Wat doe je op Valentijnsdag? Juist, je gaat naar Amsterdam om Steel Panther te zien. De grap van de Amerikaanse band die een parodie op en tegelijkertijd een ode aan de hairmetal uit de jaren ’80 is, is nog niet uitgewerkt, maar verliest wel aan kracht. Na de grote zalen staat de band nu weer in de clubs. In Paradiso in dat geval. Een uitverkocht Paradiso, dat ook.
Als we hebben meegezongen met Queen’s Bohemian Rhapsody, komen de heren Michael Starr (zang), Satchel (gitaar), Lexxi Foxx (bas) en Stix Zadinia (drums) het podium opgelopen om naast het maken van de gebruikelijke suggestieve gebaren en het uitvoeren van ingestudeerde dansjes Eyes of a Panther en Goin’ in the Backdoor (en dat heeft niets te maken met de toegang tot je huis vanuit de achtertuin) te brengen. Steel Panther trekt de wereld over om onder de noemer Sunset Strip Live! een ode te brengen aan hun voorbeelden en dus krijgen we nadat er de nodige grappen over hoeren, tieten, cocaïne en blowjobs, een stukje van het stokoude You Really Got Me van The Kinks. Niet te lang, want Satchel moet een ode aan de metal brengen en vertellen dat hij er zijn moeder voor zou neuken en zeehondjes voor dood zou slaan, alvorens Zadinia een imitatie geeft van Rick Allen, de éénarmige drummer van Def Leppard. Daarna volgt geen cover van die band (Pour Some Sugar on Me komt pas later, maar krijgen we er één van Van Halen. Michael Starr mag er eindelijk eens terecht een imitatie van David Lee Roth voor weggeven, maar Jump blijft ook in de uitvoering van Steel Panther een enorm ruknummer.
Het eigen werk maakt veel goed: Fat Girl (Thar She Blows), Poontang Boomerang en met name het heerlijke Asian Hooker komen lekker binnen, al worden ze geïntroduceerd met zoveel slechte grappen dat de fotograaf van dienst hardop concludeert ‘dat Steel Panther eigenlijk een hele seksistische band is.’ Na een uitvoering van Mötley Cruë’s Kickstart My Heart, blijkt de microfoon van Michael Starr niet meer te werken. De zanger verdwijnt van het podium om de problemen op te lossen, terwijl Satchel aankondigt een imitatie van Randy Rhoads te gaan geven. Hij speelt de nog immer kippenvelopwekkende solo die Crazy Train inluidt en als er gezongen moet worden komt Starr teug op het podium met een werkelijk sublieme imitatie van Ozzy Osbourne. Zowel in stem als in voorkomen lijkt de zanger als twee druppels water op de oud-Black Sabbath voorman.
Daarna is het Satchel’s tijd om te shinen. Hij soleert zichzelf mede met behulp van het drumstel langs diverse klassiekers: Breaking the Law, The Troopers, Sweet Child O’ Mine en Iron Man, maar ook Do Re Mi van The Sound of Music (en vraag me niet hoe ik dat herken) komt langs. Na Party All Day (Fuck All Night) voelt het toch een beetje als Valentijnsdag als een jongen zijn vriendin op het podium ten huwelijk vraagt. ‘Vergeet de blowjobs maar’, verzekert Satchel de man, terwijl Another One Bites the Dust van Queen wordt ingezet als de tortelduifjes weer vertrekken.
De dames in het publiek worden het podium opgevraagd voor uitvoeringen van Pour Some Sugar on Me van Def Leppard en, verrassend goed: Livin’ On A Prayer van Bon Jovi. Als de vrouwen, die ondanks aandringen van de zanger en gitarist allemaal hun voorgevels achter slot en grendel houden, weer plaatsnemen in de zaal, wordt er massaal meegezongen met Community Property en het onvermijdelijke Death to All but Metal, dat met bewonderenswaardig enthousiasme voor de zoveelste keer door de band wordt gespeeld. Als toegift volgt een ronkende versie van Gloryhole en zit ook deze dag van de Heilige Valentijn erop. Steel Panther leverde er een lekker concert, zij het enigszins kort concert voor af. Benieuwd hoe lang deze grap nog meegaat.
Datum en locatie
14 februari 2018, Paradiso, Amsterdam
Foto's:
Silvy Maatman Photogaphy (Silvy Maatman Photography)
Link: