Heaven Shall Burn presenteert haar achtste album en inmiddels is de carrière van deze band zo uitgesponnen dat hij opgedeeld kan worden in onderscheidbare episodes. Waar de band als relatief serieuze melodische death metalband begon met platen als Whatever It Make Take, Antigone, en vooral Deaf To Our Prayers, brak het met Iconoclast en Invictus door bij het Impericon-publiek. De wat versimpelde melodeath kreeg metalcore-invloeden mee en dit leverde een aantal onwaarschijnlijke knallers zoals Endzeit op. De vele Duitse festivalweides die onder het geluid van deze hymnes overwonnen werden met behulp van mythisch grote circle pits en walls of death hebben ongetwijfeld bijgedragen aan het overdadige succes van dit vijftal. In 2013 keerde Heaven Shall Burn met Veto echter ietwat terug naar haar oude sound. Hoe laat Wanderer zich plaatsen binnen deze historie?
Waar Invictus het mindere broertje was van Iconoclast, is Wanderer het mindere broertje van Veto. De kenmerkend groteske composities waarin beukende riffs gecombineerd worden met melodische gitaarlijntjes passen wederom perfect bij de imposante natuurfoto als albumcover, maar het gematigdere, volwassener geluid van Veto wordt ditmaal op een iets te veilige wijze gepresenteerd. Deze plaat kent nog steeds zijn hoogtepunten, waaronder de bloedstollende bijdrage van George “Corpsegrinder” Fisher (Cannibal Corpse) op Prey To God en de ritmisch beukende trommels in They Shall Not Pass die de Bolt Thrower-achtige riffs extra doen overtuigen. Daartussenin voegt Heaven Shall Burn echter te weinig aan haar eigen geluid toe om de speelduur van een krap uur te rechtvaardigen.
Als gemene deler kan wat mij betreft het gebrek aan aanstekelijke agressie aangewezen worden als reden voor de middelmatigheid van deze plaat. De brute kracht in de breaks van Extermination Order zijn te dun verpreid tussen de melodische gitaarlijntjes (tijdens bijvoorbeeld Passage Of The Crane) die de indruk wekken dat naar een In Flames coverband ten tijde van The Jester Race geluisterd wordt. Waar Bring The War Home de kenmerkend stompende synths van platen als Iconoclast en Invictus introduceert, worden ze voor de rest vooral gebruikt als sfeergericht complement van de melodische riedeltjes. Voorheen zorgde een overdosis aan testosteron voor spannende en vlotte albums, maar Wanderer sleept op plagende wijze voort met een neerslachtigere tendens.
Zoals gewoonlijk kunnen op deze plaat de covers niet ontbreken. Deze keer wordt het thrashende Agent Orange van Sodom uitstekend vertaald naar Heaven Shall Burn-termen en The Cry Of Mankind van My Dying Bride telt als emotioneel afsluitend epos dankzij de hartverscheurende bijdrage van Aðalbjörn Tryggvason (Sólfstafir). Helaas brengen de eigen geschreven nummers te weinig innovatie om Wanderer voor de volle speelduur te laten boeien. Hopelijk herhaalt de historie zich en breekt met het negende studioalbum een nieuwe fase aan in de imposante historie van dit Duitse instituut.
Label:
Century Media Records, 2016
Tracklisting:
- The Loss Of Fury
- Bring The War Home
- Passage Of The Crane
- They Shall Not Pass
- Downshifter
- Prey To God
- Agent Orange (Sodom cover)
- My Heart Is My Compass
- Save Me
- Corium
- Extermination Order
- A River Of Crimson
- The Cry Of Mankind (My Dying Bride cover)
Line-up:
- Marcus Bischoff – zang
- Maik Weichert – gitaar
- Alexander Dietz – gitaar
- Eric Bischoff – basgitaar
- Christian Bass – drums
Links:
Score: 73/100