Dordrecht Doom Day
14 mei 2011, Popcentrale te Dordrecht
Mijn vorige review van een doomfestival begon met een klein weerbericht. Ook nu kan ik me daar niet van weerhouden, want het weer staat in contrast met de aangeboden muziek. Gewapend met een zonnebril rij ik richting Dordrecht voor een middag en avondje melancholische muziek.
Het eerste wat opvalt is dat het nogal leeg is bij het optreden van Akem Manah, iets waar de eerstvolgende bands ook nog mee te maken krijgen. Het tweede wat opvalt is de zessnarige fretloze basgitaar. De uit België afkomstige band gaat van start met een potje prima melodieuze death doom, maar hebben het geluid helaas niet meezitten. De muziek heeft een vleugje Iers in zich, denkend aan bands als Primordial en Mael Mórdha. Een cover van My Dying Bride‘s Catherine Blake mislukt helaas jammerlijk. Een brij van geluid waarbij de gitarist geen ritme kan houden. De band herpakt zich bij de laatste paar nummers met onder andere een originele, oosters aandoende bassolo. Wat podiumpresentatie betreft is de band wat statisch en komen de leden niet zo zelfverzekerd over. Zelfspot als: “Tot iedereens opluchting ons laatste nummer”, kan prima, maar breng het dan wel op een zekere manier.
Tijd voor Faal, een band die voor de tweede maal dat ik ze meemaak haar naam niet waarmaakt. Een optreden gekenmerkt door sfeer in de muziek en de podiumpresentatie. De twee gitaristen staan voor het podium tussen het in gebrekkige aantallen aanwezige publiek. De zanger rolt met zijn ogen en probeert eng over te komen. Of dit lukt laat ik aan anderen over. Wanneer de bassist er een strijkstok bijpakt ontstaat een bijna horroreske ambient-sound die me doet denken aan de Finse funeral doom-legende Tyranny. De tergend trage ritmes worden met sneller dubbelbaswerk afgewisseld. Ook zijn er incidenteel wat black invloeden terug te horen in het gitaarwerk. Het geluid is stukken beter dan bij Akem Manah, maar staat dusdanig hard dat ik na afloop half doof en met piepende oren naar buiten vlucht.
Pantheist is een band waarvan ik alleen bekend ben met oud werk. In mijn collega’s recensie van de nieuwste plaat staat beschreven dat er sprake is van een verandering. Dit kan ik bevestigen. Het resultaat is een verrassend fris mengsel van doom en invloeden uit de meest uiteenlopende genres. Zo komt er een nummer voorbij waar een dronken bezoeker terecht stijldansbewegingen op probeert te maken. De bassist is opvallend goed; wederom gewapend met zes snaren speelt hij zwevende lijnen die de muziek niet volgen maar complimenteren.
Het beste broodje dönner dat ik ooit in Nederland gegeten heb. Hij kan niet zonder melding in deze recensie. Tussen Pantheist en Hooded Priest was er precies genoeg tijd om wat eten te halen. De zoektocht naar een snackbar verliep geenszins gesmeerd. Waar al het andere langharig tuig uiteindelijk gegeten heeft weten we niet, maar ik en collega Wouter zijn uiteindelijk beland in de plaatselijke moskee. We werden vreemd aangekeken maar vriendelijkerwijs getolereerd.
Bij de volgende band kan ik het niet laten om even te glimlachen. Een oude man, wellicht Sinterklaas zelf pakt de microfoonstandaard inclusief zeis. Een imponerende witte baard en een paar plukken lang wit van hetzelfde materiaal op zijn hoofd maken het een bijzondere verschijning. Een klein beetje zwarte make-up zorgt ervoor dat deze man er eerder uitziet als een hooded hobo dan een Hooded Priest. Bij bijna elke band lijkt de basgitaar wel het opvallende onderdeel. Hier niet minder, er wordt namelijk gespeeld op een contrabas. Dit voegt een extra ritmische dimensie toe aan de traditionele doom met New Wave of British Heavy Metal-invloeden. De muziek doet me enorm denken aan het snellere werk van de oude band van Messiah Marcolin, Mercy. Verrassen doet men met een blastbeat. De galmende zang kan af en toe wel wat beter, maar al met al zetten de bijzonder uitgedoste heren een zeer vermakelijke show neer, heerlijk ouderwets.
“Achttien jaar geleden heb ik mijn gitaar onder mijn bed gelegd, ik heb hem er net pas weer onder vandaan gehaald,” vertelt de gitarist van Spina Bifida na afloop van dit reünie-optreden. De gespeelde muziek stamt nog uit de tijd dat death doom precies dat was: traag gespeelde death metal zonder franjes. Heerlijk lomp en stroperig. Helaas hebben de heren en dame te kampen met slecht geluid, maar dit kan de pret niet drukken. De band heeft zichtbaar plezier in het spelen van de oude nummers. De zang wordt voorzien door de zanger van Faal die wederom erg goed klinkt. Dit optreden kan gezien worden als een try-out. Als het publiek enthousiast reageert en podia interesse hebben bestaat Spina Bifida weer. Wat mij betreft moeten ze zeker doorgaan. Ook het publiek kon de muziek ondanks het slechte geluid zeker waarderen.
Officium Triste
Tijd voor Rotterdoomers van oud Officium Triste. Officium Triste bestaat al wat langer dan vandaag, om precies te zijn sinds 1994. Dat is te zien aan het ondertussen grijze lange haar van frontman Pim Blankenstein. Het is ook te horen. Vanaf het eerste nummer klinkt men enorm strak. De melancholiek vloeit als zoete honing uit de speakers. Pim kondigt even droog als altijd de nummers aan, wat in schril contrast staat tot de gevoelige en melodieuze death doom. Het is niet de eerste keer dat ik me afvraag waarom Officium Triste niet veel bekender is. Het goed afgestelde geluid helpt enorm mee en maakt van dit optreden één van de strakste van het festival. Met Burning all Boats and Bridges speelt de band een nieuw nummer, waarbij het publiek behoorlijk losgaat. Als altijd sluit Officium Triste toepasselijk af met This is Goodbye.
Afsluiter 40 Watt Sun bestaat nog niet zo lang. Het debuut The Inside Room is pas kortgeleden uitgekomen. Echt nieuw in de muziekwereld zijn deze Britten echter niet, de vorige band van de zanger/gitarist was doomlegende Warning. Ondertussen is de zaal redelijk gevuld, vooral vooraan is het lekker knus. 40 Watt Sun begint met het eerste nummer van het debuut. Het publiek deint licht op en neer of staat in zichzelf gekeerd met gebogen hoofd. Een meisje naast mij zegt: “Dit is echt emomuziek.” Ik geef haar geen ongelijk, alleen is dit wel de volwassen variant. Emotie genoeg in ieder geval, zanger Patrick Walker stort zijn ziel het publiek in. Meermaals betrap ik mezelf op kippenvel, wat een heerlijke, melancholische en intieme muziek is dit toch!
Slimme mensen hebben al een beetje gerekend. De speeltijd van 40 Watt Sun overschrijdt de lengte van het debuut nogal. Liefhebbers van Warning hopen op werk van de legende, liefhebbers van 40 Watt Sun hopen op nieuw werk. Het is niet niks, we worden van beide bediend! Het nieuwe nummer is eerst aan de beurt en blijkt een cover van een voor mij onbekende popband. Daarna is er nog tijd voor het mooiste nummer dat ik ooit live heb mogen aanschouwen! Een clean gespeelde versie van This Alone. De stem van Walker is werkelijk hartverscheurend en ik krijg ondertussen zo’n beetje kippenvelkramp. De zang staat bijna alleen, ritmisch zeer licht ondersteund door een drummer die zijn kit werkelijk aait. Enige kanttekening was het publiek achter mij dat zich maar niet stil hield. Een mede bezoeker naast mij zegt na afloop: “Hiermee moeten ze afsluiten, werkelijk niets kan hier overheen.” Ik knik instemmend en zeg: “Je hebt gelijk, tenzij ze Footprints spelen, dat mag nog.” Het uitzinnige publiek roept om meer en dat krijgen ze in de vorm van, jawel, Footprints. Prachtig intiem optreden van een geweldige band.
Een heerlijk dagvullend programma, een goeie line-up en ondanks het wisselende geluid een prima sfeer. Jammer dat er niet meer mensen waren om dit te aanschouwen. Met dank aan Jessica Waltmans voor de foto’s
Links: