Er beweegt wat in Schotland. Of het nu aan de Britten ligt of niet, er wordt steeds meer over onafhankelijkheid gesproken. Koren op de molen voor bands als Cnoc an Tursa, dat Schotse verhalen verwerkt in zijn pagan metal. Het debuut van deze band – The Giants of Auld – was een absolute topper in 2013. Dit The Forty Five is het tweede album.
Er is toch wat veranderd bij Cnoc an Tursa. De schreeuwerige melo-black/death strot van Alan Buchan, die nu enkel nog gitaar speelt, werd vervangen door de diepe, grunterige zang van keyboardspeler Rene. Ook het opzwepende en viriele melodische materiaal krijgt nu een epischer karakter, met een zweem van weemoed. Dit album, dat verwijst naar de Jakobieten-opstand van 1745, behoort duidelijk in de groep van heritage black metal, waar andere prachtige bands in thuishoren, zoals Saor, Adabroc en de pioniers Winterfylleth. Persoonlijk mis ik de intensiteit van de debuutplaat wat, al wordt die grotendeels gecompenseerd door een eerder ernstige benadering en uitvoering met een diepere sound en een minder geanimeerde sfeer. Luister zeker eens naar de interpretatie van deze band van het traditionele nummer Wha Wadna Fecht For Charlie (het is bijna Nederlands) om een goed beeld te krijgen van Cnoc an Tursa anno 2017.
Score:
80/100
Label:
Apocalyptic Witchcraft Recordings, 2017
Tracklisting:
- Piper O’ Dundee
- The Lion of Scotland
- Bannockburn
- Hail Land of My Fathers
- Ettrick Forest in November
- The Spellbound Knight
- Winter: A Dirge
- My Native Land
- Culloden Moor (Seen in Autumn Rain)
- Blàr na h-Eaglaise
Line-up:
- Rene McDonald Hill – Gitaar, Keyboards, Keel
- Alan Buchan – Gitaar
- Bryan Hamilton – Drums
- David Anderson – Bas
Links: