Arjen Lucassen over inspiratie, zijn nieuwe solo-album en de liveshows

Arjen Anthony Lucassen, het meesterbrein achter Ayreon: groots opgezette rockopera’s waarin prog, metal, folk en elektronica elkaar ontmoeten en een stoet aan gastvocalisten voorbijkomt. Vanaf 1995 bouwde hij het Ayreon-universum op en viert hij dit weekend het dertigjarig jubileum met vijf uitverkochte concerten in de Tilburgse 013. Daarnaast brengt hij op 12 september het soloalbum Songs No One Will Hear uit, waarop onder meer Floor Jansen te horen is en waarvoor Lucassen zelf weer volop achter microfoon en knoppen kroop. En Arjen zit zoals gebruikelijk niet om woorden verlegen, zodat de geplande veertig minuten voor het interview veel te kort blijken. We spreken we de onvermoeibare componist en multi-instrumentalist over inspiratie, samenwerken met zijn ‘inner circle’, de aankomende liveshows en de weg naar zijn nieuwe soloplaat, waarmee we het gesprek beginnen.

Sinds de laatste Ayreon in 2020 (Transitus, -red.) heb ik een hele hoop sideprojects gedaan, zoals Star One, Supersonic Revolution, Plan Nine en het album van Simone Simons. Daarna was ik creatief echt helemaal leeg. Ik heb wel vaker van die ‘black hole’-periodes maar dit keer was het extreem. Mijn laatste studioprojecten waren met en voor anderen. Om weer inspiratie te krijgen moest ik even alles loslaten en lekker iets voor mezelf gaan doen, en ja, dan wordt het volgende album automatisch een soloalbum. Ik had na Lost In The New Real wel vaker geprobeerd om weer een soloplaat op te nemen, maar dan wilde ik toch weer goede zangers op de plaat en veranderde het plan weer helemaal. Dit keer ben ik gewoon weer in mijn eentje in de studio gaan rommelen, zelf gaan zingen en toen kwamen de ideeën gelukkig weer.

Je bent zelf misschien wel je grootste criticaster als het om je zang gaat. Toch weerhoudt dat je er niet van om zelf het leeuwendeel van de zang op dit album te doen, maar ook tussen al die gerenommeerde zangers bij Ayreon je rol te zingen. Als je jezelf terugluistert, hoor je dan zelf nog een ontwikkeling in je stem?

Ja, goeie vraag. Ik vind mezelf iets beter geworden. Ik denk dat ik mijn beperkingen ken. Vroeger ging ik nog weleens buiten mijn beperkingen en dan klonk het niet lekker gewoon, klonk het geforceerd. Ik weet nu, als ik echt lekker zacht zing, dat er zelfs een beetje van een vibrator komt, waar ik nooit goed in ben geweest. Het gaat me tegenwoordig makkelijker af.

Als ik het vergelijk met echt oude dingen, zeg maar veertig jaar geleden, dan kon ik vroeger wel hoger en krachtiger zingen. Maar of het nou echt mooi klonk….. Anderen zullen het onderwerp misschien vermijden, maar je kunt natuurlijk de zang een beetje ‘tunen’ tegenwoordig en dat heb ik hier en daar wel nodig. Maar dan wel heel subtiel.

Op Songs No One Will Hear doe je bijna alles zelf, maar wie heb je voor de drums ingeschakeld?

Ik werk eigenlijk de afgelopen vijf jaar met Koen Herfst. Het eerste wat ik met hem gedaan heb is Days of the Knights, het nummer dat net is uitgekomen op YouTube, afkomstig van mijn eerste soloplaat uit in 1993. Die heb ik opnieuw opgenomen en ik kreeg de tip om voor de drums naar Koen te gaan. Koen heeft zijn eigen studio en een dag nadat ik hem dat nummer stuurde kreeg ik een fantastisch resultaat terug met allemaal eigen ideeën erin verwerkt. De samenwerking bevalt zo goed dat ik inmiddels 53 nummers met hem heb opgenomen. Koen telt de nummers en hij wil de honderd halen.

Natuurlijk krijg ik vaak de vraag waarom ik Ed Warby niet heb gevraagd. Ed is een powerhouse en slaat iedere klap hard en raak. Dat is super bij Ayreon en ook tijdens de liveshows is hij weer van de partij. Maar ja, met mijn beperkte stem zit er toch heel veel dynamiek in dit album en dat is eigenlijk niet wat Ed leuk vindt. Ik kan me nog precies voor de geest halen dat ik hem voor Tunnel of Light van Into The Electric Castle vroeg om met kwastjes te spelen. Je had zijn gezicht moeten zien! Ik liep even de deur uit en hoor hem nog net met een mix van verbazing en afschuw tegen iemand zeggen: “hij wil dat ik met kwastjes speel…” Daar deed ik hem duidelijk geen plezier mee.

Ik volg je werk heel lang en noem mezelf groot liefhebber van je werk. Ik merkte eerlijk gezegd ook wel een zekere verzadiging in je output. Je bracht de afgelopen jaren veel studiowerk uit en soms leek je iets teveel uit eigen werk te citeren. Natuurlijk heb je een herkenbare stijl, maar wat mij opviel is dat je nieuwe album iets verfrissends en spontaans heeft dat ik een poosje heb gemist. Is dat ook iets waar je je bewust van bent en waar je op zoek naar bent?

Je bent niet de eerste die het zegt, ik lees het ook in heel veel recensies. En nee, ik had echt het gevoel dat dit gewoon weer een volgend album is. Ik was wel een beetje bezorgd omdat ik me afvroeg of mensen nog wel op een soloalbum van mij zitten te wachten, met mijn kleine stemmetje. Daarbij is het nieuwe album niet echt een progalbum en het is ook geen pure metal. Het het is een beetje van alles wat, dus is het maar de vraag of het mensen aanspreekt. Maar opvallend genoeg heb ik meer interviews gedaan dan in jaren. Ik sta op de voorpagina van magazines en ben album van de maand in een van mijn favoriete Duitse magazines.

Ik heb wel bewust geprobeerd dit album meer dynamiek te geven en een bandgevoel te creëren. Daarin is mijn samenwerking met Koen heel belangrijk geweest. Omdat hij zelf zijn studio heeft kan ik heel snel met hem werken. Ik stuur hem nummers op en hij komt heel snel met ideeën daarvoor terug. En als hij dan een te gekke drumpartij heeft gespeeld dan wil ik natuurlijk een gave gitaarpartij terugsturen, zo van “kijk wat ik kan op jouw drumpartij!”. Dat is echt superleuk samenwerken. Dus misschien is dat wat je hoort als je het album frisser en spontaner vindt klinken.

Dus als ik het goed begrijp, heeft de samenwerking met Koen je geïnspireerd om net dat beetje extra’s te geven?

Ja, ik denk het best wel. Ik raak wel geïnspireerd als iemand enthousiast is. Daarom werk ik bijvoorbeeld ook graag met Irene, die de achtergrondzang heeft gedaan. Als ik haar vraag of ze me wil helpen dan kan ik mijn zin bij wijze van spreken niet af maken en is ze al op weg naar mijn studio.

Is die inspiratie ook de reden dat je tegenwoordig veel meer met een vaste groep mensen werkt? Met Ayreon koos je vroeger bewust voor nieuwe stemmen op elk volgende album, maar gaandeweg is dat wel veranderd. Is die inspiratie de reden dat je tegenwoordig veel meer met een vaste groep mensen werkt?

Ja, ik heb de perfecte mensen gevonden. We hadden gisteren weer repetitie voor de live-shows en dan ben ik echt onder de indruk van de kwaliteit van de mensen waarmee ik werk. En de sfeer onderling is perfect. En ik weet wat het destructieve effect van een rotte appel in de groep kan zijn, dus ik wil het eigenlijk ook niet meer veranderen.

Betekent dat dan ook dat de kans op een nieuw Ayreon-album, waarbij mensen toch verwachten dat je met een nieuwe cast komt, een stuk kleiner wordt?

Heel goede vraag, want daar ben ik nu natuurlijk wel over aan het denken. Ik bedoel, het volgende album moet echt alweer een Ayreon-album worden, omdat de mensen nu wel weer genoeg zijprojecten gehoord hebben. En ja, daar horen nieuwe stemmen bij. En het is ook wel weer leuk om met nieuwe mensen te werken. Bij The Human Equation had ik echt de regel dat ik alleen maar mensen wilde waarmee ik niet eerder had gewerkt. Dat ga ik niet meer doen.

De spoeling wordt dan natuurlijk ook wel erg doen, aangezien je bijna alle grote namen in de progressieve metal al wel hebt gestrikt.

Precies, en mijn muzikale helden die ik graag nog eens op een album zou willen, zijn allemaal zo’n 10 tot 15 jaar ouder dan ik, dus dat wordt ook niet meer wat. Ik wil zangers graag in hun ‘prime’ hebben. Daarom ben ik zo blij dat Dino Jelusick meedoet aan de liveshows. Die gast is nog geen dertig, hij is op dit moment de beste ter wereld en hij ziet er goed uit. Dan heb ik toch wel een gevoel van shit, dat is toch wel heel erg gaaf.

En wat voor mij en denk ik voor heel veel fans de charme is van Ayreon is dat jij toch het talent hebt om net iets meer uit mensen te halen dan ze in hun vertrouwde omgeving doen.

Dat is altijd mijn streven. Het is echt echt als mensen zeggen dat ze James LaBrie gaver vinden zingen dan bij Dream Theater.

Een prachtig voorbeeld vind ik Janne “JB” Christoffersen (Grand Magus)….

Dat is een extreem voorbeeld. Hij voelde zich eigenlijk helemaal niet op zijn gemak hier. Ik heb het beste eruit gehaald, maar ik denk dat hij het helemaal niks vond. Ik heb dat nog nooit gezegd in een interview en hij is top op dat album, maar zijn hart ligt toch in wat hij doet met zijn eigen band.

Hij was echt gefrustreerd over alle verschillende maatsoorten waarover hij moest zingen. Ik heb hem op een gegeven moment gewoon maar laten zingen en achteraf zijn partijen op de goede plek gezet.

Als luisteraar hoor je wel dat hij zoekt en dat hij tegen zijn beperkingen vecht, maar het geeft iets onvoorspelbaars.

Absoluut en ik vind het supergaaf dat hij op The Theory Of Everything meedoet. Maar ik denk dat als ik dat album ooit live zou gaan doen, dat ik hem niet zover krijg om mee te doen.

Terug naar je nieuwe album: Songs No One Will Hear gaat over de vraag wat je zou doen als je weet dat de wereld over vijf maanden zou eindigen. Om het concept over te brengen op de luisteraar heb je Michael Mills ingeschakeld, die zijn rol op karakteristieke en humoristische wijze invult. Je hebt in het verleden vaker van vertellers gebruik gemaakt op je albums, maar het is voor het eerst dat je het album online zonder de verteller plaatst. Is dat een offer aan de playlist-generatie?

Onder andere, het begon eigenlijk met mijn laatste Ayreon-album Transitus, waarop mijn held Tom Baker, de beste Doctor Who ooit, verteller was. Ik heb hem flink heb laten kwaken op dat album, en ja, ik kreeg echt wel voor de eerste keer veel reacties van mensen die niets vonden dat ze bij elk nummer eerst weer naar een verhaal van Tom Baker moesten luisteren. Er zijn gewoon mensen die er niet van houden om iedere keer weer iemand hetzelfde te horen zeggen tussen de nummers. En ja, op streamingplatforms werkt dat ook niet echt, zo’n verhaal midden in een playlist. Dus daarom hebben we ook een versie zonder narration, die ook als tweede CD is toegevoegd bij de digipack en earbook. Ik vind het zonde, ik vind het supersaai zonder narration.

Naast Michael Mills als verteller heb je nog een mooie gastrol voor Floor Jansen, die echt een fantastische partij zingt op We’ll Never Know.

Dat is veruit het meest droevige en emotionele nummer op mijn nieuwe soloalbum. Het gaat over een liefhebbend stel dat een klein meisje verwacht: hun droom die eindelijk uitkomt. Maar nu, met het einde van de mensheid nabij, zullen ze haar nooit kunnen ontmoeten. Ze vragen zich af… wat voor mens zou ze zijn geworden? Ik voelde dat Floor, zelf moeder, de perfecte zangeres voor dit nummer zou zijn. Gelukkig hield ze van de tekst en het lied en maakte ze er meteen verbinding mee. Ze heeft er haar hart en ziel in gelegd, zoals je kunt horen.

En je hondje Fjorf heeft nog een gastrol in Shaggathon? 

Ja, Fjorfje moest gewoon op de plaat. In het nummer gaan we doggy-style, dus we hebben hem in de studio gelokt met koekjes. Ook leuk dat hij op de albumhoes staat en dat is echt puur toeval want we waren bij aan het foto’s van mij aan het maken op het strand in Zeeland en hij kwam er gewoon bij zitten.

In het album zijn talrijke referenties aan eerder werk, zoals Dr. Slumber die op dit album weer een verdienmodel aan de dood heeft gevonden met zijn Blue Bus.

Die Blue Bus komt uit het nummer The End van The Doors. Dat nummer heb ik gecoverd voor dit album, maar dat is dus echt een ‘Song No One Will Hear’ want The Doors vonden dit helemaal niks. Oké, ik had het nummer compleet veranderd, want het origineel is elf minuten. Ik had het ingekort naar vier minuten, met een echt hele gave Hammondsolo. Maar helaas, dit nummer mag nooit uitgebracht worden. Maar goed, in dat nummer zingt Jim Morrison “the Blue Bus is calling us” een heleboel keren, maar niemand weet waar hij het over heeft. En zelf wist hij het waarschijnlijk ook niet. Ik vond het wel leuk om daar een verhaal van te maken.

Op je vorige soloalbum staat het nummer Pink Beatles in a Purple Zeppelin, over een toekomst waarin kunstmatige intelligentie alle muziek kan maken die je wenst. Dat nummer is profetisch gebleken.

Helaas wel inderdaad. Toen ik het nummer maakte dacht ik dat het misschien ooit mogelijk was in een verre toekomst. Inmiddels zijn we twaalf jaar verder en is het al realiteit.

Is AI een ontwikkeling die je bezighoudt en die je volgt?

Ja absoluut. Ik kijk dagelijks voor ik ga slapen wel een uurtje op YouTube en als er iets over AI is, daar klik ik op. Wat zijn de ontwikkelingen, wat vinden mensen ervan en wat moet er gedaan worden aan copyrights. Dat soort vragen houden me zeker bezig.

En zie je iets positiefs in die ontwikkeling?

Op het moment niet, maar dat heb ik wel met meer ontwikkelingen gehad. De CD vond ik helemaal niks. Vinyl, dat was het! Maar ja, ik kreeg een CD en goh, toch wel fijn dat ik die niet hoefde om te draaien en geen last van krassen heb. En toen gingen we naar streaming toe. Nou, afschuwelijk man! Tegen mijn platenmaatschappij zei ik dat we niet op streaming platforms gaan, want dat levert niets op en nu pas ik mijn album aan zodat het beter geschikt is voor playlists. Dus ja, op een gegeven moment zal ik er toch aan toegeven. Ik kan beter gaan nadenken hoe kan ik het gebruiken in positieve zin, er iets creatiefs mee doen.

Nu hoor je dat AI-muziek nog te gladjes en nep klinkt, maar dat gaat natuurlijk veranderen. Over een paar jaar kunnen fans gewoon zelf het vervolg op Into The Electric Castle opvragen via AI als ze mijn nieuwe album niets vinden.

Je bent ook bezig met de laatste voorbereidingen voor de aanstaande liveshows. Onlangs kwam het verdrietige nieuws dat Edward Reekers vanwege gezondheidsproblemen niet mee kan doen (na het gesprek werd duidelijk dat Wudstik zijn rol overneemt).

Ja, dat was vreselijk nieuws dat me diep raakte. Hij is er vanaf het eerste album, sterker nog, hij was de eerste stem op The Final Experiment. Ik vind hem ook echt de voorzitter van Ayreon. Op de eerste vier Ayreon-albums was hij gewoon altijd te vinden met die warme, mooie stem, met die mooie vibrato.

Je bent natuurlijk al twee jaar van tevoren bezig met zo’n met zo’n grote productie. Hou je ook rekening met het feit dat artiesten kunnen uitvallen? Bijvoorbeeld omdat een zanger zijn stem verliest of een gitarist zijn hand breekt?

Nee, dat kan gaat niet. Ik kies de nummers precies uit voor de zangers die meedoen. En als ik understudies zou gebruiken voor iedereen, dan wordt dat een kostbaar verhaal. Wel heb ik Paul Glandorf, die met alle repetities meezingt. Hij kan alle rollen in alle nummers meedoen en vervangt zangers die tijdens een repetitie niet mee kunnen doen. Hem zou ik bij nood kunnen inzetten. Dus we komen er vast wel uit…

Van je vorige show kwam een liveregistratie uit. Over de beelden op de DVD/BluRay was nog wel een en ander aan te merken, met name de overdaad van slowmotion-effecten en de drukke beeldwisselingen. Ik kan me herinneren dat je zelf ook niet zo blij was met het resultaat. Van de aankomende shows komt natuurlijk ook een liveregistratie uit. Neem je nu de regie zelf in handen?

Ik was inderdaad helemaal niet blij met het resultaat. Daarom hebben we dit jaar een nieuw team uit Engeland dat de beelden gaat verzorgen. En waar het vorige team ongeïnteresseerd leek, is dat met deze mensen compleet anders. Hier moet ik soms het enthousiasme een beetje temperen. Dus ik heb er vertrouwen in dat het resultaat dit keer veel beter zal zijn.

Ik zie ernaar uit. Maar goed, eerst de live show zelf nog. Veel succes met de laatste voorbereidingen nog en we zullen met Zware Metalen zeker weer verslag doen van de show.

Dankjewel, ik ben heel benieuwd wat jullie van de show vinden. Stuur me maar een linkje!

Links: