Geschreven door Yves Pelgrims op 13-09-2025 om 17:02.
Onkruid vergaat niet. Drie jaar geleden dook het Zweedse Lord Belial opnieuw op met een nieuw album na veertien jaar stilte. Nog steeds met twee van de drie heren uit de Backelin-familie, maar zonder neef Anders die in het verleden de bas hanteerde. De comeback Rapturevoorzagen we van een review, maar het brak wat mij betreft niet al te veel potten.
Misschien zocht de band nog wat naar te fel naar een nieuwe insteek. Het oude materiaal van deze Zweden is eigenlijk subliem, met uiteraard het debuut Kiss The Goat, maar ook met parels als Black Winter Bloodbath op Enter The Moonlight Gate (1997) of Divide et Impera op Unholy Crusade (1999). De band verloor daarna naar mijn smaak wat aan impact om pas vanaf Nocturnal Beast (2005) met heerlijke melodieuze lijnen in de stijl van Dissection af te komen. The Black Curse was wat mij betreft ook een hoogtepunt, alvorens de heren om medische redenen de handdoek in de ring gooiden.
In vergelijking met Rapture heeft Unholy Trinity naar mijn gevoel meer overtuigingskracht. De Dissection-dagen van dit trio zijn volledig voorbij en hoewel ik nog wel die smerige Naglfar-vibe krijg bij de vocalen, draagt dit toch eerder een Marduk-stempel. Lees: heel wat drumgeweld, donkere krachtakkoorden en een pittige gelaagdheid in de gitaren. Afgewisseld met wat occultere atmosferen zoals op Serpent’s Feast, The Whore of Antichrist, waardoor het ook meer wordt dan een voortdurende stormram. Daar ligt enerzijds de sterkte van deze band, waardoor men zich blijft overscheiden van het gros aan melodische blackmetalbands. Anderzijds kan ik ook niet zeggen dat ze zich in dergelijke mate weten te onderscheiden dat ze echt uniek aanvoelen binnen het genre. Eerder melodisch geweld op Marduk-wijze met een venijn dat misschien wat Watain-esk aanvoelt. Die referenties passen ook prima bij de thematiek van deze nummers.
Een knappe release dus, die de voorgaande plaat overstijgt. Met enkele sterke nummers, waaronder de genoemde songs maar ook de stevige opener. Door het gebrek aan een eigen smoel dreigt Lord Belial echter toch wat in de vergetelheid te zinken wat betreft de jaarlijsten. Het maakt niet weg dat dit een prima plaat is waar fans van het genre zich helemaal in kunnen verdiepen.
De redacteuren van Zware Metalen schrijven ieder jaar op vrijwillige basis duizenden artikelen om de metalscene van Nederland en België te ondersteunen. Hiervoor zijn we afhankelijk van inkomsten die gegenereerd worden door het plaatsen van advertenties. Indien deze niet afkomstig zijn van directe partners (zoals poppodia en festivalorganisatoren), zal de overgebleven ruimte opgevuld worden door automatisch gegenereerde advertenties van Google AdSense. Omdat deze gebruik maken van zogeheten ‘tracking cookies’, hebben we volgens de AVG-wet jouw toestemming nodig om deze advertenties weer te kunnen geven. We begrijpen dat onze lezers hun privacy op het internet waarderen, maar het accepteren van het cookiegebruik houdt Zware Metalen (en dus indirect de metalscene) in leven. We hopen daarom dat je instemt met het gebruik van de cookies. Mocht je er interesse in hebben, kun je onze privacyverklaring lezen.