Interview met Galar
Grote verrassing uit vikingland dit jaar: Galar. Opnieuw een band uit de Dark Essence Records-stal die me net zoals Cor Scorpii, Dead to this World en The Batallion lang zal bijblijven. Galar is een Noorse tweemansband, zanger/gitarist Slagmark (Marius Kristiansen) stond me toe hem enkele vragen te stellen.
Dag Marius. Bedankt voor deze kans. Is het met tegenzin, interviews geven en jezelf constant moeten herhalen?
Nee man, ik kan me wel iets opwindenders voorstellen, maar het kan ook slechter.
It’s a part of the “job”, wanneer je in een band zit. Promotie maken, weet je.
Ik neem met u contact op omwille van het nieuwe album
Til Alle Heimsens Endar, een schitterend album. Kun je wat tekst en uitleg geven over het album?
De titel is genomen van een boek van Snorri Sturluson, van Heimskringla (van het jaar 1230),
wat zoveel betekent als “tot het einde van alle werelden”.
Met dit album wilden we een historische benadering
maken, tekstueel dan. Het was de bedoeling een conceptueel album
te maken van onze heimat Vestfold. Gedurende de vikingperiode
was Vestfold en ook de omringende gebieden van Oslofjord,
een centrum van adelijke kracht.
De Noorse tak van de dynastie die gekend was als de Ynglinger,
bestaande uit zes koningen, zou verhuisd zijn
naar Vestfold en regeerde daar in de achtste en negende
eeuw van onze jaartelling. De teksten op Til alle Heimsens Endar
vertellen het verhaal van de eerste vijf koningen die heersten over Vestfold.
Vandaag de dag kun je nog steeds de culturele monumenten
bezoeken uit deze periode, zoals de Borre begraafplaats,
en de Gokstad- en Oseberg scheepsbegrafenissen.
De kennis van deze zaken is bijlange niet zo groot als je zou denken.
Daarom maakten we er ook werk van, om het te doen herleven.
We willen er wel aan toevoegen dat we geen revisionisten zijn.
Dit is geen propaganda voor nationalisme of cultureel pessimisme.
Eén van de commentaren van onze lezers was dat
met jullie komst eindelijk weer een band aan de beurt is gekomen die begrijpt wat het is om nummers te schrijven aan de hand van
bassriffs. Komt dat overeen met jullie schrijfstijl?
Toen we ons debuut Skogskvad schreven, gebruikte ik de basgitaar regelmatig
in het schrijfproces. Met Til alle Heimsens Endar
veranderde dat en deed ik dat niet meer. Maar de bas is een bijzonder instrument voor ons, we gebruiken het zo fel mogelijk omdat het de vibe bevat die we willen laten voelen.
Hoe beginnen jullie eigenlijk aan een album?
Omdat ik alle gitaarwerk voor mij neem begin ik meestal aan het componeerwerk.
Ik schrijf een stuk, neem het op, in mijn home studio.
Wanneer we overeenkomen in wat er is opgenomen dan beginnen we met de details.
Dan brengen we screams en clean vocals in, de leads, de hoorn enzovoorts.
Dan werken we nog eens apart aan de nummers, sturen we elkaar suggesties door,
en dan de afwerking. A. B. Lauritzen neemt alle snaar-, hoorn-, en piano-arrangementen voor zich.
Hij componeert zelf de stukken die hij speelt, op basis van de reeds afgewerkte nummers.
Hij doet dat meestal “old school” op de “grand piano”,
met potlood en gum als zijn belangrijkste instrumenten.
Jullie muzikale katharsis is vrij origineel, natuurlijk kunnen we de bekende invloeden zo blootleggen.
Is Windir de grootste of gaat het verder terug?
Ik heb altijd gevonden dat Windir en de manier hoe Valfar
zijn eigen stijl ontplooide erg indrukwekkend was. In die dagen was het niet vanzelfsprekend om van het bekende pad af te wijken, weet je.
Met Galar willen we muziek creëren die we zelf appreciëren.
De ambitie ligt in de juiste combinaties vinden tussen brutaliteit en
beauty.
We implementeren contrasten in een nummer door het gebruik van
cleane vocals en screams, distorted gitaren en strijkers (klassieke instrumenten dus).
Natuurlijk word je beïnvloed door de bands waar je naar luistert,
maar we hebben nooit de intentie gehad om iemand te kopiëren.
We willen onze unieke sound houden en bewaken. Dat lukt volgens mij ook.
Naast het titelnummer ben ik weg van het nummer Ván. Waar gaat het over?
Ván betekent “hoop” in het oude Noors,
het nummer gaat over Koning Halvdan Øysteinsson die leefde
tussen 750 en 800 van onze jaartelling.
Wie er meer over te weten wil komen moet onze cd kopen, in het tekstboekje staan notities in het Engels die dieper ingaan op de teksten. Ik ga hier niet alles weggeven (lacht).
Dat begrijpen we wel. Zijn jullie nu eigenlijk een tweemansband of zijn jullie met drie? En hoe zit dat met een drummer? Zonder drummen is het moeilijk touren vermoed ik.
Ja, Galar, dat is A. B. Lauritzen en mezelf.
We doet dit nu al een tiental jaar en de verstandhouding is blijven groeien, ook muzikaal.
Het creatieve proces werkt best zo, externe inbreng zou het meer schaden dan ten goede komen. Denken we toch… (lacht).
Live optreden, dat is een andere zaak.
Een live line-up, daar zijn we mee bezig, en dat verloopt volgens plan. De eerste optredens zijn voor deze herfst.
Jullie label is Dark Essence, die ook Dead To This World‘s debuut uitbracht.
Leuk label lijkt me zo, hoe raakten jullie in contact met elkaar?
Dark Essence Records is gevestigd in Bergen, wij ook.
We werden ons bewust van elkaar, om het zo te zeggen.
Bjørnar E. Nilsen, tevens producer van ons nieuwe album in Conclave & Earshot studios,
zit in de leiding van Dark Essence Records, het ging vrij gemakkelijk dus.
Ze zijn een lokaal label, klein met een goede distributie en promotioneel netwerk.
En fijne bands ook inderdaad. Ideaal voor Galar.
Zitten jullie in de zogenaamde Bergen-scene? Of is dit een café-gerelateerde zaak?
We hebben vrienden in verschillende bands in Bergen ja,
maar ik zou niet zeggen dat we deel uitmaken van een Bergen-metalscene.
Het is een kwestie van perceptie waarschijnlijk.
Wat mogen we de komende tijd van Galar nog verwachten? Veel mensen pikken jullie nu op, maar de weg is nog lang waarschijnlijk.
Momenteel werken we aan de live prestaties. En we schrijven ook volop aan ons volgende album. Vlotjes zelfs.
Bedankt voor dit interview.
Jij ook. Hopelijk nemen de lezers ons ook muzikaal eens door. See you on stage.
Links: