Iemand moet ooit een ongemakkelijkheid elixer in het Zwitserse water hebben gegoten, want veel leden van metalbands daar lijken er iets te veel van hebben gedronken. Wat is dat toch met bands uit dat land? Neem een Losa, een Unfold, een Rorcal of een Coilguns. Allemaal groepen die de grenzen van het (sludge)metal landschap opzoeken en daaroverheen denderen. Platen van deze bands zijn zomaar even geschikt als achtergronddeuntje terwijl je buurman langskomt om te praten over de nieuwe kleur van zijn schutting. Nee, deze bands eisen je volledige aandacht op. En dat geldt zeker ook voor Abraham, een viertal uit Lausanne dat net zijn vijfde studioplaat heeft uitgebracht.
Mocht je nog niet bekend zijn met deze band: hun muziek is een combinatie van post-metal, sludge en noiserock. En met name dat laatste drukt een flinke stempel op de muziek, met allerlei geluiden die opduiken en het bij vlagen wat nerveus gitaarspel. De plaat draagt een titel die perfect aansluit op de muziek: idsungwüssä en schijnt onderdeel te zijn van een trilogie. Blijkbaar vond de band dat er na vorige plaat Magnus een hoop losse eindjes waren die aan elkaar knoopt moesten worden.
Idsungwüssä is een plaat die je als geheel moet ondergaan. De nummers vormen samen een dreigend organisme die elkaar versterken en opvullen. Bij los beluisteren verliezen de tracks wat van hun kracht, maar samen groeien deze uit tot een achtkoppig monster dat zich vervaarlijk voortbeweegt. Het creëert continu een sfeer van onbehagen dat al begint bij Fate Of Man Lies In The Stars, waar dissonante en pulserende klanken gecombineerd worden met oerkreten en direct een gevoel van onbehagen oproepen. Dat gevoel verdwijnt daarna niet meer.
Abraham zet minstens net zoveel in op het neerzetten van een sfeer als op de muziek zelf. De songstructuren zijn niet altijd even logisch of volgens een beproefd concept. Toch biedt de band soms wat houvast, wat vooral komt door de sterke dynamiek. Het is niet alleen maar een locomotief die voortdendert. Af en toe schakelt de band terug van de geluidsexplosies, wat weliswaar zorgt voor een ademruimte, maar echt luchtig wordt het niet op de plaat.
Neem bijvoorbeeld de track I Am The Vessel And The Vessel Is Me, die grotendeels op midtempo wordt gespeeld en waarin de zanglijnen verstaanbaar zijn. Dit nummer kent enkele fraaie gitaarlijnen, die vooral doorzeuren terwijl Dave’s verbeten zang onverminderd voortgaat. Het is in de wereld van Abraham het meest luchtige wat er te bieden is. De band kan het vervolgens niet nalaten om het nummer te eindigen met een draaikolk van dissonante gitaarpartijen die om elkaar heen cirkelen.
A Discomposite Shell bestaat dan weer uit een palet wanhoopsklanken en vervormde geluiden. Deze plaat vergt veel van je doorzettingsvermogen, en dat een vol uur lang. Dat is best een pittige zit voor een een plaat als deze. De eerste keren dat ik hem helemaal heb uitgeluisterd , hing ik wat murw gebeukt in de touwen. Maar dat is ook precies de bedoeling van de band. Wanneer je je eraan overgeeft en je deze muziek over je heen laat komen (bij voorkeur met een hoofdtelefoon op), dan merk je dat je langzaam onderdeel wordt van de wereld die Abraham hier schept. Geen fijne plek om te zijn, maar het maakt wel wat los. En dat is ook uiteindelijk waar kunst om draait, toch?
Score:
72/100
Label:
Pelagic Records, 2025
Tracklisting:
- Fate of Man Lies in the Stars
- I Am the Vessel and The Vessel Is Me
- A Discomposite Shell
- Naked in a Naked Sky
- Suurwäut
- En Tüüfus Tümpu
- 06.00.40U
- Home
Line-up:
- Val DiCabillo – Basgitaar
- Steven Margo Dita d’Oro – Gitaar
- Dave Schlagmeister – Drums, zang
- Jakkob Wierdmann – Gitaar
Links:


