Anfauglir – Akallabêth

Een postuum boek is een boek dat wordt uitgebracht nadat de schrijver overleden is. Het gebeurde J.R.R. Tolkien (leuke vraag voor een kroegquiz: weet jij waar die initialen voor staan?), die velen vooral zullen kennen als auteur van De Hobbit en de trilogie In de ban van de ring (The Lord of the Rings). In zijn testament had Tolkien zijn zoon Christopher aangewezen als beheerder. Die kwam het nodige ongepubliceerd materiaal tegen dat zijn vader vele decennia geleden, nog voor hij begonnen was aan het schrijven van In de ban van de ring, al had geschreven en publiceerde deze postuum onder de naam J.R.R. Tolkien. Vier jaar na zijn overleden werd De Silmarillion gepubliceerd en drie jaar later volgde Nagelaten vertellingen (in het Engels: Unfinished Tales). Het eerstgenoemde boek is een verzameling mythologische verhalen over Midden-aarde en gaat over drie periodes (zogenaamde era’s). Één van die verhalen is de Akallabêth. Hierin wordt verteld over de stichting en ondergang van Númenor; een koninkrijk op een eiland uit de boeken van J.R.R. Tolkien over de fictieve geschiedenis van de wereld (Arda).

Kun je het literair minicollege tot nu toe nog volgen? Vanwaar deze uitweiding? Omdat het meteen duidelijk maakt waar het duo van het uit Newton (Connecticut, Verenigde Staten) afkomstige Anfauglir de inspiratie vandaan haalt. Dat Tolkien voor hen een bron van ideeën en creatieve vondsten is, mag geen verrassing heten, als je de titel van hun debuut (alweer uit 2008!) kent: Hymns over Anfauglith. Deze titel verwijst naar de fictieve, uitgestrekte, groene vlakte uit De Silmarillion die na Slag van de Plotselinge Vlam (voor de kenners: Dagor Bragollach) verwerd tot een troosteloos en doods gebied. Sindsdien draagt het de naam Anfauglith.

Wanneer een band zo vergroeid is met de inhoud van het werk van één van de bekendste fantasyschrijvers ooit, kan het toch niet anders dan dat dit zijn weerslag op de muziek heeft en allerhande invloeden terug te horen zullen zijn? Nou, dat is in het geval van Anfauglir dan ook zo. Dit tweede album Akallabêth – dat maar liefst zeventien jaar na het debuut het levenslicht ziet – bevat ‘slechts’ vier nummers. Met een speeltijd van iets meer dan zeventig minuten spreekt het voor zich dat we hier te maken hebben met weelderige, epische, muzikale extravagantie. Een werk dat er qua omvang en grandeur uitspringt. Ja, eigenlijk precies zoals het werk van Tolkien.

Bandleden Griss en Lord Bauglir – nee, dat zijn geen feitelijke namen, maar deze zijn gebaseerd op het Sindarijns; een verzonnen taal door … ja, nou weten we het wel – gebruiken als basis voor hun muziek symfonische black metal. De band wijkt af van het wat meer gebruikelijke pad door hun composities te schrijven en te arrangeren in de stijl van een traditionele, klassieke symfonie. De meer gangbare structuren van composities worden zo vermeden. Op Akallabêth word je ondergedompeld in snelle tempo’s, vileine tremolo-gitaren, verbeten blastbeats en een rauwe krijs. Daar wordt vervolgens een dikke, dikke laag aan zeer geluidsbepalende, filmische invloeden aan toegevoegd. Dat is niet alleen een enorme massa aan weelderig tierende orkestratie, maar ook langgerekte gedeeltes begeleid door een fragiele piano, pompeuze, majestueuze koren en verhalende, instrumentale passages die je weg laten dromen naar eindeloze vlaktes en onherbergzame gebergtes in een legendarische mystieke wereld. Er wordt voortdurend gezocht naar een boeiend contrast tussen verbeten zwaarte en bombastische melodieën.

Door de lengte van de nummers – slotnummer The Downfall is met twaalf minuten het kortste – kan Akallabêth een flinke zit blijken te zijn. De vertellende manier waarop de uitgestrekte composities in elkaar gestoken zijn, zal voor de één een enorm rijk epos blijken te zijn, waar een ander misschien veel moeilijker uit de voeten kan met de enorme lengte van de nummers. Door de gedetailleerde inkleuring weet de band het echter enerverend en aantrekkelijk te houden. Het lijkt erop dat het tweetal niets aan het toeval heeft overgelaten: de nummers zijn tot in de fijnste finesses uitgewerkt. Zo is een deel van de teksten in het Quenya; een door Tolkien bedachte taal die gesproken wordt door de elfen in Midden-aarde. Dat de band dit heel serieus neemt, mag spreken uit het feit dat ze er een specialist in het Quenya (ja, die zijn er) over hebben geconsulteerd. Een ook diverse karakters uit het verhaal komen aan bod: Manwë (in The Rise of Númenor), Sauron (Ja, hij die in The Lord of the Rings zijn sieraad kwijt was en er dringend naar op zoek ging.) en Ar-Pharazon (beide in Defying the Doom of Men). “Met Akallabêth gaan we verder dan een simpele historische weergave van Tolkiens verhalen. We verkennen de personages, spreken hun taal en denken na over de existentiële vragen die ze tegenkomen. Er zit een diepgang in die je kunt missen als je de lagen niet afpelt.”, aldus de band.

Ben jij een liefhebber van de boeken van Tolkien? Waar wacht je nog op? Dit is niets anders dan verplichte kost en kan alleen maar leiden tot een directe aanschaf. En voor de liefhebbers van symfonische black? Dit is een vertellend, overvloedig album dat je het beste tot je neemt door het aandachtig te luisteren met koptelefoon op … ogen dicht en wegdromen. Akallabêth mag in zijn algemeen misschien niet een heel zware indruk achterlaten en zal wellicht doen denken aan de soundtrack van een film. Waarschijnlijk zal het daarmee een enigszins beperkte doelgroep aanspreken, maar dat neemt niet weg dat Anfauglir op Akallabêth aantoont dat symfonische black indrukwekkend en wonderbaarlijk mooi kan zijn.

Score:

88/100

Label:

Debemur Morti Productions, 2025

Tracklisting:

  1. The Rise of Númenor
  2. The Inevitable Truths of Time
  3. Defying the Doom of Men
  4. The Downfall

Line-up:

  • Griss – Zang, gitaar, basgitaar
  • Lord Bauglir – Gitaar

Links: