Acacia – Tills Döden Skiljer Oss Åt
Art of Propaganda, 2013
Soms is het wel eens interessant om een stapje terug te doen en het genre dat we in de volksmond kennen als metal van een afstandje te bewonderen. Zo veel subgenres, verweven stijlen en splitsingen die in slechts enkele decennia een wereld op zichzelf hebben gevormd. Duizenden artiesten die tegelijkertijd verbonden zijn en muzikaal toch mijlenver van elkaar af staan. En zelfs binnen de verschillende subgenres is er een enorme weelde en veelzijdigheid te ontdekken die voor de buitenstaander niet voor mogelijk gehouden kan worden. Vooral binnen de blackmetal zijn de verschillende stromingen zo ver van elkaar afgeraakt dat het moeilijk is om nog echt van één stijl te spreken. De laatste tijd merk ik dat dit frustatie opwekt wanneer bands als Deafheaven of Alcest nog steeds als “black” bestempeld worden bij mensen die, misschien terecht, opmerken dat deze muziek weinig meer met de grondbeginselen van het genre te maken heeft. Hoe meer de invloeden uit de post-rock en shoegaze de overhand nemen, hoe minder ruimte er is voor de beruchte zwartgalligheid en furie waar het ooit allemaal mee begonnen is.
Nu is hier de band Acacia uit Zweden die duidelijk de hierboven genoemde critici niet erg zal bekoren. De band brengt ons met hun debuutalbum getiteld Tills döden skiljer oss åt (vertaald: tot de dood ons scheidt) ruim een uur aan soms mierzoete en volgens de band vooral emotionele blackmetal, en als dat geen contradictio in terminis is dan weet ik het ook niet meer. De heren Euronymous en Dead zouden zich omdraaien in hun graf als ze het zouden horen en dat doet mij realiseren dat ik dus de term blackmetal even volledig uit mijn hoofd zal moeten zetten om dit album op waarde te beoordelen. Goed, er zijn genoeg invloeden uit de extremere genres terug te vinden in de vorm van screams en de nodige blastbeats, maar dit zijn slechts esthetische trekjes die in het grote geheel ondergeschikt zijn aan de in het algemeen meer melancholische sfeer die gecreëerd wordt door de majeurharmonieën en cleane vocalen.
Als we ook hier weer eens uitzoomen en de muziek van een andere kant proberen te bekijken merk je dat dit alles tegelijkertijd tot een bevredigend en enigszins surrealistisch resultaat leidt. Aan de ene kant zijn er veel mooie en rustgevende stukken om bij weg te dromen, vooral door de prachtige pianopartijen vormgegeven. Tegelijkertijd wordt deze rust continu verstoord door enkele van de meest extreme aspecten die hedendaagse muziek te bieden heeft. Maar deze tegenstelling is misschien wel het interessantste dat Acacia te bieden heeft. Vooral in het laatste nummer op het album wordt dit contrast verder uitgewerkt dan ik tot nu toe van gelijksoortige bands gewend ben. Symfonische secties waar zelfs een band als Dimmu Borgir zich niet voor zou schamen worden afgewisseld met doom-stukken en natuurlijk een flinke dosis aan licht-kitscherige post-rock. Het is misschien niet allemaal even goed uitgewerkt maar het is in ieder geval nooit saai of voorspelbaar te noemen, en dat is in mijn ogen zeker bij een debuutalbum erg belangrijk. Al met al geldt hier eigenlijk hetzelfde als met alle bands uit deze uithoek van de metalwereld: you either love it or you hate it. Ik ben er zelf nog niet helemaal over uit, maar voor mensen die in de eerste categorie vallen kan ik zeker een luisterbeurt aanraden.
Tracklisting:
- Död mans mask
- Förnimmelsens lund af längtan
- Amourens redoxreaktion
- Egocentrisk isolation
- Tills döden skiljer oss åt
Line-up:
- Andreas Thorén – Guitar, Bass, Vocals
- Christian Larsson – Guitar, Bass, Vocals
- Ulf Nylin – Vocals
- Seiya Ogino – Piano
- Richard Schill – Drums
- Moa Thorén – Vocals
Links: