Metallica en Kvelertak in Ziggo Dome

Metallica. We kunnen tot in de lengte van dagen webpagina’s volschrijven over de artistieke relevantie van de band deze dagen, maar waar iedereen het over eens zal zijn: live zijn de heren ongenaakbaar. Waanzinnig. Op en top professioneel. En met een best aardig nieuw album op zak, belooft het optreden in de voor Metallica-begrippen intieme Ziggo Dome heel wat.

Voor het zover is mag het Noorse Kvelertak de aftrap verzorgen. Voor een halflege zaal, maar dat komt voor een groot deel door de toegangscontroles die voor dit concert gelden. Kaarten konden alleen op naam gekocht worden, toegang lukte alleen met een identiteitsbewijs bij de hand en dat zorgde voor lange rijen. Te lange rijen blijkbaar, want uw verslaggever hoefde zijn bewijs van zijn niet te tonen en kon doorlopen om alleen het eerste kwartier Kvelertak te missen. Jammer, want het gezelschap maakte een prima indruk. Veel beter dan toen de heren de vorige keer voor een andere grote naam mochten openen: bij Slayer in 013. Blijkbaar ligt het geluid van het zestal goed bij de grote jongens. Die kunnen dan ook alle kanten uit met deze combinatie van zwartgetinte hardcore/punk en metal die nooit té extreem wordt.

Metallica heeft deze tour gekozen voor een podium midden in de zaal en daar zit Kvelertak dus ook aan vast. Helemaal thuis in deze bijzondere setting voelt de band zich niet: zanger Erlend Hjelvik houdt redelijk vast aan een vaste stek: gewoon voor het drumstel van Kjetil Gjermundrød. Geen fratsen. Die zijn voorbehouden aan de muziek, aan die wonderlijke combinatie van snelle rock ’n roll-punk met daaroverheen de raspende vocalen van Hjelvik. De band speelt in de kleine drie kwartier die het heeft de ballen uit de broek en krijgt daarna een keurig applaus van het publiek.

Het draait vanavond natuurlijk maar om één ding: Metallica. De metalband die net zo groot is als de rest samen. Of weet u nog een act die binnen een uur twee keer Ziggo Dome uitverkoopt? Nou dan. Even over negenen mogen we ons op gaan maken voor het feest en klinkt AC/DC’s It’s A Long Way To the Top (If You wanna Rock ‘n Roll), gevolgd door The Ecstacy of Gold van Ennio Morricone. Boven het podium hangen allemaal kubussen met daaronder een lamp en in de vlakken tv-schermen. Er worden beelden van de film getoond waarvan The Ecstasy of Gold de soundtrack is: de klassieker The Good, the Bad and the Ugly. Niet veel later duiken dan de bandleden op en trappen op een kiezelhard geluidsniveau af met de beuker Hardwired.

Het blijkt een enorme vondst om een podium in het midden van de zaal neer te zetten: zanger/gitarist James Hetfield, gitarist Kirk Hammett en basist Robert Trujillo melden zich regelmatig in iedere hoek en zelfs drummer Lars Ulrich laat zich niet onbetuigd. Het is machtig om die tot op het bot ervaren mannen met zoveel passie en inzet de ene klassieker na de andere uit de mouw te zien schudden. Dat feestje begint namelijk na Atlas, Rise met Seek & Destroy. De kubussen boven de hoofden van de muzikanten blijken multifunctioneel te zijn: live beelden worden erop afgewisseld met oude opnamen, fanart, kleurige vlakken, livebeelden en wat er nog maar meer op een scherm te projecteren is. Ook kunnen ze afzonderlijk én in rijen bewegen. Het haalt (gelukkig) het visuele spektakel van U2 niet, maar draagt wél bij aan de sfeer van het concert.

Dat dendert gewoon door met The Day That Never Comes. Op plaat stelt dat niet veel voor, live in de Ziggo Dome levert het kippenvel op. Even later is er een beschadigd ego voor James Hetfield, als de voorman in een gat kukelt waar een drumstel uitkomt: alle vier de Metalli’s gebruiken er een voor een overbodige drumsolo tijdens Now That We’re Dead. Daarna komt Dream No More: wat mij betreft het eerste nummer van Hardwired… To Self-Destruct dat van de setlist mag.

Terwijl Kirk Hamett en Robert Trujillo vooral zichzelf vermaken met een jamsessie, kan het drumstel van Lars Ulrich weer eens verzet worden: we kunnen het een kwart van de zaal natuurlijk niet aandoen zo’n twee uur en een kwartier naar de rug van de Deen te kijken. Trujillo speelt opeens Anasthesia (Pulling Teeth) en op de kubussen verschijnen beelden van oer-bassist Cliff Burton: een mooi eerbetoon. De oude Diamond Head-cover Am I Evil? gaat daarna naadloos over in het nieuwere The Memory Remains, dat met veel meer enthousiasme wordt ontvangen. Het is een beetje typerend voor het publiek, dat op het oog bij de nieuwere generatie Metallica-fans behoort. Zo zijn er weinig oude bandshirtjes te zien, maar wel veel polo’s en overhemden waarvan de dragers verrast opkijken als er opeens een pit wordt opgestart. Als James Hetfield niet veel later vraagt wie vandaag voor het eerst Metallica ziet, steekt de helft van de aanwezigen z’n hand op. Nog een kenmerk van het publiek dat hier deels ook lijkt te zijn om ‘het een keer mee te maken’: het houdt niet op met de telefoon te trekken. Hoeveel foto’s en video’s wil je toch maken?

Bij Moth Into Flame dansen er lichtgevende ‘motjes’ vanaf het podium naar de nok van de zaal, maar het is vooral het laatste nummer voordat er wordt afgesloten met een rits overbekende nummers uit de vorige eeuw: Sad But True, een subliem uitgevoerd One en Master of Puppets, waarvan het refrein volop meegeschreeuwd wordt, dat dan weer wel. Het moet één van de meest gelukzalige momenten in een metalleven zijn: samen met Metallica keihard ‘master, master’ brullen.

De toegiften: het heerlijke Blackened, waarbij op het commando ‘fire’ rondom het alweer verplaatste drumstel daadwerkelijk flinke steekvlammen te zien zijn, de muzikale draak Nothing Else Matters en de terechte afsluiter Enter Sandman. Daarna worden er handen vol plectrums de zaal ingegooid (de datum staat erop, dus de band moet van die dingen af) en kunnen we terugdenken aan een sublieme metalshow van een band die met een ongekend enthousiasme ruim twee uur op het podium heeft gestaan. Natuurlijk is er weinig spontaans (afgezien van Hetfield’s vrije val) maar dat is in dit geval niet erg: Metallica compenseerde het met inzet en spelvreugde. Deze band staat terecht bovenaan op de apenrots.

Foto’s:

Niels Vinck

Datum en locatie:

4 september 2017, Ziggo Dome, Amsterdam

Link:

Ziggo Dome