Black Tusk – TCBT

TCBT (Taking Care of Black Tusk) is ten opzichte van zijn voorgangers ietwat afgekleed in diversiteit, maar is daardoor nóg rechter voor zijn raap. Als een rally bolide waarvan al het overtallige gewicht verwijderd is, ínclusief copiloot. Want Black Tusk hoeft niet te weten waar het heengaat. Als het maar knakenhard is, dwars door de dikke vette moddermoerassen heen.

Wat er precies in de grond zit in Savannah, Georgia, weet ik niet. Maar iéts zorgt er voor dat het een vruchtbare grond is voor metal met een zompig rauw randje. Juist, “moeras” metal. Want ook stadsbroertjes Baroness en Kylesa hebben hier hun zoden aan de dijk. Black Tusk zou je kunnen zien als het kleine broertje van de drie. Het DNA van de bands loopt letterlijk en figuurlijk door elkaar. Want waar bijvoorbeeld Baroness-frontman John Baizley albumcovers heeft verzorgd, speelt ex-Kylesa-bassist Corey Barhurst inmiddels op de basgitaar. Overigens wel naar aanleiding van een trieste gebeurtenis rondom oprichtend lid Jonathan Athon. Hij kwam, vlak voor de release het vorige album Pillars of Ash, om het leven bij een motorongeluk.

Wat Black Tusk misschien het beste typeert, is hoe de twee overgebleven mannen zijn omgegaan met het verlies van hun maatje. Al vrij snel werd besloten ter ere van Athon dóór te gaan en ook het touren weer op te pakken. Tijdens die tour heb ik een show meegepikt op een sombere dinsdagavond in november, te Nijmegen. Dat zijn over het algemeen niet de beste avonden voor een band. Zo ook hier was de zaal niet eens half vol, maar de mannen trokken alles uit de kast. Het plezier van spelen op een podium en de energie die ze daarmee de zaal in slingerden was indrukwekkend te noemen.

Inmiddels zijn we twee jaar verder en ligt TCBT rondjes te draaien. Het eerste album dat voort is gekomen uit de huidige bezetting. Om, met modderlaarzen aan, maar meteen met de deur in huis te vallen, TCBT klinkt als een bevrijding/nieuwe start voor de band. Er is een nare periode afgesloten, en de frisse blik op de toekomst is duidelijk terug te horen.

Na een gesproken woord introductie wordt de mammoet met zwarte slagtand op zijn staart getrapt en dendert deze dwars door alles en iedereen heen. De mannen houden deze felle, intense stampij zonder genade vol tot het einde. Het gevaar zou kunnen zijn dat het na een tijd saai of eentonig gaat worden. Goed geplaatste adempauzes onderbreken het tempo precies genoeg om dit te doorbreken.

Een andere factor die alles op scherp houdt is de dynamiek in vocalen. De hele band doet een duit in het zakje. Het verschil in de lichtere, fellere schreeuw van gitarist Fidler versus de zwaardere varianten van bassist Barhorst en drummer May maken het een interessant samenspel. Om een poging te doen dat uit te leggen, grijp ik even terug op de rally bolide. Terwijl jij plankgas achter het stuur zit, schreeuwt Fidler je oor aan gort vanuit de bijrijder stoel. Als die klaar is blazen Barhorst en May je vanuit de achterbank de oren van je kop af. En dat is knap, met die helm op je hoofd. Het gevolg is dat je altijd een beetje ‘on edge’ bent en je aandacht constant moet verleggen. Door het afwisselende geschreeuw heb je geen idee waar je op af gaat en grijp je je vast aan het enige constante in de vocalen chaos: plankgas door het mistige, modderige moeras heen denderen.

Score:

82/100

Label:

Seasons of Mist, 2018

Tracklisting:

  1. A Perfect View of Absolutely Nothing
  2. Closed Eye
  3. Agali
  4. Lab Rat
  5. Scalped
  6. Ghosts Roam
  7. Ill At Ease
  8. Rest With the Dead
  9. Never Ending Daymare
  10. Orange Red Dead
  11. Whispers
  12. Burn the Stars

Line-up:

  • Andrew Fidler – Gitaar, Vocalen
  • Corey Barhorst – Basgitaar, Vocalen
  • James May – Drums, Vocalen
  • Chris “Scary” Adams – Guitar, Vocalen

Links: