Septycal Gorge – Scourge of the Formless Breed
Eigen beheer, 2014
Vijf jaar heeft het geduurd, de wederopstand van Septycal Gorge. Het vorige album, Erase the Insignificant, zorgde bij collega Alfvoet voor een doorweekte onderbroek. Zodoende werd dat album door hem beloond met een royale 85/100. Niet verkeerd natuurlijk. Je mag wel zeggen dat er anno 2014 een hogere dosis azijn uit onze urinebuizen komt gestroomd en zodoende zijn dit soort beoordelingen niet meer zo vaak aan de orde van de dag. Desondanks ging ik er eens goed voor zitten, want ik had er goede hoop op dat Scourge of the Formless Breed mijn aambeien voor eens en altijd naar binnen zou doen schieten. Bij deze mijn ervaring in geuren en kleuren.
Wat is dat toch? Die ingebeelde lijn waar bands uit het wereldje der technische deathmetal net wel of toch net niet onder vallen. Op het eerste gehoor lijkt het allemaal razend knap, maar het merendeel kan zonder schroom per direct door de plee worden gespoeld. Uiteindelijk zie ik Suffocation altijd als de “schuldige” voor de enorme stortvloed aan bands in dit subgenre. Maar vandaag de dag worden ook die toonaangevende Amerikanen onder leiding van Frank Mullen met gemak overtroffen als het gaat om technische frivoliteiten. Daar ligt dan mijns inziens ook het probleem. Het technische aspect krijgt te vaak de overhand en het “simpelweg” schrijven van een goed nummer lijkt dan op de tweede of derde plek te komen. Dit euvel is gelukkig nauwelijks aan de orde bij deze Italianen. Halleluja, eindelijk weer eens een technisch onderlegde deathmetalband die ondanks een zeer imposante speelstijl ook eens denkt aan de doorsnee luisteraar die schijt heeft aan wat jij als muzikant allemaal kan met je gitaarhals. Op Scourge of the Formless Breed krijg je naast indrukwekkend gitaarspel (waar je als gitarist duidelijk een olifantengeheugen voor nodig hebt, gezien hier niet enkel tot vier of acht wordt geteld) ook prima in het gehoor liggende beukstukken die de verhouding “technisch” en “metal” mooi in evenwicht houden. Alles wordt ondersteund door een sterke ritmesectie die op dit album heerlijk tot zijn recht komt. Niets onnatuurlijks, maar desondanks retestrak en voorzien van gewelddadige blasts en rollende basdrums die mijn goudvissen spontaan kuit laten schieten.
Qua structuur doen de vocalen mij nog het meest denken aan eerdergenoemde grootheid uit New York. Septycal Gorge zorgt er met enkele land-/genregenoten voor dat Italië op het gebied van technische deathmetal niet meer tot de lelijke eendjes van de metalwereld behoort. Een groot goed dat gekoesterd moet worden. Nu snel op tour en daarna werken aan een nieuwe plaat met daarop enkele megakrakers op het gebied van songwriting. Want dat is wellicht het enige puntje van kritiek. Deze plaat mist enkel nog die track waar het publiek om schreeuwt tijdens een optreden. Hoewel Deeds of Eternity dichtbij komt met zijn lompe ritme. Een plaat die mag worden meegenomen in de nominaties voor de jaarlijsten van dit jaar. Liefhebbers van bands als Decrepit Birth halen dit in huis. Ik zit overigens weer een stuk lekkerder op m’n stoel.
Tracklisting:
- Living Torment of the Sleeping God
- Urizen – The Burning Sun
- Slaughter Conceived
- No Spawn No Reign (Sons of Enoch Pt.1)
- Breed of the Rejected (Sons of Enoch Pt.2)
- Anabasis/Paralysis
- Deeds of Eternity
- Coil of Nothingness
- Awakening of the Seven Serpents
Line-up:
- Los – Gitaar
- Diego Riccobene – Gitaar
- Mariano Somá – Vocalen
- Davide “BrutalDave” Billia – Drums
Links: