Dubbel zo groots, dubbel zo grotesk, dubbel zo gothisch. Dat is onze rubriek Dubbel Zo Zwaar. Vier jaar hebben we moeten wachten op de opvolger van Existence Is Futile en dat is naar Cradle of Filth-normen behoorlijk lang. Album nummer veertien, The Screaming of the Valkyries, wordt opgezadeld met de loodzware taak om zijn meer dan uitstekende voorganger minstens te evenaren. Of opper-Walkure Dani Filth (ondertussen, sinds de debuut-klassieker The Principle of Evil Made Flesh, al meer dan dertig jaar aan het roer van dit spookschip) en de zijnen daar in slagen leest u hieronder. Wordt The Screaming of the Valkyries het nieuwe Walhalla voor de liefhebber van symfonische, gothische black metal, of sturen we het nieuwe gewrocht terstond terug naar Helheim? Zware Metalen probeert het voor u uit te zoeken, maar nieuw werk van een dergelijke iconische band vraagt simpelweg om van meer dan één kant bekeken te worden. De redacteuren zouden elkaar de tent uitvechten om te bepalen wie uiteindelijk het gouden lot in handen krijgt, maar hoofdredacteur Remco Faasen (favoriete genre: black metal) en eindredacteur Tafkads (favoriete genre: ook black metal) hebben uiteindelijk de eer gekregen om The Screaming Of The Valkyries aan u voor te stellen.
“Een synthese van de spoken van Cradle of Filths verleden en een stoutmoedige stap richting de toekomst”. Zo wordt het nieuwe album aangekondigd door Napalm Records. Het label maakt zich sterk dat deze nieuwe plaat het begin inluidt van een nieuw tijdperk in de muziek van Groot-Brittanniës meest succesvolle extreme metalband. Dani Filth laat zich opnieuw omringen door een lichtjes aangepaste line-up: op gitaar wordt Richard Shaw vervangen door de Amerikaan Donny Burbage (Æther Realm) en de keyboards annex vrouwelijke vocalen van Anabelle Iratni zijn dan weer overgenomen door de eveneens Amerikaanse Zoe Marie Federoff, die (pittig detail) ondertussen door het leven gaat als mevrouw Marek “Ashok” Šmerda, gitarist bij de band. Romantiek, gothiek en melancholiek: bij Cradle of Filth ligt het allemaal dicht bij elkaar…
Onze hoofdredacteur Remco Faasen roemde Existence is Futile omwille van zijn smaakvolle mix van thrash, gothic, heavy metal en melodieuze black metal. De hoogdagen van Dusk and Her Embrace (1996) en Cruelty and the Beast (1998) liggen al even achter ons en dat de band sinds Midian (2000) behoorlijk is veranderd, zowel in stijl als in bezetting, is zeker een feit. Toch blijft Cradle of Filth een instituut met een herkenbaar geluid, een band die niet blijft hangen in het verleden maar dapper de toekomst tegemoet kijkt. Dat de lat hoog blijft liggen en de Britten nog steeds kwaliteit leveren wordt sinds Hammer of the Witches (2015) keer op keer bewezen. Benieuwd of deze nieuweling de positieve lijn kan doorzetten…
Slaat The Screaming Of The Valkyries onmiddellijk in als een bom of is het eerder een groeiplaat? Welke inzichten leverde een eerste luisterbeurt op?
Remco: Bij een Cradle of Filth-album is sfeerzetting doorgaans erg belangrijk. Vrijwel altijd wordt er gestart met een intro om je in het gevoel van het album te trekken. Niets van dat echter bij The Screaming Of The Valkyries: we gaan gelijk volle kracht vooruit met To Live Deliciously, dus die bom is er wat betreft de start van de plaat. Het zou me overigens verbazen als dit nummer – ondanks de video die ervoor is gemaakt – de setlist gaat halen of daar lang op zal blijven staan: het is gewoon niet zo indrukwekkend. En dat geldt ook voor Demagoguery dat daarna komt en eigenlijk nog van mindere kwaliteit is.
Beide nummers liggen in de lijn van het Cradle of Filth vanaf Hammer of the Witches: een beetje thrash, een beetje heavy metal, wat melodieuze black metal en dat voorzien van een gothic randje. Best aardig, maar niet wereldschokkend. Het klinkt allemaal overigens wel heerlijk. Kristalhelder, met de instrumenten in volledige harmonie. De band werkt daarvoor al jaren samen met Scott Atkins die aan alle knoppen zit, zoals hij dat ook voor de laatste platen van Vader en Benediction heeft gedaan.
Tafkads: The Screaming Of The Valkyries is alleszins geen instant hitmachine. Daarvoor komt het album te moeizaam op gang. Dat klinkt misschien contradictorisch als je luistert naar het rauwe, thrashy gitaaroffensief van openingsnummer To Live Deliciously (dat trouwens al in januari het levenslicht zag als eerste teaser van het album). Deze energieke track ligt stilistisch helemaal in de lijn van wat Cradle of Filth de laatste jaren uitbrengt, maar ondanks het hoge tempo en de krachtige, gemene thrash-charges, blijft het als opener toch iets te veel op de vlakte vind ik. Ik luisterde deze week nog naar Cryptoriana (The Seductiveness of Decay) (2017), voor mij persoonlijk het beste wat deze band sinds Godspeed on the Devil’s Thunder (2008) heeft uitgebracht, en To Live Deliciously mist naar mijn gevoel de gelaagdheid, de creatieve en vocale rijkdom én de emotionele diepgang van het introductie-duo Exquisite Torments Await / Heartbreak and Seance. Ondanks de melodieuze leads die af en toe opduiken blijft het nummer ook niet zo lang hangen als zijn tegenhangers op Cryptoriana (The Seductiveness of Decay). Liefhebbers van blackened thrash met een dik geluid en een wat brutere insteek zullen hier dan weer wel van genieten.
Het is dus even inkomen wat The Screaming Of The Valkyries betreft. Hoe zit het met de nummers na de eerste twee?
Remco: Deze plaat begint voor mij bij The Trinity of Shadows, met zijn thrashy start en daarna Dani Filth die krijsend binnen komt vallen. Niet meer zo angstaanjagend als op eerdere platen, maar het mannetje is dan ook al 51. Het nummer zit heerlijk in elkaar, met z’n tempowisselingen (inclusief heerlijk hakkend middenstuk), meezingbaar refrein en de eerste echte bijdrage van Zoe Marie Federoff. Ook voor Ashok is het de eerste keer dat hij zich als gitarist kan onderscheiden en Dani Filth kan er zo heerlijk zijn unieke teksten in uitspugen: Gargoyle-stanced at the edge of night/The blushing skies/Set their silhouettes to dreadful sight/On a flush of gushing brides. Dit is Cradle of Filth in optima forma, inclusief subtiel toetsenspel van Federoff (of stiekem gewoon weer van drummer Marthus): een mini-opera dat in zes minuten een heel verhaal vertelt. The Trinity of Shadows/Turn to black these Gothic dreams!
Tafkads: Pas bij The Trinity of Shadows haalt Cradle of Filth mijns inziens het niveau dat we van de band gewoon zijn (en mogen verwachten) en slagen de heren en dame erin om ons middels een sfeervolle, afwisselende én harmonieuze track in de muziek te zuigen. The Trinity of Shadows blinkt uit in muzikale en inhoudelijke samenhang: het meeslepende nummer loopt over van melodische weelde en het heeft een attractieve flow, met logische en interessante overgangen. De thrash metal wordt hier veel organischer geïntegreerd dan in de vorige twee nummers en ook in de snellere stukken slaagt de band er deze keer in om zijn finesses en inherent bombast te bewaren (middels een subtiel verwerkt Phantom of the Opera-thema). De aangenaam in het gehoor liggende stem van Zoe Marie Federoff wordt voor het eerst op dit album volledig naar waarde geschat en we horen ook eindelijk weer iets van die duistere romantiek waar deze band al jaren in excelleert. Inhoudelijk wordt wederom gevist in de aloude vijver van broeierige, exotische seductie, erotiek, mythologie, doem en dood. En hoe verschrikkelijk cool en dramatisch is het gescandeerde “Nymphs, Moirai, Erinyes” niet? Elke keer kippenvel gegarandeerd: echt een eerste hoogtepuntje (maar hieronder meer daarover)…
The Trinity of Shadows is het eerste bedrijf van The Screaming Of The Valkyries’ voortreffelijke middenstuk. De centrale nummers op dit album vallen ook al bij een eerste luisterbeurt op, maar hebben toch wat tijd nodig om volledig te rijpen. Om eerlijk te zijn: door de naar mijn aanvoelen wat aarzelende opening (al worden ook deze nummers beter naarmate je er meer naar luistert) werd ik in eerste instantie wat op het verkeerde been gezet, waardoor het initieel ook moeilijker was om door te dringen tot die sterkere tracks. Pas na enkele luisterbeurten begon ik het album beter aan te voelen. In die zin is dit album dus zeker een groeiplaat.
Dit gezegd zijnde, zou ik The Screaming Of The Valkyries graag willen vergelijken met Hammer of the Witches: ook een album dat naar mijn mening maar moeizaam op gang komt en pas na een aantal nummers zijn ware gedaante toont. Want jazeker, wat volgt zijn toch echt wel een paar hoogtepuntjes…
Wat zijn de hoogtepunten van deze nieuwe plaat?
Remco: Met The Trinity of Shadows zijn we dus onderweg op deze plaat en de lijn naar boven wordt voortgezet met Non Omis Moriar, waarvoor ik de vertaling zal overlaten aan mijn gewaardeerde collega. Dani Filth en Zoe Marie Federoff trekken hier samen vocaal ten strijde en Ashok legt er heerlijk gitaarwerk onder. Het is een emotioneel nummer, waarin een afscheid wordt bezongen en niet omdat de een een ski-trip gaat maken en de ander thuis bij de hond en kat blijft. Het is natuurlijk een thema dat teruggaat tot aan debuutplaat The Principle of Evil Made Flesh en waarvoor tekstschrijver Filth zijn hele Gotische woordenboek uit de kast trekt.
White Hellebore is vervolgens een absoluut hoogtepunt, ook vanwege de indringende heldere vocalen van Federoff. Dit nummer heeft alles: bombast, thrash, razernij, blastbeats, een venijnige Filth en machtig toetsenspel. Een instant klassieker. Het opvolgende You Are My Nautilus is de langste track van de plaat met zijn 7:39 minuten en iedere seconde waard. Het is een epos op zich dat je als luisteraar alle kanten mee opneemt en waarvan ik uitkijk naar hoe Ashok dit live gaat brengen, want hij eist nu echt een hoofdrol op. Tegelijkertijd is het niet echt typisch-Cradle of Filth. Met hier en daar een paar aanpassingen (en een flinke op zang) had dit zomaar door kunnen gaan voor Iron Maiden. De afwisseling, het gitaarspel, de emotie die erin verwerkt zit… het is pure heavy metal. En het werkt ook nog.
Bij Malignant Perfection heb ik vervolgens wat Born In A Burial Gown-vibes, dat in 2001 verstopt stond op de EP Bitter Suites to Succubi (hoewel er met bijna 50 minuten speeltijd eigenlijk gewoon sprake is van een volwaardig album) en iets verderop betrap ik mezelf erop dat het een beetje makkelijk, typisch Cradle of Filth-achtig klinkt, met Dani Filth die zichzelf voorzetjes geeft om er elke keer een grom uit te gooien. Juist als ik me afvraag of het nog ergens heengaat, gaat het ook ergens heen en werkt de band toe naar een even fraai als woeste finale.
Tafkads: “Nymphs, Moirai, Erinyes”. Voor mij komt The Screaming Of The Valkyries op dit punt eindelijk tot volledige wasdom. The Trinity of Shadows zal het live om die reden ook zeer goed doen. De volgende nummers halen ook een dusdanig hoog niveau dat ze zich bij de luisteraar geleidelijk zullen ontpoppen tot nieuwe Cradle of Filth evergreens. Het beklemmende, diep emotionele Non Omnis Moriar (“Niet Elk Deel Van Mij Zal Sterven”), met zijn duistere tragiek is een aangrijpend, intens duet tussen Dani Filth en Zoe Marie Federoff. Als je hier niet helemaal week van wordt, ben je gewoon van steen gemaakt.
Maar goed, hét absolute hoogtepunt van dit album is zonder twijfel “de meest duistere song die Iron Maiden nooit heeft geschreven”: You Are My Nautilus. Ja, deze bevlogen heavymetalcompositie ligt mijlenver af van de nummers waarmee de band ons in het verleden wist in te palmen, maar toch: dit is nu al een iconisch nummer dat zeker een vaste stek zal innemen in de setlist van toekomstige liveoptredens. De gitaren weten de juiste snaren te raken (letterlijk én figuurlijk) en brengen ons in verrukking met opzwepende, übercatchy leads die als de zuignappen van een inktvisarm in je geheugen blijven vastkleven. Halverwege krijgen we vervolgens letterlijk de vetste riff ooit voor de kiezen: headbangen gegarandeerd! Het nummer leent zich ook nog eens als geen ander tot meeschreeuwen, zowel met het refrein (“You are my Nautilus. The scourge of the abyss”) als met het gescandeerde “Fates bow before me”. Uiteraard is dit niet zomaar heavy metal: Cradle of Filth maakt er iets heel sfeervols van, met warme gitaarmelodieën en Dani die zich zonder al te veel moeite vocaal staande houdt tussen al dat heerlijke instrumentale geweld. You Are My Nautilus is enorm indrukwekkend. Wereldklasse, dit nummer!
Het stemgeluid van Dani Filth is doorheen de tijd sterk geëvolueerd. Wat horen we deze keer op vocaal vlak?
Remco: De stem van de heer Filth is natuurlijk uniek, maar je moet er wel van houden. Dat gezegd hebbende denk ik dat hij zich na een carrière die al in 1990 begon bepaald niet hoeft te schamen voor zijn vocale prestaties anno 2025, al is het allemaal een tikkeltje minder aan het worden. Die ijselijke stukken verdwijnen meer en meer naar de achtergrond en Filth richt zich steeds meer op het half-fluisteren/half-praten en zijn reguliere goed verstaanbare grunt. Zijn palet wordt steeds kleiner al haalt hij nog steeds een ruime voldoende.
Tafkads: Ik ben eigenlijk niet graag kritisch over de persoon die naar mijn persoonlijke mening de meest unieke metal-vocalist aller tijden is en wiens stemgeluid mij als muziekliefhebber al heel veel auditief plezier heeft gegeven. Toch moet ik opmerken dat Dani doorheen het album op vocaal vlak (te) weinig varieert en vooral leunt op de hese, kelige schreeuwen die hij de laatste jaren steeds vaker gebruikt, aangevuld met een half-gefluisterd, half-gezongen stemgebruik en gesproken woord. Uiteraard past deze aanpak beter bij de thrashy sound die op een aantal nummers terugkomt, maar op dat vlak is er dus weinig vernieuwing of afwisseling te bekennen. De signature hoge, ijselijke gillen die we kennen van de hoogdagen worden maar mondjesmaat gehanteerd, en dat vind ik dan weer jammer, vooral voor een album dat The Screaming Of The Valkyries heet (maar hoe heerlijk klinkt het toch weer op White Hellebore?). Noem mij een romanticus die te lang in het verleden is blijven hangen, maar men kan niet ontkennen dat er inzake vocale variatie toch een stapje achteruit is gezet in vergelijking met Existence is Futile.
Wat zijn het grootste pluspunt en het grootste minpunt van The Screaming Of The Valkyries?
Remco: Na de eerste keer luisteren zei ik tegen mijzelf dat dit het meest Iron Maiden-geïnspireerde album van Cradle of Filth ooit is. Voor liefhebbers van extreme metal is er voldoende uit te halen maar er is echt een flinke scheut meer traditionele heavy metal bij gegooid. Dat is niet erg, maar het lijkt een beetje ten koste te zijn gegaan van de sfeerzetting. Eigenlijk moet je een Cradle of Filth-album in zijn geheel luisteren om het ten volle te ervaren. Van intro tot uittro word je dan meegenomen op een gotische reis waar het gevaar constant op de loer ligt en je halt houdt bij de vreemde en soms bizarre stops.
Dit album is echter vooral een verzameling nummers die onderling weinig samenhang hebben. Dat maakt het niet direct minder… maar eigenlijk wel. Er zijn al genoeg bands die tien of elf losse flodders op een plaat knallen en dat kan prima werken maar Cradle of Filth is eigenlijk niet zo. Artwork, thematiek, teksten en muziek zijn altijd met elkaar in verbinding. En de kracht zit hem in het geheel. Op The Screaming Of The Valkyries telt vooral het individuele nummer en dat maakt de plaat als geheel wat saaier.
Daar komt bij dat de twee laatste nummers echt niet tot het sterkste werk van de band behoren. Ik zou zelfs durven zeggen dat Ex Sanguine Draculae (Bloed van Dracula) een te vergeten niemendalletje is. Met afsluiter When Misery Was a Stranger sluit de band gelukkig wel goed af. Het is zeker niet het beste nummer van de plaat, laat staan in het gehele oeuvre, maar wel weer typisch Cradle of Filth waarbij nog één keer alles uit de kast wordt gehaald en iedereen nog even mag laten horen wat hij in huis heeft en er zelfs nog een fijne finale wordt afgeleverd.
Het zwaartepunt van dit album zit dus duidelijk in de nummers 3, 4, 5 en 6.
Tafkads: De vier tracks in het centrum van het album zijn van een bijzonder hoog niveau en vormen op zich al een reden om dit album aan te schaffen. Als belangrijkste “pluspunt” schuif ik uiteraard You Are My Nautilus naar voor, maar wie op zoek is naar ongefilterde emotie, is bij Non Monis Moriar zeker aan het juiste adres. Een ander pluspunt is zeker het mooie artwork; in vergelijking met Existence Is Futile toch een behoorlijke stap vooruit.
De minpuntjes dan. Zoals al gezegd: de eerste twee nummers geraken moeilijk op stoom en missen de magie (en de sfeer) die me zo vaak naar Cradle of Filth doet teruggrijpen. De laatste twee nummers zijn dan weer van uitstekende makelij (op zich niets op aan te merken; vooral Ex Sanguine Draculae beukt er meedogenloos op los), maar ze blinken niet uit zoals die centrale nummers.
Wat mij betreft komt deze band toch nog steeds het best tot zijn recht met een sfeervolle, symfonische omkadering, al heeft Cradle of Filth me hier ook kunnen overtuigen met een meer heavy metal-georiënteerde aanpak (een invloed die trouwens al altijd wat aanwezig was bij hen). Het gebrek aan voldoende vocale variatie bij de leadzanger (zeker in vergelijking met de voorgaande albums) kost dan ook weer wat puntjes, maar de inbreng van Zoe Marie Federoff, en vooral dan de wisselwerking met Dani (onder andere op het prachtige Non Omnis Moriar), levert er ook weer wat op.
Is dit album een stap terug of een stap vooruit (zowel in de tijd als inzake kwaliteit)?
Remco: Geen van beide. The Screaming Of The Valkyries is een voortzetting van het Cradle of Filth van de laatste tien jaar maar het is niet het beste album uit die periode. Dat betekent echter niet dat er sprake is van een stap terug. Het is misschien wel gewoon een pas op de plaats. Al mag die recht-toe-recht-aanbenadering van mij de volgende keer gewoon achterwege blijven. Om me écht onder te laten dompelen in een Cradle of Filth-album is er meer nodig dan alleen een verzameling tracks. Overigens wel complimenten voor Zoe Marie Federoff, die de zangeres van de laatste platen, Lindsay Schoolcraft, overtreft. Floor Jansen mag trots zijn op haar voormalige pupil, die zich ook live al bewezen heeft.
Tafkads: Waar zijn Dani’s ijselijke krijsen? Waar zijn de strijkers? Waar is het orgel? Waar zijn de dreigende achtergrondkoren? Waar is het giftige gesproken woord van de heksen waarmee Dani Filth zich al decennia-lang omringt? The Screaming Of The Valkyries is veel meer to-the-point dan zijn voorgangers, maar daardoor ontbreekt het dit album aan twee belangrijke sfeerelementen: enerzijds de orkestrale omkadering, anderzijds het fantasie-element met occulte en horror-ondertonen.
Toen ik indertijd The Dreadful Hours van My Dying Bride kocht, kleefde daar een sticker op: “Feverish, Devilish and Relevant” (een spitsvondige variatie op een tekstregel uit hun nummer Under Your Wings and into Your Arms). Deze quote vat wat mij betreft de muziek van Cradle of Filth perfect samen. Zonder afbreuk te willen doen aan de kwaliteiten van The Screaming Of The Valkyries, kan ik enkel maar concluderen dat de band aan sfeer heeft ingeboet; dit album is niet koortsachtig en eigenlijk ook niet duivels/demonisch te noemen. Het bevat een aantal heerlijke songs, dat wel, maar het overspoelt of verzwelgt me niet zoals Cryptoriana (The Seductiveness of Decay) dat bijvoorbeeld wel doet. Het thrashelement was op dat album ook zeker aanwezig, maar werd daar veel beter geïntegreerd in het droombeeld dat Cradle of Filth daar opriep.
In vergelijking met Existence Is Futile hou ik het desondanks voorzichtig bij een status quo. Dat was op zich een behoorlijk sterk album met een aantal topnummers, maar hetzelfde kan gezegd worden van The Screaming Of The Valkyries. Er zijn wel enkele subtiele stijlshifts op te merken, maar deze hebben weinig invloed op de geleverde kwaliteit, die weer van een hoog niveau is, ondanks mijn kritieken hierboven. Er wordt zeker geen stap teruggezet richting het verleden (al hoor je wel duidelijk echo’s bij Malignant Perfection), maar van een “stoutmoedige stap richting de toekomst” zou ik nu ook weer niet spreken.
Slaagt Cradle of Filth er anno 2025 nog steeds in om te verrassen?
Remco: Verrassen is een groot woord maar dat kan ook haast niet als band met zo’n lange staat van dienst. Of het zou hem erin moeten zitten dat de heavy metalinvloeden steeds groter worden. Het is gewoon een fijn album. Niet de beste, niet de slechtste. Niks mis mee.
Tafkads: Cradle of Filth kent een traditie van het opzoeken en verleggen van grenzen. Experimenteren is eigen aan deze band en dus horen we nu ook weer andere dingen dan op de vorige albums, al kan je zeker niet spreken van een stijlbreuk. Uiteindelijk blijft hun sound heel herkenbaar, ondanks al die line-upwijzigingen. Het meest verrassende is misschien wel de observatie dat Dani Filth na maar liefst veertien albums nog steeds topkwaliteit levert, zonder vastgeroest te blijven in de successen van het verleden. De band blijft evolueren en om dit mogelijk te maken moeten bepaalde keuzes gemaakt worden, iets wat de meningen zeker zal verdelen.
Lost het nieuwe album de hooggespannen verwachtingen volledig in? Is dit jaarlijstmateriaal?
Remco: Ik volg Cradle of Filth sinds 1995 en heb vrijwel elke release op minstens één geluidsdrager en ook deze stond in de bestelling met een superdeluxe gelimiteerde exclusieve versie en ik reserveerde bij voorbaat al een plek in mijn jaarlijst. Ik denk echter niet dat dit de eerste plek gaat halen, daarvoor komen doorgaans toch echte blackmetalplaten in aanmerking. Tegelijkertijd is dit een album waar de band uitstekend mee voor de dag kan komen. Het is erg knap dat er na al die jaren nog steeds kwaliteit wordt uitgebracht.
Tafkads: Sowieso staat The Screaming Of The Valkyries op dit moment op plaats één van mijn jaarlijst. Er zijn maar weinig bands die keer op keer zoveel kwaliteit brengen en hoewel er zeker ruimte is voor (terechte) bedenkingen, kan je er niet onderuit dat dit alweer een zeer sterke release is met een aantal iconische, onvergetelijke momenten.
Score Remco: 85/100
Score Maarten: 87/100

Score:
86/100
Label:
Napalm Records, 2025
Tracklisting:
- To Live Deliciously
- Demagoguery
- The Trinity Of Shadows
- Non Omnis Moriar
- White Hellebore
- You Are My Nautilus
- Malignant Perfection
- Ex Sanguine Draculae
- When Misery Was A Stranger
Line-up:
- Dani Filth – Stem
- Donny Burbage – Gitaar
- Marek “Ashok” Šmerda – Gitaar
- Daniel Firth – Basgitaar
- Martin “Marthus” Skaroupka – Drums
- Zoe Marie Federoff – Stem, keyboards
Links: