2020 zal vermoedelijk niet de annalen ingaan als een uitermate geslaagd jaar. Het Amerikaanse Tombs doet echter stevig zijn best er toch wat van te maken, of zo je wilt de duisternis van deze tijden nog wat zwaarder aan te zetten. Want na de EP Monarchy Of Shadows die begin dit jaar uitkwam komt men nu – een maand of acht later al – onverstoord aandragen met een nieuwe langspeler.
Op deze vijfde Under Sullen Skies genaamd, toont de band zich een grootmeester in het neerzetten van depressieve, akelige sferen. Dat doet Tombs in een geluid dat ergens ligt tussen dat van Celtic Frost ten tijde van Monotheist, de gelaagde leegte van Secrets Of The Moon’s gelijknamige album en de donder van Darkthrone’s Arctic Thunder. Ah, geen hoge tempi dus? Nou, niet als hoofdmoot. Toegegeven, het kwaadaardige Barren en het schurende Lex Talionis razen in grote delen voort, de eerste aangedreven door bijna machinaal klinkende drums de tweede voorzien van opzettelijk verstorende riffs. Ook kent menig track, zoals het vurig openende Bone Furnace, een voortvarend begin. Maar meestal wordt toch snel teruggeschakeld naar waar Tombs het beste in is: krachtige, vervreemdende, midtempo doorstampende (black) metal.
Dat we black in de vorige zin tussen haakjes zetten, lijkt op het eerste gezicht misschien lachwekkend. De wortelen van deze Under Sullen Skies liggen immers overduidelijk in de black metal. De drums ketelen en naargeestige sferen “vieren” hoogtij. Toch is hier meer aan de hand. In The Hunger horen we een elektronisch, bijna EBM-intro. De klagende cleane zang (die ook op andere songs terugkomt) duwt het geheel dan weer in de richting van wavebands als Sisters Of Mercy. Nergens meer overigens dan in het geweldige Secrets Of The Black Sun. De riffs dan klinken bij tijd en wijle ook aanmerkelijk zwaarder dan gebruikelijk in het zwarte genre. De band zelf durft zelfs te spreken van Metallica-geïnspireerd “chugging”. En eerlijk, we horen het terug.
Net zo vaak horen we echter gluiperige leads en atonale passages, die onder je huid kruipen om zich een weg te knagen naar je (al dan niet zwartgeblakerde, kijk zelf maar) ziel. Zo weet men in het sterke Void Constellation middels wringende doomriffs, weeïg wiegende gitaren en langzaam wegdrijvende ijle leads wel degelijk het gevoel neer te zetten van een onbegrensde ruimte die zich gaandeweg meer en meer ontwikkelt tot een angstaanjagende onpeilbare leegte. Een ander hoogtepunt is ongetwijfeld het eerder genoemde Secrets Of The Black Sun. dat zeven minuten lang laag voor laag wordt opgebouwd. Over schaarse drums en spaarzaam aangeslagen gitaarsnaren ploetert een vermoeide stem Thomas Gabriel Fischer-gewijs voort in een intro dat alle hoop – voor zover nog aanwezig – doet vervliegen. Halverwege landt een dikke laag gitaren. Het zorgt echter nauwelijks voor verlichting in het aldus gecreëerde moeras van zorgen. Zelfs wanneer het tempo ten langen leste wat omhoog gaat, blijven het akelige gevoel in de gitaren en de ijzige gillen je in een greep nemen waaruit het moeilijk is je te ontworstelen.
En toch, Under Sullen Skies een fijne plaat noemen gaat niet aan. Groots, donker en indrukwekkend zijn woorden die veel beter passen. Het is misschien toch alweer van de laatste Triptykon of het geniale Sun (Secrets Of The Moon) geleden dat we een dergelijk duister meesterwerk hoorden.
Score:
87/100
Label:
Season Of Mist, 2020
Tracklisting:
- Bone Furnace
- Void Constellation
- Barren
- The Hunger
- Secrets Of The Black Sun
- Descensum
- We Move Like Phantoms
- Mordum
- Lex Talionis
- Angel Of Darkness
- Sombre Ruin
- Plague Years
Line-up:
- Mike Hill – Vocalen, gitaar, synthesizers, elektronica
- Matt Medeiros – Gitaar
- Drew Murphy – Basgitaar, vocalen
- Justin Spaeth – Drums, gitaren, synthesizers, elektronica
Links: