Alice Cooper, of de ondraaglijke lichtheid van de routine

Als iemand als Alice Cooper besluit op tournee te gaan en dan ook nog Black Stone Cherry meeneemt als support, dan staan wij bij Zware Metalen paraat! Je ziet tenslotte niet alle dagen een live executie. Dus wij naar Tilburg voor een avondje shock rock van de oude stempel. Dat ik daar niet alleen ben blijkt al snel. De hele tent zit vol vanavond, en dat is een understatement.

De zaal is al aardig gevuld als Black Stone Cherry aan zijn set begint. Zes studioplaten hebben ze ondertussen en vanavond spelen ze daar een soort ‘best of’ uit. Het moet wel even gezegd, wie niet houdt van stevig doorbeukende southern-rock zal hier weinig aan vinden. Uw dienaar is redelijk verlekkerd op dat hakkende woestijngeluid en krijgt hier dan ook heel wat lekkers te verwerken. Aan enthousiasme geen gebrek bij deze kerels uit Edmonton, Kentucky! Burnin’ en Me and Mary Jane worden vrij hevig gebracht en overtuigen ook. Maar toch, als hierna Blind Man op het publiek wordt losgelaten, merk je dat de oudere nummers toch iets meer overtuiging hebben. Of met iets meer plezier gespeeld worden, dat kan ook wel. Dat laatste kan zeker gezegd worden van John Fred Young, die met ongebreideld geweld zijn drumkit de podiumvloer in boort. Als hierna dan het drieluik In My Blood, Blame It On The Boom Boom en White Trash Millionaire gespeeld wordt, blijkt ten volle wat een klasse deze band bezit. Of hoe goed hun cd Between The Devil & The Deep Blue Sea uit 2011 wel niet is. Het oude Lonely Train bewijst nog maar eens pure klasse te zijn en ook Cheaper To Drink Alone staat als een huis. Afsluiter Family Tree maakt een einde aan een voorprogramma dat er toe deed. Dat ze snel maar eens mogen terugkomen als headliner.

Over Alice Cooper zijn bibliotheken vol geschreven. Kort samengevat, zonder Alice zou het begrip shock-rock niet eens bestaan. Dat bewijst hij al sinds de jaren ’70 onophoudelijk tijdens concerten waar op een leventje meer of minder niet wordt gekeken. Dat het ondertussen allemaal wat gedateerd aandoet weet meneer Cooper ook wel, maar net daarin ligt vaak het plezier bij dit soort concerten. Als je dus de kans krijgt het circus te mogen aanschouwen, dan laat je die kans niet zomaar liggen natuurlijk.

Als intro krijgen we de gebruikelijke muziek uit oude horrorfilms te horen. Tot het doek valt en men meteen uit de startblokken schiet met Feed My Frankenstein. Alice Cooper moet er duidelijk nog wat inkomen, want echt krachtig en stemvast is hij nog niet. Ook nog niet bij No More Mr. Nice Guy, maar het voordeel van dat nummer is dat het publiek het refrein zo goed als alleen zingt. Zoals altijd heeft de beste man zich voorzien van een steengoede begeleidingsband (nu toch al zo’n vijf jaar dezelfde muzikanten) met in de hoofdrol gitariste Nita Strauss. ‘Her Majesty’ zoals Alice haar al eens durft aan te kondigen. Het mag gerust gezegd worden dat zij de boel bij wijlen overeind houdt, ook wat de zang betreft.

Het is ook nodig, want in de nummers die volgen laat onze shockrocker hier en daar toch serieuze steken vallen. Of draait de geluidsman de boel in de soep, want achteraan in de zaal klinkt het voor geen meter. Laten we de band nog het voordeel van de twijfel geven. Waar echter geen twijfel over bestaat is dat men vanavond puur op routine draait met weliswaar veel ingestudeerde, maar niet altijd overtuigende poses. Als halverwege het concert Poison wordt gespeeld, toch wel een van de smaakmakers, dan klinkt dat redelijk steriel en niet echt opzwepend. Slecht kan je het niet noemen maar bevlogen evenmin. Het wordt gespeeld, punt. Zoals heel de setlist nu al 39 concerten ongewijzigd is en alles tot op de seconde getimed en weloverwogen gebeurt. Daar wordt je niet altijd vrolijk van en soms is het op het saaie af. Zoals tijdens de gitaarsolo van Nita, het instrumentale Devils’Food en de drumsolo in Black Widow Jam. Ook het gedirigeer van Alice tijdens My Stars hoeft niet zo meteen.

Andere dingen blijven leuk. Of je ze nu al twintig keer gezien hebt of niet. De onthoofding tijdens Steven, de gigantische baby aan het begin van Dead Babys, de reuze-Alice die eindelijk op het podium mag zodra Teenage Frankenstein aangevat wordt. Dit zijn de dingen waarvoor je naar Alice Cooper komt kijken. Net zoals de toegiften Under My Wheels (met Alice in een Willem II-shirt) en het altijd uitzinnige School’s Out, sinds mensenheugenis met het We Don’t Need No Education tussenstuk. Deze passage van Alice Cooper vandaag is weinig memorabel en ik ben ervan overtuigd dat de groep dat net zo ziet. Minstens een kwart van de setlist mag zo achterwege blijven. Het lijkt me geen slechte zaak om Alice Cooper op een of ander festival te gaan bekijken, daar speelt hij een gebalde set en wordt alle overbodige ballast gedropt. En geen nood, dat bloed vloeit daar ook wel. Al met al een teleurstellend concert, niet in het minst door het vanavond wel heel erg makke publiek. Kan gebeuren.

Setlist:

  1. Feed My Frankenstein
  2. No More Mr. Nice Guy
  3. Bed of Nails
  4. Raped and Freezin’
  5. Fallen in Love
  6. Muscle of Love
  7. He’s Back (The Man Behind the Mask)
  8. I’m Eighteen
  9. Billion Dollar Babies
  10. Poison
  11. Guitaasolo Nita Strauss
  12. Roses on White Lace
  13. My Stars
  14. Devil’s Food
  15. Black Widow Jam
  16. Steven
  17. Dead Babies
  18. I Love the Dead
  19. Escape
  20. Teenage Frankenstein
  21. Under My Wheels
  22. School’s Out

Foto’s:
Koen de Gussem (Visual Violence)

Datum en locatie:
Woensdag 2 oktober 2019, 013, Tilburg

Link:

013