Xalpen – The Curse Of Kwányep

Het regent en waait hard vandaag. Dit zou de perfecte dag zijn om eens rustig te genieten van wat funeral doom op de achtergrond. Ware het niet dat ik The Curse Of Kwányep heb aangezet. Dit is het nieuwe album van de Chileense blackmetalband Xalpen. Gasten met namen waarbij er bij mij in eerste instantie geen belletje ging rinkelen, want Keykròk, Tarem-Keláash en Koch-Keul dat kan iedereen zijn, nietwaar? Totdat ik mij eens verder inzoomde op Metal Archives en die Tarem-Keláash niemand minder blijkt te zijn dan Alvaro Lillo ofwel de live-bassist van Watain. Bij Xalpen doet hij dienst als bassist/vocalist en tezamen met de andere twee heren is het Chileense blackmetal wat we voor onze kiezen krijgen. Grofweg gezegd weet de kenner van de Zuid-Amerikaanse scene dan al wat de kwalitatieve opties zijn; of het is bizar slecht, of je krijgt van die gemene, oververhitte blackmetal te horen met bijbehorende gillende gitaarsolo’s. Okay, ik chargeer nu een beetje natuurlijk, maar het is slechts bedoeld om één en ander te duiden.

Gelukkig hebben we met Xalpen een band vanuit de laatste categorie in huis. Dus: drumpartijen op standje maximale snelheid, tempowisselingen, gierende en brommende gitaren, geprevel in de nacht en hemeltergende vocalen. We gaan van start met het sinistere intro K´yewé om vervolgens compleet omvergeblazen te worden door Chenke. Dreunende blastbeats en de luid schreeuwende vocalisten met vrij dwingende teksten vallen direct op. De enigszins cliché en ouderwetse “oeh” kreet inbegrepen. Soms vervullen de gitaarpartijen een ondersteunende rol, maar repetitief komen er ook gitaarsolo’s op de voorgrond. We vervolgen deze blasfemische reis met het duivelse Kòlpèwsh, dat van start gaat met een typische brommende baspartij, waarna het nummer zich in de eerste fase nog rustig ontplooit, om zo verder op te bouwen naar een snel middengedeelte, wat in de verte herinneringen oproept aan het drumwerk van Deicide op Legion. Snel, hard en opgefokt ploeteren de bandleden zich door deze duistere creatie.

Het Watain-sausje ligt er bij de titeltrack The Curse Of Kwányep bovenop qua riffstructuren, met name in het begin van dit nummer. Onmiskenbaar en groots gebracht hoor! Het vervolg van dit nummer is ook beestachtig en intens spannend! Er komt een arsenaal variatie op melodie en snelheid op ons af, waar we U tegen zeggen. Het slimme is dat er zo af en toe wordt getemporiseerd, waardoor de impact van de echt snelle stukken optimaal blijft. De twee vocalisten – Keykròk staat Tarem-Keláash bij met zijn vocale spervuur – klinken zeer gemeen(d) en geven werkelijk alles. De gekende thrashelementen uit de Zuid-Amerikaanse scene zijn onder andere op een nummer als The Beast From The East goed te onderscheiden en nauwgezet uitgevoerd.

Tijdens Kash Wayèwèn Qèr valt het snelle niet aflatende blastwerk dan weer in positieve zin op: er lijkt in eerste instantie geen gas te worden teruggenomen. Maar na zo’n dikke twee minuten voeren de heren dan een heel smaakvol en duister middenstuk toe, waarna er plotsklaps weer keihard op los wordt geramd. En ook hier zitten er van allerlei minuscule en grotere elementen in de muziek verweven, zoals snelle fills, duister geschreeuw op de achtergrond en hallucinante gitaarriffs. Her en der is er sprake van wat lichte reverb, maar nooit overmatig, zodat we alles rauw in de mik te verwerken krijgen. Het is slechts tijdens het kort durende intermezzo Mah-Ká Xalpen (The Offering Chant) dat we even worden meegenomen naar een wat rustiger, duister oord.

Met Daughters of the Nightside belanden we in een mid-tempo cadans die in mijn beleving moet dienen tot de opmaat en het grote hoogtepunt op dit album. Dat is dan Moon Woman. Openen doen we met een gitaarriff uit het onheilige Watain-boekje en dan is het slechts met open mond blijven zitten. Furieus en bevlogen gaat de band van start zonder al teveel gas terug te nemen. De bizar snelle drums op de voorgrond, de meanderde en elektronisch geladen gitaarriffs op de achtergrond in combinatie met de twee demonische vocalen, het is allemaal een lust voor het oor!

Het album eindigt vervolgens met het instrumentale Hain Koijn Harsho en een cover Diabolicca (Angeles del Infierno). En ondanks het feit dat ook dit allemaal uitermate smaakvol is uitgevoerd, blijft het in vergelijking met de rest van The Curse Of Kwányep wat minder hangen. Dat zegt dan ook gelijk wat over het hoge niveau van de andere nummers op dit album. Nergens klinkt het geheel (te) rommelig, onbezonnen of ongeïnspireerd. In essentie staat er geen noot teveel of te weinig op dit album van Chileense makelij. Dit is voor mij één van de eerste muzikale hoogtepunten van 2023. Is strakke, begeesterende en uiterst impulsieve blackmetal jouw ding? Met her en der een vleugje thrash en niet al te opzichtige, maar wel aanwezige hints die doen denken aan Watain? Dan kan dit album zomaar jaarlijstmateriaal worden.

 

Score:

89/100

Label:

Black Lodge, 2023

Tracklisting:

  1. K´yewé
  2. Chenke
  3. Kòlpèwsh
  4. The Curse of Kwányep
  5. The Beast from the East
  6. Kash Wayèwèn Qèr
  7. Mah-Ká Xalpen
  8. Daughters of the Nightside
  9. Moon Woman
  10. Hain Koijn Harsho
  11. Diabolicca (cover Angeles del Infierno)

Line-up:

  • Keykròk – gitaren, zang
  • Tarem-Keláash – bas, zang
  • Koch-Keul – drums

Links: