Pupil Slicer – Mirrors

Met weemoed zullen de liefhebbers van een goed georganiseerde, muzikale ratatouille terugdenken aan de dagen dat bands als Dillinger Escape Plan, Converge en Botch nog regelmatig met platen op de proppen kwamen. Formeel gezien is Converge natuurlijk nog actief, maar de echt wilde haren lijken allang te zijn verdwenen. De bovengenoemde bands waren belangrijke vaandeldragers in de mathcore; een opgefokte bak ‘core’ voorzien van polyritmische hoogstandjes en onvoorspelbare wendingen die bovendien stijf van de energie en adrenaline stond. Hoewel het genre hedendaags nog niet dood en begraven is, horen we bar weinig spraakmakende bands die een gooi doen naar de hoogtijdagen, laat staan daar succesvol in slagen. Welnu, de drie ambitieuze leden van Pupil Slicer kunnen daar weleens verschil in gaan brengen.

Onder aanvoering van vocaliste en gitariste Kate Davies, die net als het eveneens Britse Svalbard ook behoorlijk heftige teksten ter sprake brengt, heeft Pupil Slicer al een deftig wapen in de strijd der herkenning. De zangeres bijt namelijk regelmatig fel van zich af waarbij de prestaties tijdens de hardere tracks bovengemiddeld goed zijn. De growls en krijszang van bassist Luke Fabian zorgen voor een vuig randje dat de mathcore net wat smeriger en ruiger laat klinken. Waar Dillinger Escape Plan ooit te wiskundig aan het musiceren was en Converge wel erg diep in de materie dook, weet Pupil Slicer tijdens de eerste paar tracks een herkenbaar en erg catchy brug te slaan tussen beide manieren van aanpak. Zo klinkt openingstrack Martyrs behapbaar maar ook prettig gestoord, had het korte Stabbing Spiders zo op een recente plaat van Pig Destroyer kunnen staan en overtuigt de single L’Appel Du Vide (whoo!) met een hoog noise-gehalte en speelse loopjes evenwel. Het drietal heeft er bovendien slim voor gekozen om fragmentatiebommetjes met een korte speelduur zoals Panic Defence en Vilified niet te clusteren maar tussen wat langere nummers te plaatsen. Wat ook opvalt is dat het aandeel van beide vocalisten ongeveer even groot is, iets dat zelden het geval is, maar in het geval van Pupil Slicer erg krachtig uitpakt.


Ik ga nog even verder met mijn lofzang, want naast een goede dosering en positionering van de verschillende tracks weet de band de luisteraar tussen de geflipte gitaarriffs en hak-op-de-tak-drumpartijen ook nog handvatten te bieden met bijvoorbeeld memorabele gitaarloopjes (Worthless), groovende gitaarpartijen en ingetogen (jazz)passages. Die laatste twee elementen vinden we onder andere terug bij één van de sterkste arrangementen: Wound Upon My Skin, dat tevens de tweede single van Mirrors is. Aan het einde van dit debuutalbum tovert het drietal nog twee nummers uit de hoge hoed die beiden meer dan zes minuten duren. Daarin horen we veel verschillende kanten van Pupil Slicer terug, maar de goede balans tussen uptempo, moddervette breaks en ingetogenheid zorgt voor een grote glimlach op het gelaat.

Ondanks dat Mirrors dus vol staat met gretige mathcore, is een aantal luisterbeurten al voldoende om het album goed te kunnen doorgronden. De twaalf nummers zitten vol met overstuurde gitaarpartijen en drums, terwijl de vocalenwisselwerking nergens over de top is, en dus zorgt voor een nog overtuigender resultaat. Waar veel bands doorslaan in het concept bij mathcore, weet Pupil Slicer indruk te maken door enerzijds de muzikale chaos te creëren die je verwacht en anderzijds nadrukkelijk in te zetten op het bewaken van overzicht en structuur. Het zal mij niet verbazen als we nog veel meer van deze Britten gaan horen. De band staat bij ondergetekende in ieder geval uit het niets als dikke stip op de radar.

Score:

82/100

Label:

Prosthetic Records, 2021

Tracklisting:

  1. Martyrs
  2. Stabbing Spiders
  3. L’appel Du Vide
  4. Panic Defence
  5. Husk
  6. Vilified
  7. Worthless
  8. Wounds Upon My Skin
  9. Interlocutor
  10. Mirrors Are More Fun Than Television
  11. Save The Dream, Kill Your Friends
  12. Collective Unconscious

Line-up:

  • Kate Davies – Vocalen, gitaar
  • Luke Fabian – Basgitaar, vocalen
  • Josh Andrews – Drums

Links: