eens support act voor Motörhead geweest in Duitsland een jaar of acht geleden. Toen hebben we Phil vaak gesproken en ook de andere mannen van de band.
Het publiek opwarmen voor Motörhead moet geweldig geweest zijn… Of is het publiek zo eenkennig dat je er niet mee weg komt?
Nou, ze vonden ons best leuk. Het was een tour waarop wij openden, daarna speelde Doro en Motörhead sloot af. We hebben ook wel hele slechte verhalen gehoord over openen voor Motörhead. De fans van die band zijn zo fanatiek. Natuurlijk was duidelijk dat de aanwezigen vooral voor Lemmy en zijn mannen kwamen, maar het ging prima. Lemmy, Phil en Mikkey Dee renden bij ons laatste optreden van de tour constant over het podium om geintjes uit te halen. Dat was wel een belevenis. Maar hoe pak je ze terug?! Zij gooiden bijvoorbeeld stinkbommetjes onze tourbus in, maar wraak nemen op Lemmy… dat doe je gewoon niet! Ik zag Phil trouwens net nog backstage maar hij was onderweg naar het podium dus ik heb hem niet uitgebreid gesproken.
Je noemde net al de tour door Noord-Amerika. Na de zomerfestivals gaan jullie daar een maand op stap als special guest van Amon Amarth met Arch Enemy en At The Gates. Daar moet je naar uitkijken.
Zeker wel. We hebben banden met al die bands. We hebben al eerder met Amon Amarth getourd. Een paar jaar geleden speelden we nog met At The Gates op hun afscheidstour. Die blijken er nu toch maar een paar laatste optredens aan vast te plakken (lacht). En met Arch Enemy is de relatie zo mogelijk nog nauwer. Michael Amott (gitarist en bandleider van Arch Enemy – red.) maakt ook deel uit van Spiritual Beggars, net als onze drummer en – voorheen – JB. We kennen dus alle leden van al die bands. Daarmee is het in feite een tour van vrienden en omdat we steeds maar dertig minuten spelen is er genoeg tijd voor andere zaken.
Op die poster zijn jullie de enige band zonder grunts. Is dat ooit een probleem voor jullie geweest?
Niet echt. Ik denk dat zelfs de meest “true” metalfan ons nog wel aardig vindt omdat we proberen niet te gelikt te zijn. We willen echte metal spelen, weliswaar met gewone zang maar wel met power! Niet in de zin van power metal, maar met kracht. Ik denk juist dat we aan deze package nog wat toevoegen. Wij hebben onze melodieën in de zanglijnen en de andere bands vooral in hun instrumenten.
Nog plannen om daarna wat clubshows te spelen in Europa?
Jazeker. Het plan is om dat in het voorjaar van 2020 te doen. Ik denk dat dat heel binnenkort wordt aangekondigd (inmiddels is de tour aangekondigd: op 19 maart 2020 doet de band De Helling in Utrecht aan – red.).
Dat lijkt me allemaal niet gemakkelijk in te plannen naast jullie banen.
Dat is het ook niet. Het is af en toe echt wel een worsteling. Maar het moet gewoon. Voor JB geldt dat hij het hele jaar geen vakantie heeft, behalve de zomerfestivals, die hij dan maar als zodanig moet zien. Hij zit de rest van de tijd op kantoor en ik werk eigenlijk zoveel als mogelijk is en dat is genoeg voor mijn baas. Het is met name lastig voor de gezinnen, zeker nu ik jonge kinderen heb. Die ga ik een maand niet zien want de reis is toch wat ver met kleine kinderen, maar misschien dat mijn vrouw me op komt zoeken, want zij is gek op New York.
Veel succes en plezier daar! Wil je als afsluiter nog iets melden aan onze lezers. Is er iets dat we hebben laten liggen in het interview?
Volgens mij niet, maar misschien is het goed te weten dat we echt dankbaar zijn dat mensen nog de moeite nemen om naar festivals te gaan en albums te kopen. Het draait niet allemaal om Spotify. Voor ons als band is het in ieder geval heel bemoedigend dat mensen nog steeds naar live-muziek willen luisteren.
Links: