Dubbel zo populair, dubbel zo zomers, dubbel zoveel core? Dat is onze rubriek Dubbel Zo Zwaar. Een nieuw album dat simpelweg vraagt om van meer dan één kant bekeken te worden. Daarnaast zouden we één van de twee redacteuren moeten teleurstellen om diens bevindingen niet met jullie te delen. Friso (favoriete genre: post & core ) en MaartenO (favoriete genre: alles wat eindigt met core) zijn deze keer de gelukkigen. Dit keer bespreken we Never Enough van Turnstile.
Turnstile is heet! Na het uitbrengen van Glow On schoot de populariteit nog verder richting een hoogtepunt en sindsdien is de band niet meer weg te denken op grote festivals, waar het daarvoor nog genoegen moest nemen met kleine concertzaaltjes. Vorig jaar nog stond men bijvoorbeeld op één van de twee hoofdpodia van Graspop of zelfs Coachella in eigen land. Met Never Enough brengt het inmiddels vijftal – gitariste Meg Mills heeft de band versterkt – album nummer vier uit en ook deze plaat ziet het levenslicht via Roadrunner Records. Gaat Turnstile terug naar zijn roots, horen we hetzelfde als op Glow On of krijgen we nieuwe invloeden te horen op Never Enough?

Nou, zeg het maar: terug naar de ‘roots’, hetzelfde als Glow On of nieuwe invloeden?
Friso: Deze plaat voelt als een voortborduursel van Glow On. Als ik niet beter wist, zou ik bijna denken dat de band nog wat nummers over had van die schrijfsessie en die op deze plaat hebben gekwakt. Het komt in die zin over als de B-kant van Glow On. Dus Turnstile keert zeker niet terug naar de roots en ik verwacht eerlijk gezegd ook niet dat we dat nog snel gaan meemaken, gezien het succes van de vorige plaat.
MaartenO: Hetzelfde als Glow On. Of nog beter, maak er maar Glow On 2 van. We horen exact dezelfde formule, hoewel de overbodig lange in- en/of outro’s dit keer wel nadrukkelijker aanwezig zijn. Pak bijvoorbeeld nummers zoals Never Enough of – nog erger – Look Out For Me en Sunshower dat overigens nog wel goed begint. De helft daarvan bestaat uit dromerige, maar ook weinig toevoegende synthdeuntjes of bijvoorbeeld een fluit (Sunshower). Het past in het totaalplaatje, omdat Turnstile het veelvuldig inzet en laat terugkomen op deze plaat, maar het haalt ook volledig het tempo uit het groter geheel.
Wat zijn de sterke kanten van Never Enough?
Friso: De nummers op deze plaat missen de impact die op Glow On juist zo overtuigend aanwezig was. Heel eerlijk? Daardoor voelt deze plaat een beetje aan als een slap aftreksel. Bovendien is de band doorgeslagen met het gebruik van synthesizers. De hele plaat staat vol momenten waarbij de riedeltjes onnodig lang worden doorgespeeld, met name in de intro en outro’s, zoals in Look Out For Me: een veel te lang nummer dat gerust de helft korter had gekund. Dit dient de nummers niet echt. Toch staan er echt wel sterke tracks op deze plaat, want schrijven kunnen deze mannen wel, getuige een nummer als Sunshower. Daarnaast weet de band af en toe bijzonder groovend uit de hoek te komen, zoals op Birds en Dull. Het is alleen nét wat te weinig.
MaartenO: Ik kan nog steeds niet warmlopen voor het resultaat dat we krijgen voorgeschoteld. Als er dan al een sterke kant is op Never Enough, moet dat de experimenteerdrang van het gezelschap zijn. Turnstile creëert een herkenbaar en eigen geluid met deze mix van pop, indie, hardcore en punk. Ik heb het geen enkele andere band horen doen en zeker wanneer alle tierelantijnen tot een minimum worden beperkt, resulteert dat in heerlijke nummers (Sole, Dreaming, Dull en Birds).
Friso: Ja, dat zeker. De band durft te experimenteren en heeft zichzelf los weten te wrikken uit het strakke keurslijf van de hardcore. Daarmee heeft Turnstile een breder publiek weten aan te spreken. Fans van punk, indie en alternative kunnen allemaal wel wat met het geluid van deze band. En dát is precies de kracht van Turnstile. Tegelijkertijd lijkt de band nog wat zoekende hoe hier een passend vervolg aan te geven. Ik denk, vanwege de vele (en toegegeven; vrij sterke) melodieuze momenten op deze plaat, dat ze nog niet klaar zijn met het verkennen van hun muzikale grenzen.
MaartenO: Zonder meer. De fans van het eerste uur die wel wat met de stijlwijziging kunnen, zullen zeker weglopen met het resultaat. Tegelijkertijd spreekt Turnstile hier ook erg veel nieuwe fans mee aan, zeker op grote, veelzijdige muziekfestivals die niet alleen maar onze ‘zware’ muziekgenres boeken. Ik kan me zomaar voorstellen dat liefhebbers van poppunk of indie deze band nu ook in het vizier hebben gekregen, iets dat tien jaar geleden nog niet van toepassing was.
Wat is je favoriete nummer en waarom die keuze?
Friso: Ik denk Sole! Vanwege de vette groove, het melodieuze karakter en het aanstekelijke refrein. Bovendien vind ik het vet hoe de gitaar in dit nummer de zanglijnen overneemt. Dit voelt voor mij als een archetypisch Turnstile nummer: precies wat je van hen hoopt te horen.
MaartenO: Dreaming! Het nummer bevat swingende drums, opgewekte melodielijnen en zelfs blaasinstrumenten. Yates zingt daar op zijn eigen dromerige, eigenzinnige wijze overheen, wat de zomerse sfeer helemaal compleet maakt. Zijn zangpartijen zijn beklijvend en nodigen uit om lekker mee te blèren. Tevens horen we aan het eind nog een lekkere tempowisseling c.q. breakdown, iets waar iedere Turnstile-fan inmiddels op hoopt in een song natuurlijk. Toegegeven: de breakdown horen we van mijlenver aankomen, maar dat is in dit geval niet erg. Met andere woorden; een song waarbij alles aanwezig is, met kop en staart.
Friso: Zoals ik hierboven al aangaf: er zit veel te veel doelloos geklier met synths in deze muziek. Daarnaast liggen de (gitaar) invloeden van Quicksand er af en toe wel erg dik bovenop. Maar het zijn vooral de herhaling van zetten en de niet veel toevoegende intro en outro’s die de vaart uit de muziek halen. Daarnaast denk ik dat deze band nog wel wat meer kan dan dit. Glow On had urgentie, was een document dat de band op de kaart zette met gedurfde songwriting die soms alle kanten op ging, maar toch een coherent geheel vormde. Dat zorgde ervoor dat die plaat een klassieker in dop was. Doordat de band te veel doorgaat op dat geluid is het allemaal net niet. Net niet slecht, net niet goed.
MaartenO: Die foeilelijke hoes, weer! Vooruit, als we het dan alleen over de muziek hebben, heb ik ook nog wel wat. Ik schreef het eerder, maar enkele nummers zakken wel door de ondergrens. Ceiling kunnen ze zo opzetten als achtergrondmuziek van een of andere hippe spijkerbroekenwinkel, Time is happening klinkt meer als een somber, rechtlijnig verjaardagsriedel (oké, tekstueel ís het een triestig afscheid) en afsluiter Magic Man kan zomaar eens dienen als voortkabbelend uitvaartbegeleidingslied. Niet echt een waardig eind van een plaat als je het mij vraagt. Consistentie is niet bepaald het sleutelwoord van Never Enough.
Eindconclusie?
Friso: Ik snap de keuze van de band. Glow On heeft hen veel gebracht en zij zouden wel gek zijn om dat geluid overboord te gooien. Maar Never Enough is simpelweg niet zo goed als Glow On, waardoor er eerder sprake is van stagnatie dan innovatie. Toch luistert ook deze plaat wel goed weg; het muzikale vakmanschap is aanwezig. De band weet nog altijd hele herkenbare hooks en melodieuze momenten toe te voegen aan hun muziek en de dynamiek tussen de nummers zit ook goed in elkaar. Misschien dat ik zelf de lat wat te hoog had gelegd, maar naar Turnstile-begrippen is het een wat magere plaat. Misschien ben ik na nog flink wat luisterbeurten wel om.
MaartenO: Nog steeds een hoop gebakken lucht. Helaas zorgt minder dan de helft van de tracklist voor een (grote) glimlach op mijn gelaat. Die verhouding was zelfs op Glow On nog wat beter. Het aantal écht memorabele songs ligt gewoon te laag deze keer. De nummers die dan wel weer goed te versmaden zijn, zetten Never Enough weliswaar nog een beetje goed. Daarom de onderstaande score:
Score Friso: 66
Score MaartenO: 64
Score:
65/100
Label:
Roadrunner Records, 2025
Tracklisting:
- Never Enough
- Sole
- I Care
- Dreaming
- Light Design
- Dull
- Sunshower
- Look Out For Me
- Ceiling
- Seein’ Stars
- Birds
- Slowdive
- Time Is Happening
- Magic Man
Line-up:
- Brendan Yates – Zang, Synths, percussie
- Franz Lyons – Basgitaar, percussie
- Pat McCrory – Gitaar
- Meg Mills – Gitaar
- Daniel Fang – Drums
Links:


