Cottonbomb – Don’t Worry Little Baby
Whirlwind Records, 2005
Om één of andere reden krijg ik dit album nu pas binnen terwijl het album volgens de bijgevoegde biografie al in 2005 is uitgekomen. De band bracht al eerder drie albums uit sinds 2002. Ze hebben het podium gedeeld met bands als Such A Surge en Farmer Boys. Met enige regelmaat brengen ze een album uit alleen versturen ze het nog met de paard en wagen naar de recensent.
Sommige mensen zijn echt in de verkeerde tijd geboren. Neem nou dit Cottoncomb. Je kan het een beetje omschrijven als een The Doors on southern rock mixed with some blues and a modern flavour now and then. Waarschijnlijk zegt dit je nog weinig dus ik ga proberen dit eigenzinnige bandje iets meer te ontleden. De zanger hangt ergens tussen Nick Cave, Glenn Danzig, Billy Idol en Jim Morrison in. Tekstueel moet hij het zeker afleggen tegen Nick en Jim maar met een zelfde passie slingert hij zijn teksten de wereld in. Tweede belangrijke man in dit bandje is gitarist Martin Scheiter (een andere naam had misschien wel handig geweest). Aan de hier en daar freaky gitaardingetjes te horen (scratchen op je gitaar), is Tom Morello zeker van invloed op het spel van gitarist Mario Uhlig. Daarnaast gebruikt Mario veelvuldig de slide en dat zorgt dan weer meer voor de blues en southern rocksound. De overige bandleden weten de muziek goed te ondersteunen. Nergens erg ingewikkeld maar gewoon dat wat past bij de song. Ook het gebruik van oude orgel- en piano sounds wordt niet geschuwd. Tijdens Don’t Worry Little Baby worden nog even wat namen van klassiekers verwerkt in de teksten zoals bijvoorbeeld While My Guitar Gently Weeps en een refrein met een zanglijn die voor eeen gedeelte refereert aan The Beatles en dat bevestigt nog eens mijn stelling dat deze mensen echt in de verkeerde tijd zijn begonnen. Ook humor is aan deze mensen besteed getuige de tekst van het nummer Armchair. De manier waarop Martin de tekst brengt, werkt op mijn lachspieren en there’s nothing wrong with a good laugh.
Eind jaren ’60 zou dit bandje vast en zeker op het podium van het prestigieuze Woodstock festival hebben gestaan. Of er nu echt ruimte is in de metal en rock betwijfel ik ten zeerste hoewel ik toch erg gecharmeerd ben van dit plaatje (ik ben weleens meer ergens gecharmeerd van terwijl andere het niet begrijpen). Met een revival aan ‘nieuwe’ bands in de charts die toch wel erg veel weghalen bij de oudere garde weet je nooit of deze Duitse band wat meer bekendheid zal vergaren. Het spelplezier is goed terug te horen en ik denk dat het de band verder een Frankfürter Wurst zal zijn of ze echt een status zullen vergaren zolang ze maar lekker hun ding kunnen doen en dat doen ze goed.
Beslist een band die je eens in een ouderwetse rokerige kroeg of één of ander kraakpand zou moeten gaan zien. Of misschien heb je ze al eens gezien maar was dat zo’n lekker ouderwetse hallucinerende avond waarvan je dag erna niet meer weet wie en wat je hebt gezien maar je nog wel weet dat het kicke was.
Tracklist:
- A Pile Of Broken Glass
- Short Story ‘Bout Women
- 4 O’ Clock In The Morning
- 1967
- If You Fly Away
- Don’t Worry Little baby
- One Hundred Days
- Johnny Tells His Story
- Armchair
- The Beast In Me
- The Day He Struck Back
- I Can’t Breathe Anymore
Line-up:
- Martin Scheiter – vocals
- Mario Uhlig – guitars
- Carsten Kuniss – bass guitar
- Axel Kunz – drums
Bron: