Van Max Cavalera tot maidcafé: in gesprek met Carnation

Carnation speelde eens niet in Japan, op een boot in Amerika of op tour met grote bands in het buitenland. Je moet je kansen grijpen als die zich voordoen, dus trok ik naar Heist-op-den-Berg waar deze heren voor het thuisfront nog eens een show deden. Ik sprak hen even voor de show over hun interessante jonge verleden en hun beloftevolle toekomst. Zanger Simon en gitaristen Bert en Jonathan stonden me te woord.

Heren, een paar weken terug verscheen het nieuws dat jullie plots op die boot zouden zitten voor 70000 Tons of Metal, wat een echte verrassing was. Hoe ben je daar in geslaagd? 

Simon: Voor ons was het zeker ook een verrassing. Ik denk dat we dit drie dagen van op voorhand wisten. Toen kregen we het aanbod om deel te nemen aan die reis. We wisten wel al vijf dagen op voorhand dat de kans er was. We spraken wel af, dat als die kans werkelijkheid werd, we die ook zouden grijpen. Plots kwam dan de vraag en meteen bevestigden we, dan heb je uiteraard wel maar drie dagen om heel die reis te plannen natuurlijk, en daar komt best wel veel organisatie bij kijken.

Was er dan plots een band weggevallen? 

Simon: Dat weten we eigenlijk niet. Dat zou wel eens kunnen, maar er moesten nog steeds acht groepen aangekondigd worden.

Niemand zeeziek geworden? 

Jonathan: Van de zee niet nee. (Iedereen lacht)

Kan je die ervaring eens beschrijven, van op die boot te staan. Voelt het anders aan dan een gewone show? 

Simon: Het is eigenlijk moeilijk om te beschrijven. Dat is een boot van veertien verdiepingen. Gigantisch dus, met vier podia, restaurants en winkel. Enorm surrealistisch. Een metalfestival op een boot…

Bert: Zwembaden, klimmuren, sauna, jacuzzi’s, glijbanen. Noem maar op en het was er te vinden.

Komt er dan eigenlijk nog iemand naar je optreden kijken, als je rustig in een jacuzzi kan gaan liggen? 

Simon: Verrassend genoeg wel ja. Er is ook een jacuzzi vlak voor het hoofdpodium. Wij zagen bijvoorbeeld Accept vanuit de jacuzzi. Dat is niet enkel voor de bands, maar voor iedereen die daar aanwezig is. Er is eigenlijk geen backstage aanwezig en je loopt constant door het publiek. Ik denk wel dat bijvoorbeeld voor een artiest als Max Cavalera er een aparte ruimte zal zijn, maar voor al de rest is alles gemengd.

Bert: Wolf van Accept stond bijvoorbeeld gewoon naast me in de lift. Dat is echt wel een fijn gevoel. Voor de bezoekers is dat ook fijn dat ze eens tussen de artiesten kunnen wandelen, een hele ervaring.

Lagen er bij jullie ook artiesten in de jacuzzi? 

Simon: We speelden jammer genoeg niet op dat podium. Je hebt één buitenpodium op het deck en drie binnenpodia waarvan er eentje een theaterzaal is, het andere een lounge en het laatste een ijspiste die is omgebouwd tot concertzaal. Onze beste show was op de ijspiste en dat is ook de zaal waar je de beste show kan brengen. Elke band speelt twee keer, een keer op de heenreis naar Haïti en een keer op de terugreis.

Heb je dan geen meta-momenten dat je denkt van: goh, ik sta hier in het midden van de oceaan te roepen over hel en verdoemenis. Of denk je daar niet aan?

Simon: Tijdens het optreden zelf denk je daar eigenlijk niet aan. Je staat daar niet bij stil, je bent aan het optreden.

Jonathan: Ja, maar soms schokte die boot een beetje en dan dacht je er weer even aan dat je op een grote boot staat. Dan ga je gewoon verder met je show.

Simon: Het is ook constant genieten gewoon. Je hebt een fijne stage, zalig weer, een zwembad en zo veel eten als je maar wil.

Fijn dat je zo plots op vakantie kan. Jullie lijken geweldige bazen te hebben. 

Simon: Of geen bazen, dat kan ook (lacht). Ik heb bijvoorbeeld momenteel geen beroep, wat maakt dat ik volledig voor Carnation kan gaan. Er zijn er bij ons die zelfstandig zijn van beroep of op interimbasis werken, maar bij ons is Carnation altijd onze prioriteit. Als we een aanvraag binnenkrijgen dan bevestigen we meteen. Tenzij we andere shows hebben uiteraard, maar we laten echt alles vallen om te kunnen spelen. Je moet elke kans die je krijgt grijpen, maar de kans moet het uiteraard waard zijn. Soms kan dat wel even moeilijk lijken, maar tot nog toe loopt het allemaal vrij vlot.

Ik dacht dat er eentje van jullie niet meekon deze vakantie? 

Simon: Klopt, maar die zaak lag een beetje anders. Hij heeft een muziekstudio en de vijf muzikanten die hun opnames al geboekt hadden, hadden natuurlijk al lang betaald. Dan kan je die niet zo maar laten vallen. Op dat vlak ligt het wat moeilijker om je eigen baas te zijn dan er eentje te hebben.

Zou je zeggen dat Carnation nu echt weegt op jullie familiale en sociale leven dan? Kan je nog altijd op zondag een stuk taart bij de oma gaan eten? 

Simon: Ik ben er echt wel meer dan fulltime mee bezig, dat kan ik zeker zeggen. Ik zou niet weten hoe ik hier nog een job moet bijnemen eigenlijk. Het enige is wel dat het vrij financieel doorweegt, omdat we niet veel persoonlijke inkomsten hebben. Dat zijn zaken waarvoor je wat opofferingen moet doen.

Naast taart bij de oma komt er ook sushi aan in het najaar, want jullie gaan weer naar Japan. Voelt het anders aan om daar op de planken te staan als je het vergelijkt met hier? 

Simon: Op het podium zou ik niet zeggen dat er veel verschil is. Het publiek verschilt hier en daar wel wat, maar op zich is dat ook niet zo erg anders. Het grote verschil zit op organisatorisch vlak. Als je Brazilië met Japan vergelijkt, dan is Brazilië pure chaos. Als je de apparatuur bekijkt die daar staat, dat is gewoon ouder dan mijn ouders. Je weet dan niet goed wat je moet doen. In Japan daar en tegen is alles tot in de puntjes geregeld en loopt alles volgens een strak tijdsschema. Daar merk je het grootste verschil. Dat vinden we wel leuk, dat alles volgens een strak schema verloopt.

Is Zuid-Amerika dan momenteel de plek waar jullie al de ergste zaken hebben meegemaakt? 

Bert: Dat is gewoon rock-‘n-roll mindset en gaan.

Simon: Langs de ene kant is het natuurlijk wel jammer, omdat je er het maximale niet uit kan halen. Langs de andere kant zijn de mensen dat daar wel gewoon, ze krijgen niets anders voorgeschoteld. Andere bands doen het ook zo, maar zoals Bert zegt, is dat wel rock-‘n-roll.

Bert: Als je daar twee uur te laat aankomt, dat is de normaalste zaak van de wereld. Dan sta je daar twee uur te wachten gewoon met je materiaal.

Randanimatie is voor jullie belangrijk, ik lees het in jullie ogen. Wat doen jullie zoal als je in een land als Japan bent? 

Simon: Heel weinig slapen (lacht). Ik denk dat we op een week tijd daar misschien zes uur geslapen hebben, dat was echt te gek voor woorden. We waren kapot, en op sommige momenten moesten we gewoon even op de grond gaan zitten. Party non-stop gewoon, want we waren er dan ook nog net met Halloween vorige keer, in Roppongi en met de gasten van Skeletal Remains. Een miljoen mensen op straat en feesten tot negen uur ‘s morgens om dan terug naar je hotel te gaan, dat je dan ook weer moet verlaten tegen tien of elf. Het volgende hotel was dan weer vanaf vier uur, maar dat moet je ook weer overbruggen, dus slapen zat er niet in.

Marginale dingen gedaan daar? Zijn jullie in een karaokebar beland? 

Simon: Ik denk het niet. We zijn wel naar een dancing gegaan. Vincent mocht ook niet binnen, want hij was toen maar 19. Ook in het metalcafé van Shinjuku, Tokyo Godz, hebben we vaak gezeten. Verder hebben we nog een paar tempels gezien en uiteraard bezochten we Akihabara, dat was een ervaring.

Ik zag jullie sticker in de Godz hangen. Bezochten jullie een maidcafé?

(iedereen lacht) Simon: Ja, daar zijn we geweest! Dat was wel een ervaring toen, ja. Je krijgt van die speciale konijnen- en berenoren en dan bestel je rijst en krijg je rijst van een beer of een konijn. Dan moet je een liedje zingen en komen er meisjes dansen en kan je allemaal op de foto daarmee.

Bert: Op zich niet seksistisch ofzo, maar een liedje en oren enzovoorts. Precies de kleuterklas. Fijn als je zo eens een paar uur op overschot hebt.

Binnenkort zitten jullie in Duitsland. Wat gaan jullie daar doen? Buiten optreden dan. 

Simon: Die tour is wel erg druk. Ik denk dat het vijftien shows zijn dit keer op zestien dagen. Dat betekent aankomen in de zaal, soundchecken en misschien heb je dan nog twee of drie uur de tijd om even te gaan fitnessen om in je ritme te blijven.

Bert: Of wat whiskey te drinken.

Het lijkt alsof whiskey jullie ding is. Waar hebben jullie al de beste gedronken. 

(iedereen lacht) Simon: Eigenlijk maakt dat niet uit, zolang er maar whiskey is. Whiskey-cola mag ook. Eigenlijk is dat een vraag voor Bert.

Bert: Soms kom ik ‘s nachts thuis en moet ik onder mijn lichaam een handdoek leggen omdat ik al die whiskey er terug moet uitzweten. Buiten ‘s avonds drinken, werken we overdag echter ook wel hard op het podium.

Simon: We zijn ook steeds lang op voorhand bezig aan het geluid met Bob, zodat het zeker goed staat. We weten wanneer we moeten werken en wanneer we kunnen drinken.

Kennen jullie de heren van Hierophant en Deserted Fear eigenlijk al, waarmee jullie op tour gaan?

Simon: Neen. Hierophant gaat uit van het label, maar we hebben wel al veel gemaild met hen en de tour manager lijkt erg chill. Dat komt dus wel goed. Ze zijn denk ik vier of vijf jaar ouder dan ons.

Wat zijn de contacten die je nu hebt en waar je vroeger nooit had van kunnen dromen? 

Simon: Max Cavalera steekt er wel wat bovenuit bij mij. Zijn zoon had naar ons gestuurd op Instagram en vroeg om een shirt op te sturen voor zijn pa. Max vond onze plaat erg goed en een week nadat je die cd dan opgestuurd hebt, krijg je foto’s terug waarbij Max onze shirt aan heeft. Dat is echt wel cool. Op de boot hebben we er ook mee staan praten en hij wou graag eens op tour gaan met ons. Dat zou niet slecht zijn (lacht).

Bert: Hij had tijdens zijn optreden en bij de signing session op de boot ook onze shirt aan.

Vincent: Ik kwam hem tegen achteraf en hij moest het nog eens in de verf kunnen zetten hoe blij hij wel niet was met de cd en de t-shirt die hij aankreeg met de post. (lacht)

Jullie staan dus garant voor whiskey en sensatie. Je zou haast vergeten dat jullie ook nog muziek maken. Is er nog een schrijfdrive in de groep?

Simon: Zeker. We hebben toch al drie nieuwe nummers uit voor het volgende album. We hebben wel maar weinig tijd gehad en hebben er dus nu drie af, puur instrumentaal. Het doel is om er tegen december dit jaar tien nummers te hebben zodat we in 2020 kunnen gaan opnemen.

Hoe werkt dat bij jullie? Samen jammen? 

Simon: We doen eigenlijk alles samen. De meeste ideeën komen wel thuis op, die nemen we mee en daar werken we aan. Jonathan heeft bijvoorbeeld een idee. Hij neemt dat dan thuis op zijn gsm op, laat dat horen en dan werken we dat verder uit. We werken dus de structuur uit en dan achteraf bekijken we of het plaatje klopt.

Vind je nog genoeg inspiratie voor je teksten?

Simon: Soms is het wel moeilijk om nog goeie teksten te vinden, maar over het laatste album was ik wel tevreden. Het zijn niet altijd de meest sexy thema’s, maar ik ben wel tevreden over de tekststructuren en ik vind de lyrics zeker niet saai. Het is wel vaak zoeken naar genoeg content om over te brengen.

Japan staat gepland voor het najaar, nu gaan jullie naar Duitsland. Wat staat deze zomer gepland? 

Simon: Alcatraz is wellicht het hoogtepunt van de zomer. Voor de rest staat er niet zo veel gepland, maar er liggen wel heel wat dingen op tafel. We zijn aan het kijken om vlak voor of na Japan nog een laatste tour in Europa te doen voor de vorige plaat en dan effectief na Japan ons toe te leggen op het nieuwe materiaal. Ik denk dat we deze zomer ook veel gaan schrijven, het hangt wat van de inspiratie van het moment af.

Op welke manier verrassen jullie vanavond? 

Simon: We gaan enkele nummers brengen die we echt al een lange tijd niet meer gespeeld hebben. Een beetje oldschool dus, en interessant dat we in Heist-op-den-Berg spelen, dat is vijf jaar geleden. Twee vijfde van de band is effectief van deze plaats en in dit centrum was zelfs in 2010 onze eerste repetitieruimte. Daarnaast spelen we ook een cover die we al heel lang niet meer gebracht hebben.

Goed, we zijn rond. Heb je nog iets toe te voegen?

Simon: In december hebben we wel een oude single opnieuw uitgebracht, Necromancer, en die gaat vanaf 11 maart in die 7 inch verkrijgbaar zijn, in groen en zwart. Het duurde dus even voor die fysiek verkrijgbaar was, we moesten er zelf ook lang op wachten, maar het is zo ver. Driehonderd exemplaren normaal. Bedankt voor het interview!

Links: