Een debuut van deze Canadezen die als invloed Alcest en Deafhaven noemen. Nu ga ik iets heel geks zeggen, maar ik heb eigenlijk geen idee waar dit op lijkt. De vocalen zijn een soort mix tussen een verkouden Shagrath (Dimmu Borgir) en een screamo jongeling. De muziek doet niet zo heel erg ‘post’ aan. Niet meer dan een Falls of Rauros.
Dat is ook gelijk een prima referentiepunt muzikaal gezien. Ware het niet dat deze productie de vocalen totaal doet oversturen en de akoestische (gitaar)passages slechts beperkt worden ingezet. Het gevolg is een vrij bleke plaat, maar wel met een melancholie die als een regenbui in de lucht hangt gedurende de gehele speelduur. De tracks zijn vrij kort, en daarin zit ook de balans tussen atmosfeer en hooks. Deze band leunt duidelijk wat minder op de atmosfeer in de liedjes zelf. Als geheel wordt de sfeer bereikt, maar binnen de songs is het toch doelmatig rocken met snelle overgangen en dansbare structuren.
Vitrail wil zich onderscheiden met korte, gerichte songs in een genre dat vooral uitgesponnen sfeerlandschappen kent. Die missie is best geslaagd, zeker voor een debuut. De band trekt hierdoor regelmatig de aandacht weer naar zich toe. Een overdaad daarvan leidt doorgaans tot incoherentie, maar dat valt redelijk mee op deze plaat. Tot echt unieke en grootse proporties weet het muzikaal niet te raken, maar dat hoeft ook niet gelijk al. De productie van de vocalen is uniek, maar dat is niet per se een compliment. Hoewel de zanglijnen de muziek op een goede manier benadrukken is het wat vermoeiend en eentonig op de langere termijn. Het grootste afbreukrisico voor een verder prima uitgewerkt debuut, dat muzikaal in het verlengde ligt van andere post-blackbands.
Score:
71/100
Label:
Eigen beheer, 2021
Tracklisting:
- Devant l’autel
- La tempête apaisée
- Dans le secret
- Poursuivre le vent
- Pendant
- Le semeur
- Sur la montagne
- Aux armes – Repentance
Line-up:
- Simon Tremblay – Gitaar, vocalen
- Richard-William Turcotte – Drums
- Frédéric Custeau – Basgitaar, texturen
Links: