Hoewel ik mijn uiterste best doe de Nederlandse zwartgeblakerde scene in de gaten te houden, wil er toch nog wel eens een snoek door de mazen van het net glippen. Asgrauw heet de snoek in dit geval. Een band die toch braaf iedere twee jaar een plaat uitbrengt, die we bij Zware Metalen braaf van een review voorzien. En goed ook. Zo kreeg het vorige album, Gronspech, gewoon 88 punten. Debuutplaat Schijngestalten scoorde in 2014 een prima 70 punten.
Nu is er dus album nummer vier, IJsval en ga ik er vanwege mijn schandalige gebrek aan voorkennis volkomen neutraal in… Om er moet rode wangetjes weer uit te komen. Want IJsval is 37:31 minuten puur genot. In de zuiverste vorm. Ongeslepen. Kraakhelder. Als een bosbrand in Australië, zo gaat het gezelschap uit Groesbeek tekeer op deze plaat en dat zonder zich ook maar ergens te vergalopperen. Aan een intro doet de band niet, Leeg grijpt je direct naar de strot. Op een bijna maniakale maar tegelijk weloverwogen manier. De band speelt er met furieuze snelle stukken waarbij de Nederlandstalige teksten in de microfoon worden gespuwd zoals dictators het klootjesvolk ophitsen en wisselt dat af met perfecte tempoverlagingen zonder dat de intensiteit verdwijnt. Drummer Batr mag laten horen dat hij zijn trommels weet te vinden.
De opbouw van het titelnummer doet vervolgens in niets onder voor hoe de grote jongens te werk gaan. Punt. Dit is perfectie, vastgelegd op plaat. De zangers Vaal (ook gitaar) en Kaos (ook bas) jagen elkaar hierbij haast over de kling als de een de ander vocaal ophitst. Het geheel leidt tot een minuten durende eruptie waarbij het onmogelijk stilzitten is. En dan slaat Asgrauw heel slim een zijpaadje in waardoor de sfeer van het nummer weliswaar behouden blijft, maar er toch een andere draai aan wordt gegeven. Geniaal gevonden, dit houdt de aandacht wel vast.
Dan hebben we pas twee nummers achter de rug en wacht ons nog vijf keer iets lekkers. Nevel is een bijna vijf minuten durend beukmonster, een nummer als een serie stoten op je middenrif die ervoor zorgt dat je rug voortaan tegen de achterkant van je buik plakt. De laatste minuut is zelfs muzikale waanzin. Stortvloed zit aanvankelijk iets meer op hallucinerende sfeerzetting, maar barst ook hier als een vulkaan open waardoor er inderdaad een stortvloed aan pure, intense haat op de wereld wordt afgevuurd. Pompeï? Een kinderachtig speelkwartier met wat lava en as vergeleken met Asgrauw.
Broeihaard is dan weer een nummer waarbij het doel totale vernietiging van de luisteraar en de wereld om hem heen lijkt. Alles moet kapot. Sterfsterfsterf en dat op de kanonslagen van Batr. Heilloos biedt een andere blik in het zieke brein van Asgrauw maar laat wederom een band horen die precies weet wat het wil en de controle nooit kwijtraakt. Het is wederom intens, maar doelmatig intens. Het klopt helemaal, inclusief het subtiele basloopje van Kaos. Bij Wanorde dagen Vaal en Kaos elkaar weer eens vocaal uit en dan weet de liefhebber inmiddels genoeg: oorgastisch genieten.
Wát een gekte, wát een waanzin, wát een onvoorstelbaar fijn album van een band met een duidelijk doel die bovendien geen enkel steekje laat vallen op een ook nog eens voortreffelijk klinkende plaat. We hebben het hele gedoe met jaarlijsten en alles gehad, maar we beginnen heel graag weer overnieuw, want IJsval moét in ieder overzicht van iedere blackmetalliefhebber terugkomen. Waar ook ter wereld.
Score:
95/100
Label:
Death Kvlt Productions, 2020
Tracklisting:
- Leeg
- IJsval
- Nevel
- Stortvloed
- Broeihaard
- Heilloos
- Wanorde
Line-up:
- Vaal – Vocalen, gitaar
- Kaos – Vocalen, bas
- Batr – Drums
Links: