Een zondagje black metal hakken, met maar liefst vier bands, wie wil dat nu niet? Of is het death metal? Black/death? Of toch death/black? Goed, de discussie werd in de zaal gevoerd en is compleet irrelevant, maar blijkbaar leeft dit sentiment bij sommige mensen. Gelukkig spreekt de muziek voor zich en was het vanaf een uur of half vier feest in de Willemeen.
Eggs of Gomorrh bijt het spits af en helaas wordt al snel duidelijk dat het stigma dat voorprogramma’s niet altijd de beste bands zijn, nog steeds leeft en waar kan zijn. Na een nummer of vijf vraag ik me of de band vijf keer hetzelfde nummer herhaalt, met een chaotische brei waar werkelijk geen riff uit te halen is. Dat is uiteindelijk toch wat we willen: riffs. Leuk dat je een muur bouwt van geluid, maar zonder een vette riff hier en daar, houdt het snel op. De razendsnelle black metal dendert over het publiek heen, maar het gebrek aan variatie, sfeer en (blijkbaar) riffs breekt de set op. Ik heb meer het idee naar een grindband te kijken die blackmetalmateriaal aan het coveren is, dan dat er een inktzwarte groep staat op te treden. Een strakke grindband, maar ja, daar kom ik toch echt niet voor vanavond.
Svartidauði volgt en geeft een beduidend andere set, waarbij de nadruk veel meer op subtiliteit ligt. De IJslandse waanzin blijft aan populariteit winnen, iets wat zeker blijkt uit de grote massa mensen die afkomt op de chaotische black metal. De melodie en sfeer blijven echter de boventoon voeren en boven al het geweld torent dan ook de standvaste reputatie van de heren uit; een reputatie die niet zwicht voor de hype die rondom de band is ontstaan in de afgelopen jaren. De band levert verreweg de meest kille set van de avond, maar dat element lijkt een haast logisch gevolg van de herkomst van de heren. Zo tegen het eind van de set begint het me allemaal wat langdradig te worden, maar dat is meer te wijten aan mijn gemoedstoestand dan aan het sublieme spel van de heren. Het blijft bijzonder om te horen hoeveel duidelijker en beter de band is uitgemixt ten opzichte van de voorganger. Een pluspunt, want zelfs Svartidauði had het niet gered als de muziek werd gepresenteerd als een muur zonder nuance.
De afgelopen jaren zijn gunstig geweest voor het Zwitserse duo van Bölzer, met het alom geprezen Aura als bewijs van de inventiviteit van de band. Het vorig jaar verschenen Hero viel wat tegen, maar uw redacteur moet, ondanks zijn reactie, toegeven dat de muziek is blijven hangen. De productie blijft abominabel, maar daar hebben we live geen last van en dus kan ik voorzichtig stellen dat ik uitkijk naar werken als Phosphor. De set verloopt niet vlekkeloos, met wat technische mankementen die leiden tot het vroegtijdig afbreken van Hero, maar de atmosfeer die de band weet te brengen, blijft van uitzonderlijke klasse. Het feit dat de heren slechts in een tweetal operen en toch deze muur van geluid weten op te werpen, spreekt boekdelen, maar de atmosfeer is hetgeen wat deze band maakt. Het oppermachtige en tegelijkertijd obscure gevoel dat de podiumpresentatie uitwasemt, wordt ondersteund door de bulderende black/death en is daarmee de meest voorname reden van het succes van deze band.
Het optreden van Bölzer zorgde voor dusdanig veel atmosfeer, dat het moeilijk zou worden om dit te toppen. Gelukkig pakken de wolken samen boven de Willemeen, staat Satan op uit zijn hol in de grond en beginnen alle geiten in een straal van 25 kilometer te mekkeren: Archgoat betreedt het podium en komt Arnhem onteren. Vanaf de eerste seconde is het feest en kunnen we ons verheugen op ruim een uur Nuns, Cunts and Darkness, zoals alleen de gebroeders Angelslayer en Butcherer het kunnen brengen. Dat er een nieuw lid in de gelederen is, drummer Goat Aggressor, lijkt geen enkel probleem te vormen voor de geoliede machine die hier op het podium staat. Met brute precisie wordt door de inktzwarte catalogus heengewerkt, waarbij materiaal van alle drie de albums voorbij komt, maar ook het occulte Black Mas Mysticism voorbij komt, afkomstig van de recente EP Eternal Damnation of Christ.
De heren bewijzen waarom Archgoat aan de top van het genre staat, want er zijn maar weinig bands die de lompe atmosfeer van de Finnen kunnen evenaren. Waar op de albums samples een deel van de atmosfeer bepalen, worden die een stuk spaarzamer ingezet tijdens de shows. Gelukkig is de atmosfeer van de muziek zo tekenend, dat je de geiten in je achterhoofd hoort mekkeren en het gekreun van de onfortuinlijke slachtoffers altijd nabij lijkt. Met dit soort pret vliegt een uur nabij, waarna er helaas ook geen toegift volgt. In ware kvlt-stijl gaan de heren het podium af, waarna het murw geslagen publiek langzaam huiswaarts keert.
Fotografie
Datum en locatie
8 oktober 2017, Willemeen, Arnhem
Links: