Master’s Hammer – Maldorör Disco

Van een band waar Dayal Patterson een volwaardig hoofdstuk aan wijdt in zijn Black Metal: Evolution of the Cult verwacht je misschien wel dat die trouw blijft aan de roots van black metal. Want die roots van de tweede golf van black metal liggen niet enkel in Zwitserland en Noorwegen, maar zeker ook in (het toenmalige) Tsjechoslowakije. Fenriz (Darkthrone) noemde Master’s Hammers debuutalbum Ritual. zelfs “het allereerste Noorse blackmetalalbum, al komen ze dan uit Tsjechoslowakije”. Of die vergelijking volledig opgaat durf ik hier luidop te betwijfelen, maar dat Ritual. een iconisch en ijzersterk album is, dat staat als een paal boven water. Rauw, primitief, maar vooral heel erg fascinerend, onorthodox, onweerstaanbaar en enorm verslavend. De band mixte op Ritual. black metal en donkere heavy metal (maar goed, dat deden er wel meer in 1991) op een heel organische en soepele manier en het album verbond moeiteloos de ene iconische riff met de andere. Wat een creatieve weelde!

Maar als er iets is dat je mag verwachten van Master’s Hammer, dan is het wel dat je niet weet wat je mag verwachten van Master’s Hammer. Dat bewezen de heren wel met de zeven albums die volgden op Ritual., gespreid over 27 jaar, maar tegelijkertijd ook gespreid over evenveel verschillende stijlen en invloeden. Op Jilemnický Okultista kon je het typische geluid van Ritual. nog herkennen, maar dan vanuit een minder traditionele en vooral heel theatrale benadering. In 1995 brak Master’s Hammer dan volledig met zijn blackmetalverleden door het knettergekke Šlágry uit te brengen, waarop klassieke muziek, elektronica (Laibach iemand?), volksmuziek, een kinderliedje (I kid you not), fanfare (still not kidding) en heavy metal op onnavolgbare en licht chaotische wijze met elkaar werden vervlochten. Uniek, dat wel, maar toch net iets te bizar voor de gemiddelde liefhebber medunkt.

Na Šlágry hield de band het voor gezien en volgde een hiaat van maar liefst veertien jaar. De terugkeer van Master’s Hammer in 2009 (met het sfeervolle Mantras) was tevens een terugkeer naar de eigen roots van Ritual., weliswaar in een iets vrijere vorm en met toevoeging van hier en daar wat elektronica. Ook op de daaropvolgende albums stond (rauwe, brute black/heavy) metal opnieuw centraal in een eclectische mix van uiteenlopende stijlen (industrial, folk, pop, disco…). De (soms zelfs dansbare) elektronica is sindsdien niet meer weg te denken als bepalend element in de muziek van deze (ondertussen) Tsjechische metalanarchisten, en die neemt regelmatig zelfs het voortouw in hun nummers. Als u wil weten hoe dat dan precies klinkt, dan raad ik zeker aan om eens te luisteren naar het behoorlijk iconische Arachnid, afkomstig van het album Formulae uit 2016.

Ik hou wel van een uitdaging als recensent, maar wat Master’s Hammer me met zijn Maldorör Disco nu voor de voeten gooit is toch wel behoorlijk buiten categorie. Het kampeert namelijk grotendeels buiten de muziekcategorie die we kennen als black metal. Meer nog, het album springt zelfs grotendeels over de grenzen van metal heen. Het blijft zeker nog herkenbaar als Master’s Hammer (we zijn ondertussen wel al wat gewoon van deze experimentele band), maar de slinger slaat op dit nieuwe album wel heel erg door richting elektronica. Er zijn nog steeds gitaren en drums te horen en dat typische, onesthetische, onzuivere, rauwe stemgeluid van Franta Štorm staat vooraan in de mix (samen met Necrocock die de soms wat bevreemdende backing vocalen voor zijn rekening neemt), maar dé blikvangers van dit album zijn toch zonder meer de elektronische riedeltjes en deuntjes die uit nieuwkomer Kamil Princ’s keyboards worden getoverd. Elk nummer vertelt ook duidelijk zijn eigen verhaal, maar bij gebrek aan de lyrics (toch jammer dat we die niet meegestuurd kregen) heb ik geen enkel idee waar dit allemaal over gaat. Zo ver rijkt mijn Tsjechisch namelijk niet.

Sommige kwatongen zouden durven stellen dat de muziek van Master’s Hammer getuigt van slechte smaak, maar ik geef er de voorkeur aan om die te bestempelen als experimenteel, avant-gardistisch en grensverleggend. Zoals Franta Štorm het zelf stelt: als het aankomt op externe, restrictieve conventies, dan legt deze band zichzelf liever geen regels op. Meer nog: Master’s Hammer doet gewoon waar het zin in heeft en neemt zichzelf ook absoluut niet serieus. En dat blijkt wel uit dit album.

Wat we te horen krijgen varieert van elektro over dance naar Rammstein-stijl industrial en een vreemde, nogal eigenzinnige kijk op heavy metal, en alles daartussenin. De synth/keyboardgeluiden doen enigszins gedateerd, archaïsch aan, waardoor Maldorör Disco een aangenaam retro-gevoel meekrijgt. Af en toe krijgt de elektronica het podium voor zich alleen, om dan iets later in het nummer aangevuld te worden met drums, gitaren en vocalen (zoals bijvoorbeeld in het heel toepasselijk getitelde Take It Or Leave It). Wie door de catchy deuntjes heen luistert, ontdekt dus vaak een netjes uitgewerkte opbouw en ontwikkeling van de nummers. Er is duidelijk veel zorg besteed aan het componeren van de songstructuren en de interacties tussen instrumenten en stem.

In alle nummers zit ook een aangename, ongedwongen flow, waardoor ze (mits je je over de eerste shock heen hebt kunnen zetten) heel toegankelijk en aangenaam beluisterbaar zijn. Wie niet door de catchy deuntjes heen wenst te luisteren (en dat is uiteraard geen verkeerde keuze), zal iets meer dan veertig minuten lang kunnen genieten van de (schijnbaar) vrolijke songs op dit bizarre maar – op een onorthodoxe manier – heel attractieve album. Daarnaast valt ook op dat, ondanks de schijnbare eenvoud van de muziek, de aandacht vooral naar de teksten gaat. Wie nieuwsgierig is naar de betekenis van elk nummer, koopt de plaat dus best gewoon aan (voor de teksten), maar de oplettende luisteraar zal hier en daar misschien wel enkele woorden herkennen. En ja, dat is zeker intrigerend.

Voor de vocale finesses moet je het dan weer niet doen, want die zijn er echt niet. Storm bromt en gromt eerder dan hij grunt, schreeuwt of zingt. Necrococks vrij hoge (bijna vrouwelijke zou ik zelfs durven stellen), poppy en gedeeltelijk elektronisch vervormde vocale inbreng is dan weer op zijn minst uniek te noemen. Maar ook dat word je na een stevig aantal luisterbeurten wel gewoon…

Dan is er toch ook metal terug te vinden op dit album, maar die beperkt zich voornamelijk tot het potige drumwerk van Honza Kapák, en dat zorgt wel voor een zeker contrast, de al even viriele industrialriffs van Necrocock en een aantal melodische heavymetal-/hardrockgitaarfantasieën. Ze hebben hier een ondersteunende rol, want de keyboards en vocalen staan voortdurend op het voorplan.

Openingsnummer Anděl Slizu zet dan wel duidelijk de toon, je kan niet zeggen dat Master’s Hammer er onmiddellijk invliegt. De hoogtepunten liggen elders, zoals bijvoorbeeld bij Take It Or Leave It, dat iets steviger en met meer vuur binnenkomt dan de eerste twee nummers, met een typische nineties, dansbare elektro-insteek. Of titelnummer Maldorör Disco, dat heel dansbaar en catchy de ether wordt ingezwierd. Het heeft een meer vloeiende flow en is net iets evenwichtiger opgebouwd dan pakweg Anděl Slizu, met een natuurlijke dynamiek en een aangename, meeslepende energie. Niet makkelijk om hierop te blijven stilzitten, zelfs als je geen fan bent van techno of andere elektronische muziekstijlen. De eerste echt vette, bijtende riffs vinden we pas terug op het verder heel erg poppy Bochnatky. Het is maar met mondjesmaat, maar voor de metalliefhebber zijn dit toch relevante lichtpuntjes.

Wanneer Beast Within wordt ingezet gaat het dak er dan toch plots helemaal af. Dit nummer steekt met kop en schouders boven de concurrentie uit en dat heeft (wat dacht u anders?) te maken met de elektronica, die hier wel heel erg swingend en catchy uit de hoek komt. Heel dansbaar ook, dit technofeestje, dat opnieuw op onnavolgbare wijze wordt vermengd met dat typisch rauwe, “lelijke”, zwartgeblakerde heavymetalgeluid van Master’s Hammer. Als added value heeft Beast Within ook nog eens een rudimentair, maar wel heel mee”zing”baar, refrein. Deze twee hoofdelementen wisselen elkaar grotendeels af, maar worden op het einde wel mooi versmolten.

Maldorör Disco is een boeiende release geworden en elke keer je luistert ontdek je ook wel weer iets nieuws: een kort, onopvallend riffje, een dubbele bodem in de synths, een leuke wisselwerking tussen de drums en de keyboards… Toch is het als metalliefhebber niet evident om hier heel veel liefde voor op te brengen. Het album heeft (zoals hierboven vermeld) zeker zijn hoogtepunten en de meeste van de gebruikte muzikale thema’s blijven écht lang hangen, maar ik mis toch vooral vuur en intensiteit. Ik denk daarbij bijvoorbeeld aan een nummer als Bicycle Day, met zijn minimalistische centrale thema en zijn bizarre hoge gilletjes, dat met zijn meer dan vijf minuten speelduur eigenlijk te lang uitvalt.

Hoewel de meeste metal nog terug te vinden is op het nummer Doppelgänger (het brommerige gitaargeluid geeft het geheel zelfs een wat donkerder atmosfeer mee), is dit zeker geen hoogvlieger. Het nummer sleept zich aan een (te) laag tempo voort en daardoor wordt het al snel langdradig, terwijl het eigenlijk niet eens zo lang duurt.

Ik herinner me nog dat ik als twintiger al eens terug te vinden was op een elektrofuif in Gent, waar de futurepop van VNV Nation en dergelijke regelmatig door de boxen knalde. De start van El Teide brengt me helemaal terug naar die tijd. Het poppy gezongen refrein klinkt dan weer wat vreemd (“Shake, shake, earthquake?” – ik hoop dat ik het verkeerd verstaan hebben), maar de vette industrial riffs die daar vervolgens worden aangebreid zorgen ervoor dat alles weer uitgebalanceerd wordt. Uiteindelijk komen deze drie elementen toch weer mooi samen. El Teide is net zoals dit album: bizar, onvoorspelbaar, soms aantrekkelijk en soms aanstotelijk. Ik zou het vooral als “intrigerend” willen bestempelen, en daarmee heb ik Maldorör Disco’s belangrijkste troef ook wel benoemd. Geen kost voor de purist of de doorwinterde metalliefhebber, maar wie niet bang is voor wat cross-over en geëxperimenteer kan hier wel mee aan de slag.

Master’s Hammer zoekt in feite geen grenzen op, maar maakt gewoon de muziek die het zelf leuk vindt. De vraag is of de luisteraar deze excentrieke Tsjechen daarin kan volgen, want de mix van verschillende muziekstijlen is zeker niet voor iedereen weggelegd. Dat hoeft op zich geen issue te zijn, maar ik vind (en dat is wel echt een negatief punt) dat er net iets teveel vullers in de tracklist staan. En dat sommige nummers wat zoutloos aanvoelen. Misschien ben ik hier niet avontuurlijk genoeg voor. Intrigerend is het zeker, dus liefhebbers van “elektropopblack” (bestaat dat genre eigenlijk al?) moeten dit album zeker eens beluisteren. Het artwork is trouwens al even surrealistisch als de muziek, maar of je het “esthetisch” kan noemen laat ik graag in het midden. Ook dat zal wel een kwestie van persoonlijke smaak zijn.

Score:

75/100

Label:

Darkness Shall Rise Productions, 2025

Tracklisting:

  1. Anděl Slizu
  2. Genisis P. Orridge
  3. Take It Or Leave It
  4. Maldorör Disco
  5. Bochnatky
  6. Beast Within
  7. Bicycle Day
  8. Doppelgänger
  9. El Teide
  10. Slatina

Line-up:

  • Franta Štorm – Stem, gitaar, basgitaar
  • Necrocock – Gitaar
  • Honza Kapák – Drums
  • Kamil Princ – Keyboards

Links: