Bij Zware Metalen ontvangen we wekelijks tientallen nieuwe promo’s en af en toe gebeurt het dan wel eens dat zo’n promo je volledig verrast door zijn professionaliteit. Nog maar zelden ontving ik voor een debuutalbum zo’n professioneel ogende en esthetisch aantrekkelijke promo als die van Opus Iraes eersteling. En dat is al helemaal uitzonderlijk aangezien het om een relatief onbekende band gaat, zonder bekende namen in de gelederen. Het artwork oogt glashelder, de bandfoto is stijlvol bewerkt en zelfs het piekfijn verzorgde CD-boekje is in digitale vorm bij de promo meegeleverd. Met de groeten van het kleine Zweedse label Endtime Productions, dat zijn discipelen wel heel erg in de watten legt. Hulde!
Opus Irae is een Duits gezelschap dat symfonische black metal maakt. De band bestaat uit maar liefst zes vaste leden, waaronder een mannelijke én een vrouwelijke vocalist. Het moet gezegd: deze band past perfect bij zijn perfectionistische label, want Opus Irae laat niets aan het toeval over. Zo werden alle klassieke elementen van de muziek op Into The Endless Night ingespeeld op echte instrumenten (in plaats van dit digitaal te construeren) en is er zelfs een koortje samengesteld waarin de frontvrouw van de band ook haar duit in het vocale zakje doet. Naar eigen zeggen wilde Opus Irae op die manier een authentiek geluid creëren, wat op zich alleszins een achtenswaardige keuze is. Daarnaast lieten deze dame en heren zich omringen door een aantal bijzonder grote kanonnen uit de metalwereld. Dat prachtige artwork? Dat komt gewoon van de hand van dezelfde man die de covers van Bathory’s Nordland I en II, Dissections Storm of the Light’s Bane en Emperors In the Nightside Eclipse (ik zie ook redelijk wat parallellen tussen beide covers…) heeft vormgegeven. De muziek werd achteraf ook gemixt en gemastered door niemand minder dan Dan Swanö himself. Alleen al die connecties (én het harde werk van Endtime Productions) leggen de lat én het verwachtingspatroon voor deze release torenhoog. Het was dan ook maar de vraag of Into The Endless Night deze verwachtingen kon inlossen…
Op basis van de teksten (en een beetje online gesnuister) heb ik begrepen dat dit een christelijke blackmetalband is. Er zijn doorheen de lyrics alleszins voldoende verwijzingen naar het Christendom en het Jodendom te vinden (“Lion of Judah”, “The lamb of wounds”, “The army of eternal Zion” en “Recordare, Jesu pie”, om er maar enkele te noemen). Laat dat de pret vooral niet drukken, want Opus Irae heeft echt wel iets interessants te bieden.
De eerste twee tracks liggen stilistisch wat in dezelfde lijn. Van een symfonische blackmetalband met een wat esoterisch centraal thema verwachtte ik een lang, orkestraal intro, maar daar doen deze mensen lekker niet aan mee. Alsof ze van bij het begin willen duidelijk maken dat christelijke black metal ook nijdig en gemeen kan klinken, gooien ze onmiddellijk alle registers open. We krijgen van bij de aanvang van The Burden Of Man stevig beukende drums, netjes gecomponeerde melodische riffs en een dubbele vocale charge te verwerken. Dubbel inderdaad, want Dorn bedient zich zowel van een hese schreeuw als van een diepere grom. Contrast en variatie worden ook ingebouwd door de agressievere passages af te wisselen met zoetgevooisde fluitmelodieën en door koperblazers ondersteunde strijkersintermezzo’s. Toch ligt de nadruk van deze nummers bij de zeer melodische en soepel in het gehoor liggende riffs. Het is duidelijk dat Opus Irae veel tijd en toewijding heeft geïnvesteerd in het uitwerken van deze riffs, want ze klinken niet alleen heel warm, overtuigend en herkenbaar, maar de wisselwerking tussen de riffs onderling enerzijds en de wisselwerking met de klassieke instrumenten anderzijds klinkt ook heel natuurlijk en de overgangen zijn naadloos.
Requiem Aeternam doet er nog een creatief schepje bovenop door ook een heuse solo en in het Latijn gezongen koorzang te integreren. Dat laatste klinkt op zich heel braaf, zelfs met het stevige onderliggende drumwerk, maar doordat Opus Irae er vervolgens een powermetal-achtige riff en een kerkorgel-achtige synthfantasie tegenaan smijt, vloeit het allemaal mooi samen tot een fantasierijk, coherent geheel. Het is toch wel indrukwekkend als je nagaat hoeveel creatieve ideeën er in dit ene nummer zijn samengebracht.
