Raging Speedhorn – Night Wolf

Soms is het lastig de vinger erop te leggen waarom de ene band iets bij je losmaakt, terwijl die ogenschijnlijk niet veel verschilt van andere, soortgelijke bands. Dat kan liggen aan het tekstuele aspect, de mate van inspiratie of net de juiste bruutheid. In het geval van Raging Speedhorn is het wat makkelijker. De band brengt al ruim twintig jaar heel eerlijke arbeiders sludgecore en heeft bij mij een streepje voor wat betreft titels. Ik ben een sucker voor vette, epische titels. Daarmee zit je bij deze band wel goed. In het verleden wist Raging Speedhorns titels te bedenken als Oh, How The Great Have Fallen of How The Sea Was Built.

Het gaat toch om de muziek? hoor ik u denken. Ja, en die is zoals altijd dik in orde bij Raging Speedhorn. Al ruim twintig jaar bestookt de band ons met platen die zich ergens op het snijvlak van sludge, hardcore en metal bevinden. En dat gebeurt bovendien op een uitermate lompe en smerige manier. Nu was Before The Sea Was Built stilistisch wat meer afwijkend dan de rest van de discografie, maar ook die plaat heeft hier veel rondjes gedraaid en kon mijn goedkeuring wegdragen.

Nu is daar het zevende album, het voor hun doen wat mager getitelde Night Wolf (het is een soort ode aan de Teenwolf periode van Michael J Fox). De plaat kent weer tien smerige granaten in de hun kenmerkende stijl, al moet ik zeggen dat er af en toe wat meer stoner rock-invloeden in de muziek zijn geslopen. Dat maakt het geheel nog vuiger, getuige nummers als het venijnig rockende Buzz Killa en The Blood Code. En net zoals bij stoner rock heeft de muziek van Raging Speedhorn als gemene deler dat er een verslavende groove in de nummers verwerkt zit. De plaat zit er weer boordevol mee. Het swingt bij vlagen als een de spreekwoordelijke motherfucker.

Dit is echt een band voor het volk. Geen poespas of genrevreemde experimenten, het is allemaal heel eerlijk en recht in je gezicht. Nummers waar je zin krijgt om de kroeg in te gaan en veertig liter bier naar binnen te hengsten, getuige nummers als Every Night’s Alright For Fighting en D.O.A. Daarbij klinkt de band heel geloofwaardig, zelfs als zanger Frank de merkwaardige, zinnen He Wants To Boogie, Okay Let’s Boogiewoogie gromt op een zodanige manier dat je echt niet de boogiewoogie met hem wil doen. Het getuigt van enige humor en je hoort op Night Wolf ook een band die plezier heeft in wat hij doet.

Sowieso is Frank weer in topvorm, zijn Phil Anselmo-achtige krijs heeft in al die jaren niet ingeboet en klinkt nog altijd boos, gefrustreerd en een tikkeltje ongeïnteresseerd. Hij wordt vergezeld door zanger Dan (die op de vorige plaat zijn debuut maakte)) die al net zo vriendelijk klinkt. Het toffe is dat de twee mannen best wel in elkaars vaarwater zitten, maar van alles doen: krijsen, grunten, schreeuwen; deze twee vullen elkaar perfect aan. Daarbij zijn niet alleen de stemmen agressief; de teksten zijn dat ook. Het beste kun je niet steggelen met deze gasten, ze zijn altijd klaar om je even gezellig in elkaar te beuken. Watch Your Back, I’m Coming For You in Every Night Is Alright For Fighting is daar wel exemplarisch voor.

Is Night Wolf de beste plaat van dit zestal? Het is lastig om een plaat als We Will Be Dead Tomorrow te overtreffen, maar deze plaat doet daar absoluut niet voor onder. De band heeft nu veel meer schwung in hun nummers verwerkt, en het raast door zonder dat er moeheid optreedt. Daarvoor zit er te veel dynamiek in de nummers, zijn de nummers compact gehouden en zorgen ze er bovendien voor dat de woedeaanvallen telkens hard binnenkomen. Ik krijg bijna zin om iemand een avond lang met een kapotte brommer in zijn gezicht te beuken. Raging Speedhorn levert met deze plaat weer de perfecte soundtrack voor een barfight af.

Score:

83/100

Label:

Spinefarm Records, 2025

Tracklisting:

  1. Blood Red Sky
  2. Buzz Killer
  3. The Blood Code
  4. Can’t Stop
  5. Every Night’s Alright For Fighting
  6. Night Wolf
  7. DOA
  8. Comin In Hard
  9. Dead Men Can’t Dance
  10. Dead Reckoning

Line-up:

  • Gordon Morison – Drums
  • Frank Regan – Zang
  • James Palmer – Gitaar
  • Daniel Cook – Zang
  • Andy Gilmour – Basgitaar
  • Daf Williams – Gitaar

Links: