Doodswens: de dood omarmen om het leven te voelen

In de afgelopen jaren groeide Doodswens uit van een rauw blackmetalduo tot een veelbesproken naam binnen en buiten de underground scene. Wat begon als een intense, oprechte uitlaatklep groeide onverwachts uit tot een internationaal toerende band. Gastredacteur Björn Oldyck spreekt in dit interview met zangeres en drummer Inge over de evolutie van de band, het belang van rituelen, de rol van satanisme als levensfilosofie en hoe het omarmen van de dood juist ruimte geeft om het leven vol aan te gaan. 

“Ik heb liever vijf mensen die het écht voelen, dan vijfhonderd die er gewoon maar staan.”

Jullie zijn net terug van een tour met Marduk. Hoe is dat verlopen? Hoe was dat?

Bedoel je alleen de afgelopen tour? Ik vind het moeilijk om alleen over die laatste tour echt een antwoord te geven omdat het voor mij heel erg in perspectief staat met alle tours die ik in de afgelopen jaren heb gedaan. Maar de laatste tour die we hebben gedaan, was wel één van de meest succesvolle. In de zin dat wij ons er heel goed over voelden. En dat ik, voor het eerst sinds ik zelf de vocalen ben gaan doen en de line-up weer staat, echt achter de line-up sta en dat het weer goed voelt.

We hebben nooit een slechte tour gehad, maar het hangt er een beetje vanaf in welk opzicht. We hebben nog nooit echt een disaster tour gehad. Maar er zijn wel tours geweest waarbij ik er mentaal een stuk minder goed bij zat, of waar ik niet echt achter stond wat we deden, omdat het dan last-minute line-up switches waren.

Dus in dat opzicht voelt het tegenwoordig gewoon veel beter, omdat ik veel blijer ben met wat Doodswens nu is en dat ik het vocale werk doe. En die laatste tour met Marduk was ook echt wel eentje waarbij we voelden: oké, dit is nu gewoon echt iets wat we kunnen, en we weten wat ons te wachten staat. En we gaan tegenwoordig ook gewoon heel lekker met die andere mannen, met de mensen van Marduk, maar ook de hele crew eromheen.

In het begin is het een beetje de kat uit de boom kijken en daarnaast is het een beetje van leven en laten leven. Maar nu gaan we ook echt goed om met die mannen. En dan hebben we tot vier uur ’s nachts avonden dat we met z’n allen whisky zitten te drinken en muziek uitwisselen en dat soort dingen. En dat voegt dan wel heel veel toe, dat maakt het meer waardevol.

Gaat jullie volgende release anders klinken nu Fraukje niet meer in de band zit, of proberen jullie de sound van Lichtvrees te behouden?

Hoe dan ook zou het anders zijn, want het is niet meer wat het was. En ook al waren we nog steeds met z’n tweeën, dan zou het ook anders zijn, omdat er jaren tussen zitten, en je evolueert als muzikant en mens. Maar het feit dat Fraukje er niet meer bij is, én dat er nu dus een nieuwe gitarist en een bassist bij zijn, verandert natuurlijk heel veel. Toch heb ik juist het gevoel dat de spirit en de energie van Doodswens nu méér aanwezig is dan daarvoor. En qua sound voelt het voor mij nog steeds heel erg alsof het in diezelfde energie zit. Want het nieuwe album is klaar. We hebben alle nummers, het ligt klaar. Alleen het is nog niet helemaal op zijn plek gevallen waar we het gaan opnemen.

Bij Lichtvrees ging het wel echt die atmosferische post-black metal kant op. En dat is wel een kant waar ik zelf iets minder in sta. Blastbeats en vier minuten lang schreeuwen is meer mijn ding. Alleen maar atmosferische sfeer, dat voel ik niet zo. Maar we hebben niks geforceerd. We hebben het niet nagemaakt of heel bewust gedacht van: het móet zo klinken, of: Fraukje deed het zo, dus wij moeten het ook zo doen.

En dat is ook precies hoe ik erin sta: alles gaat gewoon zoals het gaat. Dingen komen op ons pad, of op mijn pad, en dan bepaal ik of we daar wel of niet iets mee doen. En het voelt dus wel heel erg alsof de nummers die opeens uit ons kwamen zomaar een Lichtvrees deel twee zouden kunnen zijn. Terwijl we dat helemaal niet bewust zo hebben geschreven, maar het is gewoon zo ontstaan.

Ja, je hebt natuurlijk die nummers zo vaak gespeeld dat jullie wel ingespeeld zijn in de sound van Lichtvrees.

Nou ja, de sound ook, maar dat is natuurlijk wel iets waar je controle over hebt. En Peter, de nieuwe gitarist, heeft daar gewoon heel veel respect voor. Hij speelt het echt met zoveel lof en respect voor wat Doodswens is, en hoe Fraukje dat ooit deed. Daar houdt hij dus ook rekening mee in zijn instellingen en sound. Maar in het schrijfproces is dat ook gewoon zo ontstaan. De zeven nummers die we nu hebben, voelen echt als een Doodswens-album.

En in mijn ogen, in mijn oren, is het gewoon echt een heel mooi vervolg op Lichtvrees. Maar goed, het ís anders, ik doe nu de vocalen en er zit bas bij.

Hebben jullie bepaalde tradities waarmee jullie mentaal voorbereiden op een optreden?

Voor mij, of eigenlijk voor ons, is dat het painten. Het begint bij het painten, en dat is natuurlijk black metal en corpse paint. Maar voor mij is het echt wel een onderdeel van het ritueel. Het is het moment van voorbereiding, het omschakelen, dat ik echt in showmodus ga. De energie van de show, de meer donkere kanten die naar boven komen… Daar begin ik echt al mee te zitten vanaf het moment dat we beginnen met painten.

Jullie zijn best wel satanistisch ingesteld. Wat betekent dat voor jullie? Is dat iets heel belangrijks?

Als band vind ik dat lastig om te beantwoorden, omdat ik de band echt zie als een entiteit op zichzelf, iets dat zich op een eigen manier ontwikkelt. Het vormt zich vanzelf. Het plaatje op het podium, dat gebeurt gewoon. Daar denk ik niet per se over na. Daar is geen plan voor. Het komt op z’n plek zoals het zich over de jaren ontwikkelt.

Maar omdat het wél mijn band is, en omdat ik het grootste gedeelte ervan maak, vasthoud en uitdraag, heeft het dus denk ik meer met mij als persoon te maken. De band zelf staat daar een beetje los van. Ik zie dat als kunst en dat mogen mensen interpreteren zoals ze willen. Daar hoeft niet per se een geloof, label of iets dergelijks aan te hangen. Maar voor mij persoonlijk is satanisme echt wel een groot ding in mijn leven. Een geloof dat ik aanhang. Maar wat voor mij geloof betekent… Dat woord is lastig, omdat veel mensen dat meteen associëren met iets dat je volgt, met regels, boeken, of dat je elke zondag naar de kerk gaat als je christelijk bent. Terwijl satanisme voor mij juist een soort anti-religie is, waarin dat allemaal niet aanwezig is. Waar alles juist draait om vrijheid. Vrijheid van het individu, en dat je je mag uiten, bewegen en beoefenen zoals je zelf wilt.

Ja, een mind én een spiritualiteit eigenlijk. Maar voor mij is het echt iets dat heel nauw verbonden is met mij persoonlijk. Een rode draad in mijn leven, omdat ik daar heel veel in gevonden en uitgehaald heb. Maar goed, als ik daar nu verder op in zou gaan, dan zou dat echt een apart verhaal van een uur worden.

Is er, naast black metal of naast metal in het algemeen, nog andere muziek waar je naar luistert?

Ja best wel veel, en dat heeft ook weer een beetje te maken met satanisme, of hoe ik dat een beetje aan elkaar verbind. Ik heb daar namelijk best een tijdje mee gestruggeld. Ik had toen een beeld van: oké, dit is wat er van mij verwacht wordt als blackmetalartiest en als satanist. Dan mag je alleen maar black metal luisteren en dan mag je niet vrolijk zijn. En dat is iets waar ik nog steeds over nadenk, want ik vind dat super interessant. Ik ben er inmiddels wel grotendeels uit en echt overheen gegroeid, maar ik vind het nog steeds interessant om terug te kijken: was dat nou míjn beeld van wat black metal en satanisme moesten zijn? Of dacht ik gewoon dat anderen dat van mij verwachtten, en klampte ik me daaraan vast?

Want ik dacht dan: oké, als ik nu kijk naar mijn favoriete blackmetalartiesten, of mensen die ik volg, en ze zouden opeens iets met hip-hop posten of totaal iets anders doen, dan zou ik daar echt moeite mee hebben. Dat zou me dan heel erg teleurstellen. En ergens is dat nog steeds een beetje zo. Maar ik gebruik nu bewust het woordje was, omdat het vergeleken met hoe serieus en intens ik dat allemaal beleefde vijf of tien jaar geleden, echt heel anders is nu. Door mijn persoonlijke ontwikkeling heb ik dat beeld een beetje kunnen loslaten. En dat is eigenlijk precies wat satanisme voor mij betekent: dat je daar niet over hoeft na te denken, dat je gewoon kan doen wat goed voor jou voelt, en dat je jezelf mag ontwikkelen op jouw manier.

Maar het heeft wel lang geduurd voordat ik daar echt vrede mee had. Dat ik gewoon ook een mens ben, en dat ik soms ook van totaal andere dingen kan genieten. Ja, genieten vind ik eigenlijk een moeilijk woord, maar zelfs inspiratie uit andere dingen kan halen.

De band heet Doodswens. Hoe kijk jij zelf tegen de dood aan?

Het stukje dood en Doodswens, dat zijn voor mij eigenlijk twee aparte vragen. Dus het woord doodswens, of gewoon dood in het algemeen. Want Doodswens als naam is echt ontstaan vanuit het gevoel en het leven mét een doodswens. Dat was gewoon het meest passende voor de band en voor wat de muziek is. Ik heb het woord doodswens ooit geprobeerd te vertalen naar het Engels, maar ‘deathwish’ dekt de lading niet echt. Toen ik het uitlegde aan Engelstalige mensen, zei ik dat het voor mij juist staat voor de acceptatie van de dood , niet als iets om bang voor te zijn, maar als iets waar je juist kracht uit kunt halen. Een betere vertaling zou zijn ‘driven by death’.

Het idee dat we allemaal doodgaan, dat weet je van jezelf en van iedereen die je tegenkomt of aankijkt. Maar meestal weet je niet hoe of wanneer. En om dan te kunnen leven mét een doodswens betekent voor mij juist dat je heel veel kracht kunt halen uit dat idee, omdat je niet bang bent voor de dood. En daardoor juist het leven volledig kunt accepteren. Want ik denk, of in ieder geval in míjn beleving, dat heel veel mensen met angst leven, omdat ze bang zijn voor de dood. En als je dat mentaal voor jezelf kunt omdraaien, en juist naar de dood toeleeft en dat omarmt, het bijna een soort van verheerlijkt, dan voelt alles daartussen ineens als bonustijd. Dan kun je ineens weer genieten van het leven.

Het kan ook heel veel angst, ‘anxiety’ en onzekerheid weghalen. Want als jij, ik, en iedereen toch doodgaat, wat maakt het dan eigenlijk nog uit? Of je iets doet wat je eng vindt, of het idee hebt dat je voor schut staat, of ergens bang of zenuwachtig voor bent. Als je dan denkt: ja, maar we gaan toch allemaal dood en het maakt eigenlijk geen flikker uit, dan is het ineens misschien ook niet meer zo eng om op dat podium te stappen, of iets totaal anders te doen waar je normaal bang voor zou zijn.