Ondanks de afwijkende thematische aanpak en de prominente orkestrale elementen hoor ik tot nu toe vooral veel gelijkenissen met Dissection, maar op The Vision of Resurrecting Flesh komen daar toch ook wel heel duidelijke referenties naar Dimmu Borgirs Enthrone Darkness Triumphant bij, vooral door het gebruik van keyboards/piano. Het kelig krassende schreeuwgeluid van Dorn mist hier wel wat kracht: gelukkig is er nog zijn zwaardere tegenhanger om dit te compenseren. Het symfonische aspect, met klassieke instrumenten en orkestrale compositietechnieken, wordt naarmate het nummer vordert wel weer belangrijker.
Opus Irae is een ensemble dat zeer sterk geïnspireerd is door klassieke muziek, dat is duidelijk. Meer nog dan bij veel van hun genregenoten grijpt de band terug naar originele instrumenten en compositorische structuren. Het barokke clavecimbel-met-fluit intermezzo Strict Canon in A Minor is daar een smaakvolle uiting van. Het modernere Lament, een duet tussen piano en Sterns warme, zuivere stem (wederom in het Latijn uiteraard), demonstreert nogmaals dat deze band over veel verschillende talenten beschikt en van vele markten thuis is. Het zal voor de doorwinterde, Satan-minnende blackmetalliefhebber wel even aanpassen zijn, maar ik vind het hier eigenlijk helemaal niet misplaatst: Lament is net heel intiem en sfeervol en past in die zin perfect op deze christelijk-geïnspireerde plaat.
Wat al even indrukwekkend is: Opus Irae slaagt er in elk nummer in om iets memorabels toe te voegen, zoals de hemelse (pun intended) vioolpassage in het verder behoorlijk stevige Light Of The Morning Star. De viool en zijn melodie worden na hun solomomentje heel harmonisch geïntegreerd in de beukende melodische black met zijn scheurende, pakkende gitaarleads. Even later treedt ook de piano uit de schaduw van de andere instrumenten om een hoofdrol op te eisen. Het naadloos verenigen van deze klassieke instrumenten met stuwende drums en geestdriftige gitaren is een talent dat Opus Irae perfect beheerst. Het is werkelijk het beste van twee werelden dat hier samenkomt.
Wie zich op dit moment de vraag zou stellen waar dat klavecimbel van Strict Canon in A Minor toch heen is (ja, wie eigenlijk?), kan ik geruststellen: het instrument heeft de toetsen ondertussen opgewarmd om op Streams of Sorrow de speels-frivole hoofdrol op te eisen. Dat zou je misschien niet verwachten als je de eerste, loodzware minuut van het nummer beluistert, maar wanneer het instrument zich dan eindelijk laat horen, laat hij je niet meer los met zijn vingervlugge en vooral lichtvoetige toetsfantasieën. Misschien moet je wel een zeker liefde voor klassieke muziek hebben om dit te kunnen appreciëren, maar ik geef grif toe dat ik op dit nummer elke keer weer sta te swingen. En ja hoor, Opus Irae gooit ook zijn koortje weer in de strijd. En ja hoor, die drie schijnbaar onverenigbare elementen worden weer op geniale wijze met mekaar samengesmolten. Gloria in excelsis Deo. Amen.
Na het iets traditionelere War Everlasting (dat de verwachtingen van de titel ondanks een aantal loodzware dreunriffs niet geheel inlost) eindigt Into The Endless Night met het cinematische, orkestrale Furoris Irae, een symfonisch outro dat mijns inziens met een (figuurlijk) valse noot begint. Het stoere gesproken woord waarmee het nummer start is net iets te theatraal en komt absoluut niet geloofwaardig over. Dat het nummer dan de centrale melodie van Lament weer oprakelt voor een episch einde getuigt dan wel weer van klasse. Ik heb wel een zwak voor bands die een soort rode draad doorheen hun album weven, dus zo’n reprise kan me zeker altijd bekoren.
De lengte van deze recensie verraadt het al een beetje: er is heel wat te vertellen over de debuutplaat van Opus Irae. De band heeft dertien jaar gewacht om Into the Endless Night uit te brengen, maar het mag gezegd worden: het is nu al een magnum opus. Propvol creativiteit en perfect uitgebalanceerd tussen zwaardere metal-elementen, epische symfonische toetsen en intieme momenten. Met veel perfectionisme en oog voor detail is over elk aspect van dit album nagedacht en er valt heel wat te ontdekken als symfonische black metal je ding is. Dat dit een christelijke band is vind ik dan ook maar bijzaak. Laat de muziek spreken!

Score:
90/100
Label:
Endtime Productions, 2024
Tracklisting:
- The Burden Of Man
- Requiem Æternam
- The Battle At His Great Return
- The Vision Of Resurrecting Flesh
- Strict Canon In A Minor
- Lament
- Light Of The Morning Star
- Streams Of Sorrow
- War Everlasting
- Furoris Iræ
Line-up:
- Dorn – Stem
- Stern – Stem
- Regen – Gitaar
- Nacht – Piano, keyboards
- Feuer – Gitaar
- Wut – Drums
Links: