Esoterische black metal met een focus op occult herbalisme en seksuele mystiek. Qua bizarre insteek kan dat wel tellen! Ik kan me geen enkele blackmetalband voor de geest halen die kruiden als centraal thema heeft (voel u vrij om dat gat in mijn kennis op te vullen via het antwoordenhokje hieronder), maar vooral de combinatie met paganistische seksrituelen zag ik eerst even niet. Gaat het dan specifiek over geestverruimende of afrodiserende planten? Afgaand op de bandnaam lijkt dat niet het geval te zijn. Helleborus (ook wel gekend als nieskruid of kerstroos) is een bijzonder giftige plant die allerlei fijne symptomen kan veroorzaken, zoals tinnitus, duizeligheid, shock, huidirritatie, een gevoel van verstikking, gezwollen tong en keel, braken en uiteindelijk zelfs een hartaanval. In het antieke Griekenland werd Helleborus geassocieerd met de maenaden: de bezeten priesteressen van Dionysos, de god van wijn en plezier. Ze stonden bekend voor hun wilde dansen en hun voorliefde voor geweld, seks en drank. En zo zie je maar dat die paganistische seksrituelen toch niet meer zo veraf zijn. In de middeleeuwen werd de plant vooral gelinkt aan necromantie en Hecate, de Donkere Godin. Misschien toch geen verkeerde naamkeuze voor een blackmetalband lijkt me dan.
Helleborus is een relatief jonge band uit Colorado (USA), maar houdt er een opvallend Europees geluid op na. Om eerlijk te zijn vind ik dat ze op hun debuutalbum The Carnal Sabbath (2016) met een valse noot zijn gestart door in hun openingsnummer schaamteloos een Dimmu Borgir-riff (Allegiance) te verwerken. Naast deze uitschuiver viel het debuut vooral op door een soort muzikale besluiteloosheid: bijzonder veel creatieve ideeën, heel wat verschillende melodieën en (té) frequente stijlveranderingen, waardoor het tegelijkertijd boeiend, maar ook bijzonder onsamenhangend overkwam. Je hoorde invloeden van uiteenlopende bands als Dimmu Borgir, Cradle of Filth, Hecate Enthroned, Gehenna, Blut Aus Nord, Satyricon en zelfs Watain. Helleborus was duidelijk nog op zoek naar een eigen geluid.
Met Saprophytic Divinations heeft de band dan toch die eigen identiteit te pakken. Dit is mystieke, symfonische meloblack om de duimen en vingers van af te likken, nog steeds met een overvloed aan spitsvondige ideeën, maar met heel wat meer coherentie. Op dit album draait alles rond melodie en sfeerschepping en die elementen zijn dan ook tot in de perfectie uitgewerkt. Een bijzonder aangenaam luisterstuk dus.
Opener Celestial Grave begint zacht en sierlijk, maar toch ook een beetje duister en mysterieus. Wat volgt is een heerlijke zwarte symfonie, waarbij nijdige boosaardigheid en melodische esthetiek heel mooi in evenwicht zijn. Verschillende muzikale thema’s worden hier voortreffelijk met elkaar verweven in een compositie die vooral heel veel geestdrift en dynamiek uitstraalt. De diepe, zware grom van S. Wyatt Houseman doet in combinatie met al dat symfonisch bombast wat denken aan Seth Siro Anton van Septicflesh, maar verandert evengoed doorheen het nummer van hoogte en timbre. Er is heel veel gaande in dit nummer, maar door de heel transparante structuur en herkenbare melodieën blijft het gewoon heel erg behapbaar en interessant.
Na het iets tragere en koortsachtige Alraun Ghost, dat verwijst naar de voor heksen zeer essentiële plant Mandragora en opnieuw boordevol woede en haat lijkt te zitten, krijgen we met het akoestische Verum Fidei veruit het meest sfeervolle nummer van het album te horen. Als je een droomwereld zou willen voorstellen op muziek, dan zou het denk ik zo wel klinken. Speech-achtig gesproken woord vind ik meestal nogal misplaatst op een metalalbum, maar hier is het heel natuurlijk in de muziek geïntegreerd. Het geeft Verum Fidei een naargeestige nasmaak: de droom wordt stilaan een nachtmerrie. En die nachtmerrie wordt werkelijkheid in Devil’s Garden, het verhaal van de nacht, de duivel en het zaad van het kwade. Wat hier vooral opvalt is het vertellende karakter van dit nummer en ik kan alleen maar aanraden om de lyrics van alle nummers er eens bij te nemen, want dit is doorlopend poëzie van de bovenste plank. Een zin als “I decompose in ceremonial black earth” bijvoorbeeld, dat is toch gewoon kunst? Devil’s Garden is overduidelijk één van de hoekstenen van deze horticulturele compositie. De haat stroomt uit alle plantgaten van deze tuin vol dood en verderf en al is dit niet het meest memorabele nummer op Saprophytic Divinations, het is wel één van de brutaalste.
Er is maar één nummer op Saprophytic Divinations dat nóg helser en bruter klinkt dan Devil’s Garden en dat is Juniper Shrine. Het nummer start koortsachtig en mysterieus met akoestische gitaar, maar ontbindt al snel zijn duivels in de vorm van een episch, monumentaal geluid en een hele batterij aan blastbeats. Drummer Brent Boutté (ex-Uada) laat zich hier van zijn meest meedogenloze kant horen. Dissonant, slepend gitaargeloei en de diepe, demonische grauw van S. Wyatt Houseman geven dit nummer een occult en uitgesproken boosaardig karakter. Toch zijn er voldoende tempo- en ritmeveranderingen om het luisterstuk van de nodige afwisseling te voorzien.
Het is zeer lovenswaardig dat Helleborus het niveau hoog weet te houden tot aan het einde. De slotakkoorden van Saprophytic Divinations, met name de laatste drie nummers, zijn wel heel erg verschillend van elkaar. Vooral het thrashy en vrij bitse Nocte Amans trekt de aandacht omdat het zo sterk afwijkt van wat we in de andere nummers te horen krijgen. Met zijn Inquisition-achtige akkoorden en een refrein dat ongetwijfeld vanop Crusade Zero (Hate) is weggeplukt, is dit nog maar eens een duister hoogtepuntje. Maar dat plagiaat, tja, het blijft toch een teer punt bij deze band…
Het voorlaatste nummer met de vreemde naam Blåkulla’s Meadow is misschien wel mijn favoriet op dit album. Blåkulla is in de Zweedse mythologie blijkbaar de plaats waar de duivel en heksen zich verzamelen voor een heuse heksensabbat. De leadgitaar is hier eerder lichtvoetig te noemen, wat dan weer in schril contrast staat met het demonisch gegrom van de vocalist van dienst. In dit zeer melodische nummer ontspint zich langzaam een symfonisch leitmotiv dat moedig de eeuwigheid lijkt in te wandelen. Een prachtige afsluiter van een prachtig album…
…ware het niet dat Helleborus ook nog het titelnummer voor ons in petto had. Ik moet toegeven dat ik niet helemaal akkoord ben met deze indeling, want Blåkulla’s Meadow was een prima afsluiter geweest en Saprophytic Divinations is nu niet bepaald het meest uitzonderlijke nummer op dit album. Het is zeker geen slecht nummer, maar het steekt er ook niet bovenuit vind ik. OK, het ligt volledig in de sfeer van dit album en heeft net als Blåkulla’s Meadow een repetitief thema dat zich blijft herhalen en uitdooft naar het einde toe. In die zin is het wel een degelijke afsluiter, maar eigenlijk had dit nummer veel vroeger in dit album gepast.
Saprophytic Divinations is de getuigenis van een band die zijn eigen geluid heeft gevonden en dat vol trots en overgave komt bekendmaken. Helleborus is hier op geen enkel moment grensverleggend, maar levert met dit album een bijzonder smaakvol, toegankelijk en interessant luisterstuk af. Dit is het soort black metal waar je naar kan blijven luisteren maar dat nooit vervelend wordt. Ook inhoudelijk is dit bijzonder sterk materiaal: lees daarvoor de teksten maar eens door. Het mist nog net dat tikkeltje genialiteit om van een topalbum te kunnen spreken, maar laten we het een geslaagde suptopper noemen. De release dateert al van december, maar ik ben heel blij dat collega Bart mij hier attent op heeft gemaakt. Een bijzonder fijne ontdekking!
Score:
87/100
Label:
Redefining Darkness Records, 2019
Tracklisting:
- Celestial Grave
- Alraun Ghost
- Verum Fidei
- Devil’s Garden
- Juniper Shrine
- Decaying Observer
- Nocte Amans
- Blåkulla’s Meadow
- Saprophytic Divinations
Line-up:
- S. Wyatt Houseman – Stem
- Jerred C. Houseman – Gitaar
- Ian Horenman – Basgitaar
- Brent Boutté – Drums
Links: