Scrüda – Fury Among Ruins

Het Poolse Scrüda werd in 2021 opgericht. Een jaar later kwam de eerste demo uit. Eind 2024 verscheen er een split met de landgenoten van Garota en nu wordt het eerste album op de mensheid losgelaten. Hoewel het album slechts achttien minuten duurt wordt het wel gepresenteerd als een full-length. Misschien omdat er maar liefst tien nummers opstaan? De kortste daarvan (Swords) duurt precies een minuut, de langste (Frozen Heart) ruim twee.

De argeloze lezer zou nu kunnen denken dat we hier met een grindcoreband te maken hebben. Scrüda tapt echter uit meerdere vaatjes. Het hoofdbestanddeel van de muziek is een mix van black en thrash met (vooral in de snelle stukken) wat death metal, al ligt grindcore altijd wel op de loer. Maar mede door het iets te heldere geluid is Scrüda toch geen grindcoreband pur sang. Niet in de laatste plaatst doordat het vocale gedeelte hiervoor teveel een hese thrash-scream behelst.

Scrüda is dus, om het maar eens elitair uit te drukken, behoorlijk eclectisch bezig. Soms valt het dan in de categorie “vlees-noch-vis”. Maar Scrüda slaagt erin een mooie mengelmoes van de genoemde stijlen te brengen. De nummers bevatten stuk voor stuk een goede opbouw en spanningsboog. Regelmatig wordt er wat gas terug genomen of een stop-and-go ingelast en dat zorgt ervoor dat je als luisteraar geboeid blijft.

Fury Among Ruins is daarmee een goed album geworden voor de luisteraar die zijn  hardere metal het liefst getapt ziet worden uit verschillende vaten. Ik vermoed zelfs dat Scrüda live nog een tandje venijniger gaat klinken omdat de adrenaline van live spelen en de interactie met het publiek ervoor kunnen zorgen dat de nummers nèt wat feller overkomen. Misschien zit daarin het enige puntje van kritiek: het had hier en daar wel wat feller gemogen. Een bijt van een poedel voelt nu eenmaal anders dan van een rottweiler.

Links: