Helloween – Rabbit Don’t Come Easy
(Nuclear Blast, 2003)
Laat ik beginnen met de critici vast de wind uit de zeilen te nemen; dit is inderdaad één van de lelijkste hoezen uit de lange historie van het Duitse Helloween.
Punt.
Dan kunnen we het nu over de muziek hebben.
Na het alweer uit het jaar 2000 stammende The Dark Ride is er een hoop gebeurd. De band heeft vanwege het duistere karakter van die plaat vrij veel kritiek te verduren gekregen (wat pontificaal weggewuifd werd tijdens de spetterende optredens), en über-kurbiskopf Michael Weikath ontdeed zich oktober 2001 van gitarist Roland Grapow en drummer Uli Kusch. De hierop volgende wraak bleek begin dit jaar zoet te zijn toen de beide heren zich weer aan het front meldden met hun band Masterplan, met wereldzanger Jörn Lande aan het vocale roer. De loftuitingen waren niet van de lucht, en de halve metal-wereld was het er roerend over eens dat, ook al vertoont de muziek van de twee bands vaak niet eens echt grote overeenkomsten, Helloween met iets heel sterks moest komen om Masterplan te overtreffen.
Welnu; Helloween heeft zich niet bezig gehouden met wraakgevoelens, wrok jegens de twee ex-collegae of het al dan niet noodzakelijk zijn van het overtreffen van een ander, maar heeft in ex-Freedom Call-gitarist Sascha Gerstner en ex-Accept/U.D.O.-slagwerker Stefan Schwarzmann (die pas na de opnamen van deze plaat aangetrokken is, zodat Motörhead-trommelaar de vellen op Rabbit Don’t Come Easy mag kapotbeuken) twee waardige opvolgers weten te strikken, en (zoals ook collega-scribent Wolfgang Schäfer van Rockhard terecht opmerkte) gewoon lekker stoïcijns een bere-sterke elpee afgelevert, zoals het hoort.
Het nieuwe Meesterwerk begint met Just a Little Sign, wat we natuurlijk al kennen als eerste single. Daarna begint het feest pas echt. Zo is Open Your Life een stevige double/bass stamper, en The Tune een van heerlijke zanglijnen voorziene toekomstige klassieker, die het live erg goed gaat doen! Het wat simplistische Never be a Star is wederom een meezinger van jewelste, terwijl het snelle, trash-achtige Liar vriend en vijand versteld zal doen staan.
Sun 4 the World is een typische, snelle Helloween-song, die met dodelijk gemak op Better than Raw (1998) had kunnen staan. Nieuwbakken pompoen Gerstner laat hier meteen merken schrijf-technisch (en natuurlijk speltechnisch) terecht de opvolger van Grapow te zijn. Eerste rustpunt op Rabbit Don’t Come Easy is de door zanger Andi Deris geschreven power-ballad Don’t Stop Being Crazy. Het is echter snel gedaan met de rust, want ook gitarist Weikath laat merken het niet verleerd te zijn met het heerlijke feest-nummer Do You Feel Good, direct gevolgd door het weergaloze Hell was Made in Heaven. Het kwade Back Against the Wall is een beetje een vreemde eend in de bijt, terwijl Listen to the Flies weer overheerlijk is. De reguliere uitvoering van deze plaat eindigt met het lange, epische Nothing to Say, terwijl de limited edition digipack hierna nog de double-bass kraker Far Away herbergt.
Rabbit Don’t Come Easy is een heerlijk ouderwets album geworden, wat muzikaal teruggrijpt op vroegere tijden, zonder daarbij oubollig over te komen. De plaat, door geluids-tovenaar Charlie Bauerfeind geproduceerd, klinkt als de spreekwoordelijke klok, en de band klinkt bevlogener dan ze een lange tijd heeft gedaan. Ik kan niet wachten om dit live te mogen beleven!
Tracklist:
1 Just a Little Sign
2 Open Your Life
3 The Tune
4 Never be a Star
5 Liar
6 Sun 4 the World
7 Don’t Stop Being Crazy
8 Do You Feel Good
9 Hell was Made in Heaven
10 Back Against the Wall
11 Listen ot the Flies
12 Nothing to Say
13 Far Away (bonus)
Line-up:
Links: