Dagoba – Post Mortem Nihil Est
Verycords, 2013
Na de dood is er niets. Wanneer Fransen in hun beste Latijn een mae culpa beginnen slaan op hun vijfde plaat, dan doen ze dat hard. Dagoba haalt haar typische basdrumdrilboren en monotone mokerslagen nog net zo trots boven als vroeger, maar het was op voorganger Poseidon al duidelijk dat ze hun industrial metalstijl aan het exploreren zijn. En dan mag je verrassingen verwachten.
Die krijg je in een aantal atmosferische, rustige herbronningen, waar orkestrale synths, een piano-cantate en een wegdromend stukje leadgitaar elkaar omarmen. Niet helemaal nieuw, maar wel prominenter zijn de cleane vocalen, die de vezelige grunt aanvullen. Soms in een digitale cocon, dan weer in weidse choruslagen. Die refreinen en het bredere spectrum aan zanglijnen tout court doen wat Soilwork-achtig aan en daar gaan veel conservatievelingen moeite mee hebben. Toch past het bij de balsemende synthovergietingen, die de massieve riffbastilles in Elysische of dramatische zinnebeelden wikkelen. Vrees niet, want anders dan vele genregenoten verliezen onze Marseillebewoners de beukradius nooit uit het oog. Er zit gewoon meer balans tussen de epische openbaringen en semi-automatische timmerwerken. Dat klinkt op zijn best in I, Reptile of Oblivion Is For The Living, maar je haalt dat patroon uit ongeveer elke song.
Dagoba heeft creatievere en diversere songs geschreven dan we gewend zijn. Hoewel alles in een kolossale bulkproductie van Logan Mader zit, zijn het vooral de refreinen die inboeten aan kracht, maar winnen aan macht. Laat ze zichzelf maar uitdiepen tot de dag dat ze dood zijn. Want dan is er niets meer en dat zou spijtig zijn.
Tracklisting
- When Winter…
- The Realm Black
- I, Reptile
- Yes We Die
- Kiss Me Kraken
- Nevada
- The Great Wonder
- The Day After The Apocalypse
- Son Of A Ghost
- Oblivion Is For The Living
- By The Sword
Line-up:
- Shawter – Vocalen, samples
- Werther Ytier – Basgitaar
- Yves ‘Z’ Terzibachian – Gitaar
- Franky Costanza – Drums
Links: