Lugubrum – Albino de Congo

Lugubrum – Albino de Congo
Old Grey Hair Records, 2008

Ik zeg het.
Albino

Lugubrum is een pleidooi voor eigenzinnigheid. Stelli(n)g. Wegens het gebrek aan visie/missie en/of zelfvertrouwen/zelfontplooiing groeit het aantal chichés en namaakproducten gestaag met het ontstaan van nieuwe bands in de wereld van de zwarte metal. Lugubrum heb ik nooit kunnen betichten van volgelingengedrag, noch van rebellie jegens heersende trends, wat meestal op hetzelfde neerkomt. Wie het nog begrijpt wil ik wel meegeven dat het feit van het verzaken in authenticiteit qua originaliteit op zich geen onoverkomelijk obstakel is om hoge scores of een vorm van waardering te krijgen, maar… de helaasheid der dingen, het is een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid. Eerste gewin is kattengespin, gij dwazen! Om de helaasheid te compenseren zijn er ook wijzen. Bijvoorbeeld wanneer er een uitzonderlijk artistieke potentie is, veruitwendigt door schepsels die de brug tussen het ontastbare en het materiële instrument kundig kunnen construeren, haal ik dat woord aan. Onder deze rubriek klasseer ik Lugubrum.

Lugubrum duikt in dit album de Afrikaanse Republiek Congo binnen, ooit een Belgische kolonie. Kolonialisering doet veel met volkeren, het is een clash, als een eruptie die loskomt door twee botsende aardlagen. Dat lijkt ook de vlam in dit Lugubrum-album. Begrijpelijk, want net als de voorgaande albums heeft (ondanks de titel van dit album) dit thema letterlijk en figuurlijk een bruin/zwarte klank. De compagnie vertrok gepakt en gezakt uit België en dompelde zichzelf onder in de Kongolese civilisatie. Het album is opgenomen in Kinshasa, en ook al klinkt dat kwalitatief misschien niet appetijtelijk, het klinkt Lugubrums. Naast de live opnames en de soms primitieve en onvervalste “studio-archiveringen” van vorige albums klinkt deze productie absoluut niet ondervoed. Persoonlijk vond ik de behandeling van vorig album wat te min, hier dus niet. De lokale duimpiano werd na een lokale workshop geïntroduceerd in de mix, alsook tal van andere instrumenten (maar ik ga niet alles verklappen). Ook de inmiddels bijna atavistisch beschreven bruine troon komt blijkbaar in volle bezeten- en beschetenheid terug middels het strijdtoneel tussen een man, zijn darmen en de inhoud van die ingewanden. Waarschijnlijk is de trip in Afrika deze blanke mens spijsverteringsgewijs niet goed bevallen. Buiten dat feit is het trouwens het meest “samenhangende” album dat Lugubrum er ooit uitgeduwd heeft. Wat een lol.

Het schijnt dat het hier ook over muziek moet gaan. Lugubrum heeft volledig zijn draai gevonden. De tutti frutti van groezelige jazz en muffe rechtdoor black metal is stilaan de stijl van het huis geworden. De jazz en Afrikaanse wortels zijn hier op ritmisch deel van de muzikale definitie geworden. Ik ga mezelf niet de pretentie aanmeten om te beweren dat ik veel van jazz weet, maar een naam die een referentie kan zijn is het Masada Kwartet (al is die pluim iets te groot). De bruine black metal is er zeker nog, maar stilaan wordt het in mijn ogen Acid Black metal. Hoedanook, verwacht nu niet dat je vriendin met haar kont zal beginnen zwieren (al weet je maar nooit), maar sta open voor een psychokinetische aanstekelijkheid die je het ganse album lang in beweging zal houden. Complimenten hier voor bas en drum, en vooral voor hun respectievelijke eigenaars. De andere gitaar zorgt voor de kleverige klanken, tot lang na het einde van de cd hoorbaar. De tonen die als vocaal worden bestempeld zijn soms wel erg ziek, vind ik, maar niet iedereen zal daar aanstoot aan nemen. Barditus krijst de keutels uit je lijf, en nergens klinkt het keelgeluid geforceerd.

Voor diegenen die dit verhaal uitgezeten hebben, deze Lugubrum-familie groeit ontegensprekelijk aan (knipoogje). Zij verdienen lof voor dit ontgonnen erfgoed. Weer een stuk ruwe erts om bij te plaatsen in de van galerij van de nationale metalen geschiedenis, vast en zeker in die van ondergetekende, de rex-encent. Ik quoot een wijze man die op dit album voordraagt: “Wij zijn allen koningen! Wij zijn allen koningen!”

Tracklist:

Albino

  1. Lugwampinga
  2. Kabondobondo, muborobondo
  3. Mushole
  4. Bwikalabalume
  5. Kurlerha omugongo
  6. Kurlerha omugongo

  7. Isirhe

Line-up:

  • Barditus – vocals
  • Midgaars – gitaar
  • Svein – variatie aan instrumenten
  • Noctiz – basgitaar

Links: