Een koude woensdagavond, eind januari, wanneer je eigenlijk geen zin hebt om je überhaupt buiten te wagen en je je afvraagt waarom je ook alweer had bedacht om naar een concert te gaan… Terwijl je thuis ook de dolby surround set het betere beukwerk kunt laten verrichten en je heerlijk weg kunt kruipen onder een donzig dekentje op de bank. Precies zo’n avond was het 25 januari jongstleden.
Gewapend met extra sjaals en handschoenen en met de capuchon diep over de oren getrokken, begeeft uw anonieme verslaggeefster zich dan toch maar richting trein en vervolgens naar AFAS Live. De eerste band uit het voorprogramma is dan al aan het spelen, maar Skinny Lister valt tamelijk ver buiten de grenzen van het zware genre, en laten we hier zodoende onbesproken.
Zware Metalen meldt zich bij de tweede band uit het voorprogramma: het Amerikaanse Slapshot. De Black Box (oftewel grote zaal) is reeds rijkelijk gevuld wanneer de heren uit Boston het podium betreden. Ze doen vanaf de eerste powerakkoorden erg hun best hun hardcore-punk-mix aan de man te brengen, maar er zit nog nauwelijks beweging in de zaal. De barse stem van frontman Jack ‘Choke’ Kelly probeert het vervolgens eens met een nummertje in hardcore stijl en ook There’s A Metalhead In The Parking Lot klinkt absoluut niet onaardig. Vervolgens verklaart Kelly dat het eigenlijk best cool is om op te geven, bezongen in een nummer met het even simpele als doeltreffende refrein: ‘I give up, fuck it’.
Halverwege de show komt er zowaar hier en daar een groepje mensen enigszins los, maar echt wild wordt het nergens tijdens het optreden van Slapshot. De bandleden treft evenwel geen enkele blaam, zij hebben hun uiterste best gedaan om de zaal alvast klaar te stomen voor de Keltische punkrock van hun stadsgenoten. En de vrees dat het ook hun kompanen niet zal lukken om de aanwezigen uit hun passieve houding te krijgen, blijkt al snel volledig ongegrond.
De Dropkick Murphys dopen een bijna uitverkochte AFAS Live namelijk binnen een mum van tijd om tot een uit de kluiten gewassen stamkroeg, waar vrienden gearmd rondspringen en onbeschaamd meeblèren met gouwe ouwen als The Wild Rover, Rose Tattoo, Going Out In Style en The Warrior’s Code. Een avond waar minstens evenveel liters bier worden verspild over de hoofden van de aanwezigen, als dat er daadwerkelijk wordt gedronken. Een avond waarop de cover You’ll Never Walk Alone nét even beter klinkt, omdat je vrienden dicht om je heen staan en die onbekenden naast, voor en achter je je plotseling ook heel amicaal beetpakken. Jong en oud is aanwezig, de Dropkick Murphys weten duidelijk – ook na ruim twintig jaar – nog altijd een gemêleerd publiek aan te spreken.
De videobeelden die worden getoond op een groot scherm, en waar zo nu en dan ook de liedteksten op verschijnen, maken dat het geheel soms iets wegheeft van een karaokeshow. Of dit laatste per definitie een positief gegeven is moet eenieder maar voor zichzelf uitmaken, feit is dat het gros van de aanwezigen deze ondertiteling helemaal niet nodig heeft en de liedjes gewoon uit het hoofd kent.
De Dropkick Murphys rammen er een groot aantal nummers door deze avond en alsof ze er zelf ook geen genoeg van kunnen krijgen: zelfs de toegift duurt vier nummers. Achtereenvolgens spelen ze The Boys Are Back, Kiss Me, I’m Shitfaced, Skinhead On The MBTA en Until The Next Time. Tijdens de reservetijd loopt het podium en passant nog even vol met jonge meiden die enthousiast meedansen. Vooruit, het laatste nummer mogen de mannen er ook bij.
Met een hoop overbodige proteïnen in het haar en kleding die rijp is voor de wasmand, is het tijd om huiswaarts te keren. De avond ging in rap tempo voorbij, maar uw verslaggeefster van dienst kan niet anders dan zeer tevreden zijn. Ze denkt zelfs nu al stiekem met een vleugje nostalgie terug aan deze avond. Of zoals de Dropkick Murphys het zelf bezingen in Until The Next Time: ‘We’ll meet again/Don’t know where, don’t know when/We all had a good time/And we’re sad to see it end.’ En zo is dat.
Foto’s:
Datum en locatie:
25 januari 2017, AFAS Live, Amsterdam
Link: