Grief Collector – En Delirium

We maken een voorzichtige buiging want bij Grief Collector verkeren we in het gezelschap van heuse doomroyalty. Het is niemand minder dan Robert Lowe die hier zijn toch wel magnifieke stembanden laat trillen. Dat deed hij tussen 1988 en 2006 ook al op de zes albums die het Texaanse Solitude Aeturnus uitbracht. In dat laatste jaar stak hij dan de oceaan over om zich bij het legendarische Candlemass te vervoegen. Dat avontuur eindigde na drie lang niet misselijke platen in 2012, waarna de Zweden – vooral na het binnenhalen van Johan Längquist – op vele festivalposters toch al gauw een paar regels omhoog schoof. Dat laatste schrijven we eerder toe aan een hang naar het verleden van fans – Längquist zong ook het debuut van Candlemass in – dan aan de vocalen van Lowe. Die waren en zijn immers indrukwekkend genoeg.

Zo ook op dit door het Nederlandse Petrichor uitgebrachte debuutalbum van Grief Collector. Daarin vinden we naast Lowe ook drummer Brad Miller (ex-doomsludgers Among the Serpents) en Matt Johnson (ook Signs of Reign). Die laatste neemt in zijn eentje de gitaar- en baspartijen voor zijn rekening. Tezamen brengen de heren relatief schaars gearrangeerde, donkere serenades, genre klassieke doom. En dan van het meer metalen soort, dus luchttrillingen boven verhit asfalt blijven hier achterwege. Statige droefenis is waarvoor hier wordt gekozen, regelmatig aangevuld met een snuif epische strijdbaarheid zoals de meeslepende koorzang in het intro van Knee Deep in Devils.

We geven in overweging om bij eerste beluistering er even rustig voor te gaan zitten. Niet zozeer omdat het om een omvangrijk werk zou gaan. Dat valt met negen nummers van gemiddeld zo rond de vijf minuten best mee. Het is meer dat de muziek die deze Amerikanen brengen zich niet zo goed voelt (of laat voelen) in een tijd van haasten naar een volgend resultaat. In een dergelijke gemoedstoestand zou zo maar eens aan je voorbij kunnen gaan hoe pakkend de zich langzaam ontvouwende melodieën van Corridors eigenlijk zijn. De opener is sowieso een sterke track met meeslepende, fraai gedubbelde zanglijnen en een groove die de piketpalen stevig in een metalen ondergrond slaat. We horen zelfs een gegrunte passage, die tegelijk heftig genoeg is om de song van wat extra dadendrang te voorzien én subtiel genoeg om de klassieke doomfan niet voor het hoofd te stoten.

Maar het is in Wintersick dat Lowe pas echt de (Ronnie James Dio-)grit op zijn stembanden laat horen. Dat moet ook wel, want de eenvoudige “duhduhduh-riff” laten het volledig aan hem en de inventief kringelende bassist om de song te dragen. Samen slagen zij daar gemakkelijk in, ook al omdat Lowe hier toch een licht monumentale vocale prestatie neerzet. Veel van de andere songs zijn over de hele linie sterk met steeds een wat andere invalshoek. Zo gaat het tempo in Our Poisonous Ways bij soms wat omhoog hetgeen een mooi contrast geeft met de fraai treurende leads.

Waar de band zich er ook op beroept sludge in het geluid te hebben zitten, denken we toch dat iemand als Scott Kelly toch een klein wenkbrauwtje optrekt bij een dergelijke bewering. Natuurlijk is de riff in The Letting Go gehouwen uit stenen waar men vroeger hele kathedralen mee zou bouwen, maar we horen hier toch eerder schatplichtigheid aan Black Sabbath dan aan een band als Neurosis. Ook niets mis mee natuurlijk! Misschien dat Lowe en de zijnen doelen op de naar het valse toe verwrongen riff in 10 Days (of Disbelief) maar ook daar blijft Grief Collector eerder statig voortstappen dan zonder hoop neer te storten in een zwart gat van distortion. Al is het maar door het mooie jaren ’70 gevoel dat de zang in het refrein heeft en dat fel afsteekt tegen het bewust lusteloos gezongen couplet.

Voor Candlemass-fans die met warme gevoelens terugdenken aan King Of The Grey Islands, Death Magic Doom en Psalms For The Dead is het misschien goed eens te luisteren naar track nummer vijf. When Sanity Eludes Me doet in al zijn grandeur immers nog het meest denken aan de voormalig broodheer (zo is het toch altijd een beetje blijven voelen ) van Lowe. De riffs vloeien juist hier plechtig Zweeds uit de handen van Matt Johnson. Met de opener is het echter het eerder genoemde Knee Deep in Devils (de titels zullen je inmiddels al een aardig beeld hebben gegeven van de thema’s van deze plaat) favoriet. Hemelse gitaren en steeds gevoeliger wordende vocalen laten langzamerhand alle behoefte om mee te doen aan de eerder beschreven “ratrace” verdwijnen: het is goed toeven, zo in dit warme bad van melancholie. En morgen zien we wel weer verder!

De fan van klassieke goed gezongen doom weet inmiddels wel wat te doen, vermoed ik zo. En die kan zich bij aankoop van de cd-versie ook verheugen op de mini-cd waarmee Grief Collector zich in 2019 aan de wereld toonde. Da’s toch mooi van Petrichor.

Score:

82/100

Label:

Petrichor, 2021

Tracklisting:

  1. Corridors
  2. Wintersick
  3. Our Poisonous Ways
  4. The Letting Go
  5. When Sanity Eludes Me
  6. Knee Deep in Devils
  7. 10 Days (of Disbelief)
  8. Misery Mongers
  9. Scorned Heart

Line-up:

  • Robert Lowe – Zang
  • Brad Miller – Drums
  • Matt Johnson – Gitaar, basgitaar

Links: