FortaRock 2016

FortaRock 2016
4 en 5 juni 2016, Goffertpark Nijmegen

Het regent dat het giet in België, dus wat is deze Belg blij dat hij naar het zonnige FortaRock in Nijmegen kan. Het festivalletje is al uitgegroeid tot een waardige speler op de Nederlandse metalmarkt en biedt ook dit jaar weer interessante bands aan. Even was het twijfelen of ik zaterdag ook al op zou rijden voor het voorafgaande feestje, maar bands als Gojira wisten me dan toch te overhalen. Een weekendje lekker puffen dus, met eigenlijk voor de eerste keer een echt zomergevoel dat op me afkomt via de combinatie muziek, (dronken) mensen, drank en zon. Van de partij zijn ook collega Frank, die een groot deel van de zondagbands voor zijn rekening neemt, en fotograaf Gerard die wat mooie kiekjes genomen heeft.

FortaRock Banner

Zaterdag 4 juni

Zaterdag start voor mij met het einde van de set van de Haarlemse band Hibakusha op de Buma Rocks! Stage. Normaal had ik iets eerder aanwezig willen zijn, maar aangezien het mijn eerste FortaRock was en ik mijn weg van de parking tot het terrein moest zoeken, kon ik er niet eerder bij zijn. Hetgeen meteen opvalt is ook het pijnpunt dat aanwezig zal blijven de rest van de avond. Het Buma-plekje presenteert gewoon geen geluid dat knalt en dat hebben de Haarlemse heren nu net nodig. Ongetwijfeld amuseerden de heren zich rot en maakte het voor de voorste rijen niet uit, maar enkele tientallen meters verder kwam het echt niet over. Los van dat geluid maakt deze jonge band in de hitte van de namiddagzon een fijne indruk met een lekker groovy speelstijl. Dan toch die Incarnation-EP maar eens uitproberen?

Avatar

Even vrees ik dat de geluidsproblematiek ook aanwezig zal zijn bij het Zweedse Avatar, maar al gauw blijkt dat deze freakshow zelfs met een slechte sound nog een stempel zou nalaten. De Zweden blijven gewoon heerlijk om live te volgen, met Eckerström die met zijn mix van clown, randdebiel en frontbeest een indrukwekkende show brengt. Dat woord ‘show’ voelt bij deze heren zelfs erg letterlijk aan, want hij praat het hele zaakje nog eens aan elkaar als ware het een circusvoorstelling. Oude stevige nummers zoals Paint Me Red, Let It Burn en Smells Like a Freakshow komen voorbij, maar ook de nieuwe plaat Feathers & Flesh valt in de smaak bij het publiek. Vooral The Eagle Has Landed blijkt een echte meezinger en de catchy gitaartokkel blijft ook goed hangen. Een verdraaid fijn en indrukwekkend optreden en ook het geluid was halverwege de set in orde.

Heidevolk

Vervolgens was het tijd om op Gelderse bodem wat bier te laten vloeien met de heren van Heidevolk. Haast een thuismatch dus voor één van Nederlands grootste folkmetalbands. De mensen die aanwezig waren op FortaRock deze dag kunnen ook zeggen dat ze deze heren hebben horen spelen in een kartonnen doos, want wat klonk het ook dit keer op dit podium maar platjes. Ik probeer mee op te gaan met de massa die zich aan de Buma Rocks! Stage bevindt, maar het lukt gewoon niet om in de hitte van de zon te genieten van de band in erbarmelijke geluidsomstandigheden. Ik vind nog even mijn draai met de songs die van de laatste plaat Velua gespeeld worden, zoals Urth en Drankgelag, maar als Het bier zal weer vloeien aanvat, is het me pas echt duidelijk dat ik Heidevolk best op een andere keer weer een kans geef en me niet al te zeer een mentale picture tracht te vormen van deze set. Jammer, want met een stevige sound was er echt wel een feestje te bouwen.

Gojira

Dat feestje komt er gelukkig wel met de Franse topband Gojira, één van de enige bands waarbij je gewoon al op komt dagen om de drummer aan het werk te zien. De heren hebben net tien maanden doorgebracht in de studio en staan duidelijk op scherp om zich tijdens de zomermaanden weer van hun beste kant te laten zien en horen. Niet dat er echt overdreven veel gespeeld wordt van die nieuwkomer Magma, maar met twee nummers laten de heren horen dat ze de kwalitatieve lijn doortrekken. Het slechte geluid van de dag vergeten we compleet bij deze Fransmannen, want wat knalt het plots op de Large Rockhand Stage. De set is evenwichtig verdeeld over de laatste drie topplaten, maar toch blijven The Heaviest Matter of the Universe en Flying Whales het meeste indruk nalaten bij de aanwezigen. Het blijft gewoon oppermachtig hoe deze bandleden vergroeid zijn met elkaar en als progressieve pletwals je overdonderen met de ene mathematische overgang op de andere. Meermaals betrap ik mezelf erop dat ik tijdens deze set gewoon met open mond sta te kijken naar wat deze drummer allemaal verwezenlijkt en de band is er zich duidelijk ook bewust van dat Mario goud waard is. Net voor afsluiter Vacuity wordt FortaRock op die manier een kundige drumsolo gepresenteerd en dat is gewoon puur genieten. Sowieso een band die ik nog twee of drie keer deze zomer wil terugzien en waarvan ik nu al weet dat me geen enkele set zal vervelen.

Legion of the Damned

De afsluiter van de zaterdagsessie wordt voor mezelf Legion of The Damned, om de simpele reden dat ik de laatste cd van Within Temptation verschrikkelijk vind en ik van op Graspop vorig jaar weet dat ze er aardig wat van spelen. Voor Maurice en co. betekent FortaRock dit jaar een feestje, want de band viert het tienjarig bestaan (onder deze naam) en duikt daarmee de oude doos in. “Of jullie het nu willen of niet, dat hele debuut spelen we dus vandaag”, kondigt de frontman aan en zijn wil is wet. Malevolent Rapture dus, uit de begindagen van de band. Het publiek heeft er duidelijk plezier in en al staat er een pak minder volk dan met Heidevolk, toch blijft het optreden die heerlijke oldschool sfeer bevatten en is er een moshpit die maar door blijft gaan. Een pluspunt is dat het geluid dit keer wel past bij de oldschool set van Legion of The Damned, waardoor nummers als Into The Eye of The Storm en uiteraard Malevolent Rapture ook prima uit de verf komen. Best wel een fijne afsluiter van deze eerste dag.

Zondag 5 juni

Fortashrine400

Om klokslag twaalf uur mag het uit Los Angeles afkomstige trio The Shrine dag twee van FortaRock openen op het heavy podium. De wei voor dit podium wordt zeker in het begin niet echt druk bevolkt, maar dat boeit de heren zo te zien niet. Energiek gaan ze te keer met een mix van van alles. Hardrock met punkinvloeden zijn het meest aanwezig in de korte en bondige nummers, maar bij het up-tempowerk komen de Motörhead-invloeden duidelijk bovendrijven. Ook zijn ze niet vies van wat psychedelische momenten, want de set wordt, met het nummer Space Stepping, met een minutenlang durende jamsessie afgesloten. Een leuk einde van een onderhoudend optreden. (VF)

Fleshgod Apocalypse

Het is duidelijk dat er op zaterdag geen kat aanwezig was op het festival in vergelijking met zondag. De wagen die een kilometer verder geparkeerd staat, maakt dat ik het optreden van Havok en The Architects noodgedwongen moet missen, maar gelukkig ben ik ruim op tijd voor de Italianen van Fleshgod Apocalypse. De symfonische deathmetalband krijgt een half uur speeltijd voorgeschoteld en richt zich daarbij vooral op het brengen van de songs die op nieuwkomer King staan. Enkel met The Violation halverwege blikken ze even terug op het verleden. Ik kan niet zeggen dat het echt een goede kennismaking geworden is met deze Italianen live, want er was heel wat tijd nodig om het geluid op punt te krijgen. Als je een technische deathmetalband compleet overtriggert, dan mondt dat uit in een brok gewelddadige chaos. Naarmate de set vordert krijg ik iets meer grip op het geheel en dan lukt het me wel om te genieten van deze symfonische band, maar het blijft jammer dat er dan maar tien minuten overblijven. (YP)

MonsterT400Fortarock

”We are Monster Truck from Canada and we are here to Rock ‘n’ Roll”, zo geeft zanger/bassist Jon direct na het openingsnummer te kennen. Daar is geen woord van gelogen.

Op het hoogtepunt van de hitte op het veld, mag Suicidal Tendencies op het hoofdpodium proberen de temperatuur nog wat verder te verhogen. Zanger Mike Muir heeft kort geleden eens grondig de bezem door zijn band gehaald en heeft drie leden vervangen. Drummer Dave Lombardo, die zijn spel geheel in dienst stelt van de nummers, is daarbij de meest opvallende naam. Buiten de karakteristieke bewegingen en loopjes van Mike, valt ook het sprintgeweld op van nieuwkomer Jeff Pogan. Onvermoeibaar gaat hij van de ene naar de andere zijkant en lijkt hij totaal geen last te hebben van de hitte. Dat hij in zijn enthousiasme Mike Muir een keer tegen de vlakte loopt valt onder de noemer collateral damage, zullen we maar zeggen. Met de bekende krakers als de opener You Can’t Bring me Down, War Inside my Head en het afsluitende en iets te lang opgerekte Pledge Your Allegiance kan de band natuurlijk niets verkeerds doen. Uiteraard worden we tussen de nummers door onthaald op de monologen van Mike Muir, maar dat hoort er nu eenmaal bij. Hij wil graag zijn boodschap verkondigen, van in het kort gezegd doen waar je zin in hebt, laat je niet op je kop zitten of in de put duwen. (VF)

Dark Funeral

Dark Funeral is zo’n band die bouwt op een indrukwekkend geluidsmuur en heel wat geweld. Het geluid zit opnieuw niet mee, maar dat deze Zweden niet echt indruk maken heeft zeker niet alleen daar mee te maken. De nieuwe frontman Heljarmadr bezit een stem die perfect past bij deze donkere band, maar wat staat deze man als een vod op het podium. Magus Caligula had nog de uitvlucht dat hij te stevig in het harnas zat, maar deze uitrusting leek al heel wat losser te zitten. Ook de rest van de band leek er naar mijn gevoel niet volledig voor te gaan op deze snikhete zondagnamiddag. Uiteraard passen het zonnetje en de hoge temperatuur niet goed binnen het plaatje van deze koude blackmetalband, maar iets meer show had fijn geweest. Hoogtepunten waren Vobiscum Satanas van het oudere materiaal en Nail Them To The Cross van de laatste plaat. The Secrets of The Black Arts was eigenlijk echt gênant slecht gebracht, maar ik heb wel een behoorlijk beeld gekregen van wat op de nieuwe plaat te vinden zal zijn. Meer van hetzelfde, met een frontman die in het bezit is van een machtige strot. Aanschaffen dus, maar neem anders een zaalshow van dit donkere gezelschap mee, in plaats van een namiddagsetje. (YP)

Swallow The Sun

Windhand heeft helaas de Europese tournee geannuleerd, waardoor de Finnen van Swallow the Sun op mogen komen draven. Helaas nemen ze de bandnaam niet letterlijk, want de zon blijft ongenadig schijnen. De doom/death die ten gehore wordt gebracht weet mij echter geen moment te pakken. Dat ligt niet aan de inzet of prestaties van de heren, maar de sound is voor mij te gladjes en te lichtvoetig. Gitarist Juha Raivio en bassist Matti Honkonen gaan af en toe lekker los en zoeken veelvuldig het contact met het publiek. Zanger Mikko Kotomäki wisselt moeiteloos de grunts en cleane vocalen af. Een groot deel van het aanwezige publiek kan het allemaal wel waarderen, dus de band heeft er weer wat zieltjes bij. (VF)

Abbath

Het was etenstijd tijdens de set van Amon Amarth, dus daar kan ik me niet over uitspreken. Tijd voor metalicoon Abbath om met zijn collega’s wat vuur te brengen in de tent. Al gauw blijkt dat je die woorden letterlijk mag nemen, want eindelijk gebeurt het nog eens. Abbath betreedt de Large Rockhand Stage met fakkel en hoorn in de hand en spuwt vuur. Kijk Dark Funeral: zo breng je op twee minuten al meteen meer ambiance in de keet dan verspreid over een ganse set. Die vuurspuwerij doet schijnbaar ook het slechte geluid smelten als sneeuw voor de zon, want alles klinkt plots een pak krachtiger, met uitzondering van de gitaar van Abbath die wat minder in de mix staat. Op het podium is blijkbaar hetzelfde probleem aanwezig, maar dit laat de grimme Noor duidelijk niet over zich heen komen. Hij buldert dat het geluid harder moet en loopt zelfs naar de zijkant van het podium in het midden van een lied om zijn beklag te doen. Abbath mikt op dit festival op herkenbaarheid en gooit maar drie songs in de setlist van de debuutplaat, met onder andere de starters To War! en Winterbane. Net als in Antwerpen duiken de nummers Nebular Ravens Winter, One By One en In My Kingdom Cold op van Immortal, en is het weer blij toezien welke moves hij zal maken op Tyrants. Wat een icoon is die man toch! Zelfs als de roadie een gitaarkabel komt inpluggen moet hij een pose maken en entertaint hij het publiek. Bij Abbath maakt het ook niet uit hoe snikheet die tent is, altijd voel je wel die Noorse kou in de set. (YP)

Megadeth

Om 17u15 trapt Megadeth af met Hangar 18 op het hoofdpodium. Het geluid is prima en Dave Mustaine blijkt voor zijn doen goed bij stem. Het podium is leuk aangekleed met futuristisch materiaal naar aanleiding van het recent verschenen album Dystopia, waarvan behalve het titelnummer ook The Threat is Real en het saaie Post American World gespeeld worden. Nieuwe drummer Dirk Verbeuren heeft de koptelefoon op en zijn drumwerk klink heel machinaal. Saai is eigenlijk een goed woord om het optreden van Megadeth te omschrijven, want met nummers als Trust, Symphony of Destruction en het kinderlijke Sweating Bullets geef je nou niet bepaald een opwindend visitekaartje af. Pas op het einde van de set bij Peace Sells en de toegift Holy Wars wordt het nog een beetje leuk. Te laat om van een fijn optreden te spreken. (VF)

Snel door naar een potje ouderwets deathmetalgeweld gespeeld door de veteranen van Obituary. Vanaf het eerste nummer Redneck Stomp is de toon gezet en ontstaat er al snel een moshpit, die gedurende het optreden steeds groter en groter wordt. Zanger John Tardy heeft nog steeds een ruige strot en als hij niet hoeft te zingen, staat hij vaak aan de zijkant van het podium te airdrummen op de partijen van zijn broer Donald. Gitarist Trevor Peres blijkt nog steeds de zwaarste riffs te kunnen krijgen uit zijn aftandse en flink gehavende gitaar waar hij maar geen afscheid van wil nemen. Tussen de nummers door zijn er vaak lange pauzes, zodat zowel de band als het publiek even op adem kunnen komen. Dat maakt trouwens het begin van elk volgend nummer nog even wat intenser. Tijdens Don’t Care neemt de moshpit dusdanige proporties aan en wordt het nog wat minder gecontroleerd, zodat ik mij besluit terug te trekken richting de tent, om nog een plaatsje vooraan bij King Diamond proberen te verkrijgen. Aldaar is nog te horen, dat met het min of meer verplichte Slowly we Rot de set van Obituary ten einde loopt. Obituary kwam, speelde en overwon! (VF)

Babymetal

Aangezien ik nog een eindje terug moest naar België, eindigde ik mijn dag met de vreemde eend in de bijt op deze editie van FortaRock. Wat een aangename verrassing toch, om te merken dat Babymetal een eerste keer de Lage Landen bezoekt. Het grote mikpunt van kritiek, maar hoge bomen vangen duidelijk heel wat wind. Ik schrik er dan ook niet van dat de Large Rockhand Stage nokvol staat en de meisjes met hun stevige achterban vanaf de eerste minuut al indruk maken. De set moet memorabel en herkenbaar zijn en daarom kiest de band (of de manager) ervoor om te openen met topsong Gimme Chocolate!!, waardoor de moshpit vooraan ook meteen van start gaat. Wie kritiek heeft op de pubers in de groep weet met de intro van Catch Me If You Can meteen dat de Kami Band bestaat uit rasechte muzikanten die verdraaid technisch zijn aangelegd en waar die gitarist van Abbath meteen klein bier bij is. Jammer genoeg blijft de set niet schitterend, want waar ik voor vreesde, is ook gebeurd. Meta Taro is onderdeel geworden van de live set en krijgt zelfs gunstige reacties uit het publiek. Na enkele gekende tracks van het debuut werpen de meiden KARATE er nog bij en ook hier hebben ze (of eerder de manager) aan het live-verhaal een fijne wending gegeven. Op nostalgische oude Slipknot-wijze gaan de voorste rijen zitten om opnieuw recht te veren als de muziek knalt. Jammer dat het op FortaRock niet zo goed uit de verf komt, net als de wall of death op afsluiter Road of Resistance. Met amper drie nummers van de nieuwe cd, met onder andere die draak van een track, is mijn honger wel niet gestild, dus tracht ik zeker ook het concert in Keulen mee te nemen. Het mag echter gezegd worden dat de aparte Japanse meidenband met haar technische muzikale achterban een goede indruk heeft nagelaten in Nederland. Aangezien fotograferen niet mocht, gooien we er even bovenstaande foto op van de meiden met Abbath. Wat lief toch. (YP)

King Diamond

Met in het achterhoofd de teleurstelling van het afgezegde optreden van vorig jaar in 013, mag King Diamond als laatste aan de bak in de tent. Het podium is in recordtijd omgetoverd tot het binnenste van een oud landhuis. Uiteraard wordt er gestart met Welcome Home, waarbij oma in haar rolstoel ook weer van de partij is. Regelmatig wordt de heer Diamond bij diverse hoge noten ondersteund door zijn bevallige echtgenote Livia, die bescheiden op de achtergrond geposteerd staat. Bij nummers als The Eye en Omens doet ze niet mee, maar dat blijkt dan ook niet nodig, want King is prima bij stem en haalt de hoge noten daar gewoon. Laten we het er maar op houden dat door de lichte ondersteuning de zang net wat voller klinkt. Als Andy LaRocque een Flying-V gitaar omgehangen krijgt, volgen er twee Mercyful Fate-nummers, te weten en het obligate Come to the Sabbath. Daarna gaan we over tot de hoofdmoot, te weten de volledige integrale uitvoering van het wellicht beste album van de band, Abigail uit 1987. De setlist is dan ook niet verrassend meer. Zo’n integrale uitvoering geeft de gelegenheid voor de nodige toneelstukjes, om het conceptverhaal over de jongedame kracht bij te zetten. Visueel en muzikaal is het prima voor elkaar en King Diamond laat zien en horen dat ze nog steeds een topband is. Na Black Horsemen is het album afgerond en blijkt er geen tijd meer voor een toegift. Er worden nog wat plectrums in het publiek gegooid, hetgeen vooraan nog zorgt voor een partijtje vrij worstelen onder volwassen mannen. (VF)

Foto’s: Vitus Frank (The Shrine / Monster Truck)en Gerard (overige m.u.v. Babymetal).

Link: