Heidense metal is wat de klok slaat op Risci Bita Wudu. Een album met drie tracks van deze Engelse éénpersoonsband, genaamd Aethelruna. De website van de beste man staat vol met informatie over zijn invloeden. Die reiken van nazi occultisme tot esoterie en heidendom, en alles wat er tussenin zit. Ik was begonnen met het te lezen, maar viel halverwege in slaap. Daarom schakelen we over naar de muziek.
Pagan black metal, met een nadruk op pagan kan wel gesteld worden. Je verstaat er in elk geval geen hout van. De teksten zijn in het Oud-Engels geschreven en ge’shriekt’. Dus tenzij u thuis bent in die taal, wat waarschijnlijk niet het geval is, kan u er wel kaas van maken. Het is behoorlijk folky wat Aethelruna laat horen. Ierse fluitjes, achtergrondkoren en een flinterdun drumgeluid bepalen het geluid. Aethelruna verwerkt er traditionele melodieën in. De gitaar probeert dramatische toetsen aan te brengen. Die drumcomputer staat mij eigenlijk gelijk niet zo aan, omdat de ritmes ongedrumd klinken. Episch wordt de band wel naar het einde van Saga hwæt ic hatte, maar verwacht geen strakke opbouw daarheen.
Woden First to Thee klinkt alsof Dragonforce een psalm heeft opgenomen met een operazangeres. Is het té? Ja. Het blijkt om een lied van de Britse barokcomponist Henry Purcell te gaan. Deze cover lijkt meer op een oefening voor de muzikanten, of hooguit een generale repetitie. Wat op zich jammer is, want als je dit net iets gebalanceerder overbrengt slaat het wellicht juist wel aan. Þæs ofereode ðisses swa mæg heeft een intro van vier minuten dat een mooie archaïsche sfeer oproept. Na het intro wordt een minuut lang toegewerkt naar de echte start, waarna er een slaggitaarriff volgt die wordt bijgestaan door een fluit die de melodie aangeeft. Een melodie die los komt binnenvliegen, en net zo snel het nummer weer verlaat. Wat volgt is een intermezzo op wat in mijn oren klinkt als een cello en keyboard. Hierna vervolgt de band zich weer stampend met wild gefluit en plechtige mannenzang. De daaropvolgende solo brengt weer een andere invalshoek, waarna de operazang en schorre roepen worden ingebracht onder een trage drumbeat.
Wat u wellicht opvalt na deze lap tekst is dat het telkens weer iets nieuws is. Dat is ook meteen het grote minpunt aan dit album. De songwriting is matig. Aethelruna maakt een aantal losstaande ideeën die wel aardig zijn, maar ze vormen geen duidelijk geheel. Tevens zijn de ideeën zelf erg gefocust op de inbreng van de fluit of de vocalen. Hierdoor lijken bijvoorbeeld de drums constant slechts een bijzaak. Het gitaarspel is van een aardig niveau, maar echt spannende passages ga je niet horen. Zelfs op Woden First to Thee, waar toch best wat techniek wordt gevraagd, klinkt het alsof de man op zijn toppen speelt, en dat hij het er nog net uitperst.
Risci Bita Wudu bevat vele elementen die kunnen aanspreken, en het zal vast een cultgezelschap kunnen beroeren. Ik vond het vooral een verzameling van willekeurige, redelijk interessante elementen die aan elkaar zijn geplakt met een ongeïnspireerde drumcomputer, en teveel rusten die het tempo eruit halen. De sfeer wordt opgepakt, en op dat punt kan ik de band nergens kritisch benaderen. Er is een duidelijke keuze gemaakt voor het thema en de sfeer. Het eindproduct is knap als je het als amateur in elkaar zet, maar is tegen de achtergrond van alle muziek die uitgebracht wordt slechts zwak. Misschien moet hij eens een boek gaan schrijven, in plaats van een muziekalbum…
Score:
50/100
Label:
Eigen Beheer, 2022
Tracklisting:
- Saga hƿæt ic hatte
- Woden First to Thee
- Þæs ofereode þisses sƿa mæg
Line-up:
- Wulfhelm – Vocalen, gitaar, basgitaar, programmering
Links: