Paradise Lost op Summer Breeze

  • 69%
  • Groot-Brittannië
  • Gothic metal
  • 5e keer Summer Breeze
  • Facebookpagina

Setlist: 14/20

Bij het aftikken van drummer Waltteri Väyrinnen leek het al mis te gaan. Onder toezicht van enkele verwarde Britse blikken in zijn richting ketste hij de stokken een slordige twaalf keer tegen elkaar, alvorens de eerste ribklevende nootgravures uit de instrumenten sluimerden. Daarna verknoeide Greg zijn eerste solo van de dag – met wegwerpgebaar – en als ook de vocale eulogiën uitermate wispelturig blijken, vreesden we dat er na twee sterke prestaties een derde afgang zat aan te komen. Terwijl Nick bleef worstelen, zette de rest van de band de beklijvende gemoedswisselingen terug op het juiste spoor. Greg liet zijn beste The Cure-effectjes schemeren en schitteren. De zang hervond zijn vertrouwen pas vanaf Erased en het nieuwe Shadow Kings, zodat we de pioniers toch nog een viertal nummers naar volle vermogen mochten ervaren.

Show: 15/20

Het was donkerblauw op het podium, er hing veel rook en daardoor priemden smalle groene lichtkokers. Lichtbundels schenen wondermooie schakeringen en luminante mistgordijnen over de T-Stage. Dat was nodig, want de band kiest altijd voor een ingetogen, uitdrukkingsloze speelwijze.

Interactie: 13/20

Gewoonlijk lukt het 47-jarige Nick om iets geestigs te vertellen, maar vandaag kwam hij niet verder dan “how is the hotdog stand” en “We’ve been playing this song for decades and we’re getting slightly better at it (over As I Die).” Je merkte aan de lauwe applausen dat het volk in de mot had dat het paradijs even het noorden kwijt was. Eveneens zag je het genot bij dat sterke einde.

Geluid: 15/20

Glashelder, juist de zang haperde een zevental nummers lang, al zou dat net zo goed aan de statiefdrager zelf gelegen kunnen hebben, die echt leek te moeten vechten om er iets door te krijgen.

Uitvoering: 12/20

Naar Paradise Lost kijken is – afgezien van het licht vandaag – oersaai. Greg kroop knikkebollend in zijn licht gebukte speelhouding. De drummer toonde dat hij zich stierlijk zat te vervelen en met de wankelende bassist heb je bijna medelijden dat hij moet rechtstaan. Bij Nick lijkt elke noot pijn te doen. De enige die er iets van wilde maken is de kale ritmeslager.