Ik heb dat zó sterk gedaan, dat ik op een gegeven moment juist heel veel moeite kreeg met het licht, en de andere kant van het leven. Ik was zó goed in die donkere kant, dat ik daardoor ook weer veel moeite kreeg met mezelf en met het leven. En nu probeer ik juist meer aan het werk te gaan met het accepteren van het licht.

Hoe denk jij dat de band er over vijf of tien jaar uit gaat zien?

Ze zeggen altijd: “Aim for the stars and reach the moon”. Je moet gewoon een paar heel grote, gekke doelen en beelden in je hoofd hebben, ook al weet je nooit precies hoe het eruit gaat zien. Releasen en toeren zoals met Marduk, en een live productie zoals Watain. Al zou het nooit precies zo gaan, want ik vind zelf dat je nooit een kopie moet zijn of iets moet gaan nadoen. Het zal hoe dan ook anders zijn, op onze eigen unieke manier. Maar het is wel belangrijk om zulke grote, ver weg doelen te hebben om in beweging te blijven.

Hoop je ook groter te worden met de band of zie jij de band meer als een underground project?

Vanaf het moment dat ik in een tourbus stapte, was de underground fase voor mij wel voorbij. En eigenlijk al daarvoor ook wel een beetje, omdat het gewoon veel groter werd dan wij ooit zelf hadden kunnen bedenken. Het begon echt met Fraukje en mij die dit deden zonder er echt over na te denken, gewoon omdat het was wat wij voelden. We speelden onze instrumenten en dit kwam eruit. We wilden graag shows spelen met mensen en op plekken die veel voor ons betekenden. Maar ineens verkochten we de Little Devil uit voordat we überhaupt een bandnaam hadden. Daarna ging alles zo snel.

Ik heb hier in het skatepark en op Roadburn gestaan, en in die beginfase was ik nog heel erg met dat gatekeeping en die dark underground mentaliteit bezig, zo’n tien jaar geleden. Toen wilde ik het vooral klein houden, underground, en dat niemand ervan hoefde te weten. Ik heb dat eigenlijk nog steeds wel, want ik heb liever vijf mensen voor wie het veel betekent dan vijfhonderd die er staan zonder het echt te voelen.

Maar dat stuk zijn we nu eenmaal voorbij, en dat heb ik ook geaccepteerd. Want als je wilt spelen, moet je openstaan voor groei, toeren en de hele levensstijl. Dat wilde ik gewoon meemaken. Het antwoord op ‘groot worden’ is wel ja, maar op onze eigen manier. Ik had laatst een gesprek met Joël, de bassist van Shagor. We deden dat gesprek ook met het idee dat we dit niet doen om miljonair te worden. Als dat je doel is, ben je aan het verkeerde pad begonnen, want dan moet je iets super commercieels gaan doen, en dat is niet waar rock ‘n’ roll, laat staan black metal, over gaat.

In dat gesprek zei ik ook: het gaat niet om superveel geld verdienen om een luxe leven te leiden, maar wel genoeg om de onkosten te dekken en comfortabel te kunnen leven. Dat bevordert alleen maar de kunst en de muziek. Als ik nu enorm moet strugglen en een kutbaantje moet doen om mijn brood te verdienen, gaat dat ten koste van de band en de energie die ik erin kan steken. Mijn brein gaat veel verder dan alleen een nummer schrijven. Ik ben vooral bezig met wat de hele Doodwens-show is, zowel visueel, muzikaal, als geur. Al je zintuigen worden geprikkeld. Dat vond ik altijd zo gaaf aan Death van Mayhem, die zei: “It should sound like death, it should look like death, and it should smell like death”.

Hoe dan ook, dit is een grote side track, maar om al die ideeën waar te maken heb je een groot podium, middelen en geld nodig. Helaas werkt de wereld zo. Dus ja, op die manier is het antwoord ja.

Als laatste, hoe zou je de muziek in één woord beschrijven?

Dood.

Dat was het. Dank je wel.

Link: